Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
(1996)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 339]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DateringOmstreeks juli 1911(?); vóor 23 oktober 1913. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OntwikkelingsgangIVoordat ‘o Ziek, onzeker en onzuiver’ in definitieve vorm verscheen, had het andere, sterk afwijkende versies gekend, of beter: maakte het deel uit van eerdere versies. De oudste is M1, een voltooid kladhandschrift in zwarte inkt, waarin slechts weinig verbeteringen voorkomen. Het gedicht heeft drie strofen en een sterk afwijkende tekst. Van de Woestijne schreef de drie strofen niet in de aangetroffen volgorde: tussen de eerste en derde liet hij een relatief grote ruimte open die hij kort daarop vulde met nog een vierregelige strofe. Bovendien keerde hij daarna door middel van nummering de volgorde der strofen nog eens geheel om: de eerste nummerde hij aanvankelijk 2, direct veranderd in 3; de middelste werd genummerd 2, de laatste 1. Omdat de ductus erop wijst dat het gedicht toch in éen sessie geschreven is, loopt de fasering in de volgende synoptische weergave over de strofen door.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 340]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIBij de voorbereiding van het Verzameld werk van Van de Woestijne had P. Minderaa de beschikking over een manuscript dat in bezit was van Maurice Roelants. De huidige verblijfplaats ervan is echter onbekend. De tekst sluit aan bij M1, dat dus als een klad voor het verloren gegane manuscript beschouwd kan worden. Zie voor de tekst noot 1. De vermelding van het ‘“Kyrie” eener “Heilige Mis”’ op het manuscript maakt het mogelijk het ontbrekende manuscript in verband te brengen met de schema's die Van de Woestijne voor de compositie van Het gelaat des dichters maakte. Op 9 juli 1911 noteerde hij als derde en voorlaatste deel van Het licht der kimmen: De Heilige Mis. Eerste afdeling daarin zou zijn ‘Kyrie’ (zie de Ontstaansgeschiedenis, § 2.1.1). Het is dus denkbaar dat ook het klad M1 omtrent diezelfde datum ontstaan is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIIIn het tijdschrift Onze eeuw van januari 1912 (T1) publiceerde Van de Woestijne het gedicht ‘Ter loome zee met slappe zeilen’. De eerste strofe is grotendeels gelijk aan de tweede strofe van ‘o Ziek, onzeker en onzuiver’; ook voor het overige is verwantschap aanwijsbaar. Deze versie is tevens in het Appendix opgenomen ([a10]). Ter loome zee met slappe zeilen
onder eenzelfde lamme zon'
en steeds het onveranderd-ijle
aan elken nieuwen horizon;
aldóor de dagen áldoor varen
een onverschill'gen avond toe,
en eindeloos het loom verzwaren
der lamme leden, hooploos-moe;
en nimmer, nimmer slapen mogen,
maar steeds naar horizonnen spiên
met starre en pijnlijk-sperrende oogen
die zelfs den zwarten nacht niet zien...
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IVBoven de tekst van het gedicht op M2 is geschreven ‘Liederen.’ met toevoeging van het cijfer 1. Het manuscript is genummerd met het cijfer 12 in dezelfde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 341]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inkt als de tekst. Dit kan erop duiden dat Van de Woestijne het afschrift als kopij heeft bedoeld. Het is niet bekend of hij het daadwerkelijk heeft verstuurd, noch of het elders dan in De gids (T2) verschenen is. Het is verder niet uitgesloten dat Van de Woestijne het gedicht op zeker moment wilde gebruiken als een van de ‘Liederen van Helena’, waarvan enkele (onder meer het tegelijk met ‘Ter loome zee met slappe zeilen’ in Onze eeuw verschenen ‘Regen, regen in den tuin’) in 1912-1913 in De lelie gepubliceerd werden. Voor een deel werden ze verwerkt in ‘De Spartaansche Helena’, opgenomen in Zon in den rug (1924) en daar globaal gedateerd ‘Brussel 1909-1911’. Dergelijke dateringen zijn bij Van de Woestijne - zoals in andere gevallen bleek - niet zonder meer betrouwbaar. Zeker is dat de definitieve versie van het gedicht voltooid was op 23 oktober 1913, toen het door de redactie van De gids ontvangen werd. De nummering van M2 in inkt is later met potlood vervangen door het cijfer 3. Of Van de Woestijne dit zelf deed, is met bekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VM3 is kopijhandschrift voor T2 geweest; M4 is kopij voor (de proef P van) D geweest. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Varianten en correcties
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noten
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 342]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|