Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
(1996)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
4 Het berg-meer4.1 Drukgeschiedenis van Het berg-meerZoals hierboven bleek, deed Van de Woestijne Stols al bij de onderhandelingen voor God aan zee en Het menschelijk brood in september 1926 het aanbod ook Het berg-meer uit te geven, in een boek dat de gehele trilogie zou bevatten. Stols heeft toen de slotbundel in principe geaccepteerd. Van verdere onderhandelingen en afspraken zijn geen gegevens bekend; een contract is evenmin overgeleverd. Voor de bundel werd wel opnieuw een aan Stols opgedragen nethandschrift vervaardigd (H-101), gedateerd op 29 februari 1928. De eerste drukproeven voor de bundel dateren van januari 1928. Er is dus een afzonderlijk kopijhandschrift geweest. Dit is in gedeelten vervaardigd en verzonden, want uit aantekeningen aan het slot van de proeven H-99 en H-100 blijkt dat de zetter de ‘rest der copy’ nog niet ontvangen had. Die ‘rest’ is het manuscript H-102; de kopij van het voorafgaande gedeelte bleef niet bewaard. Na het vervaardigen van het netafschrift voor Stols schreef Van de Woestijne op dezelfde dag in zijn agenda: ‘Naar Stols: handschrift Bergmeer’. Al op 3 maart daaropvolgend blijkt hij het honorarium ontvangen te hebben, te oordelen naar de aantekening ‘Stols (Berg-meer) F 2165’. Rekening houdend met wisselende koersen zal dat opnieuw fl. 150,- geweest zijn. Terzijde zij opgemerkt dat Stols dus pas tot uitkering van het honorarium overging toen hij beschikte over de gehele tekst van de bundel. Op p. 80 is in Het berg-meer onder de inhoudsopgave de volgende, cursief gedrukte, ‘Bibliographische aanteekening’ opgenomen: Karel van de Woestijne's ‘drie-luik’ is door het verschijnen van dezen bundel voltooid. Het omvat 1e. ‘De Modderen Man’, (Brussel, 1920; thans uitgave A.A.M. Stols); 2e. ‘God aan zee’ (A.A.M. Stols, 1926); 3e. ‘Het Bergmeer’, gedicht te Zwijnaarde en in de Panne tusschen 1926-1928. Als inleiding tot ‘De Modderen Man’ werd geschreven een gedicht ‘Het Menschelijk Brood’ hetwelk in November 1926 in een oplage van 125 exemplaren, uitsluitend voor de vrienden van A.A.M. Stols, in zijn serie ‘To The Happy Few’ gedrukt werd. Op de pagina daarnaast is bij wijze van colofon een ‘Verantwoording der oplage’ gedrukt in kleinkapitalen:Ga naar voetnoot27 Het berg-meer, door Karel van de Woestijne, vormt het 28e deel der serie Trajectum ad Mosam. Het boek is gezet met de letter van Garamond. De initialen werden geteekend door Alphonse Stols. Gedrukt te Maastricht in 1928 onder leiding van A.A.M. Stols in de drukkerij van Boosten & Stols, in een oplage van 300 exemplaren, n.l.: 15 op Japansch papier (1-15) en 285 op geschept papier van Pannekoek & | |
[pagina 198]
| |
Advertenties van A.A.M. Stols in het Nieuwsblad voor den boekhandel van 5 april 1929.
| |
[pagina 199]
| |
Co. (16-300). Vijftig exemplaren blijven uitsluitend ter beschikking van den schrijver, van den uitgever en van hunne vrienden. Daaronder is het ronde uitgeversvignet gedrukt. De exemplaren werden iets lager achter ‘No.’ met een stempel genummerd. Het berg-meer werd volgens de ‘Verantwoording der oplage’ gedrukt ‘in 1928’. Een drukproef heeft op die plaats nog ‘in maart 1928’, maar Stols schrapte de maand. Een aanzienlijk gedeelte van het drukproces heeft zich dus in het eerste kwartaal van dat jaar voltrokken, maar pas in het najaar was de bundel gereed. Bij inzending van een bijdrage aan De gids op 2 juli 1928 verzocht Van de Woestijne om plaatsing in de september-aflevering ‘daar zij [= de bijdrage] in den loop dier maand in een nieuwen bundel verschijnen moet.’Ga naar voetnoot28 Het imprint op het titelblad geeft 1928 als jaar van uitgave op. Desondanks meldde Stols de uitgave pas op 5 april 1929 aan in het Nieuwsblad voor den boekhandel. Hij deed dat in een advertentie waarin ‘Nieuwe uitgaven’ werden gemeld; bij Het berg-meer is toegevoegd: ‘Deze editie verschijnt in de 3e week van April. De bij aanbieding gekochte ex. zullen alsdan in het bezit van den boekhandel zijn.’ Aangezien Stols er redelijkerwijze geen belang bij gehad kan hebben een gereedgekomen uitgave vast te houden, moet worden aangenomen dat de daadwerkelijke verschijning van de bundel eind april 1929 plaatshad.Ga naar voetnoot29 Overigens wordt in de advertentie gesproken van een oplage van 10 exemplaren op Japans en 250 op Hollands papier, waarmee het totaal aantal verkrijgbare bundels tien hoger is dan in de ‘Verantwoording der oplage’ in de bundel is vermeld. In dezelfde aflevering van het Nieuwsblad voor den boekhandel liet Stols een advertentie opnemen die speciaal Van de Woestijnes triptiek onder de aandacht bracht. Hij stelde de van L. Opdebeek overgenomen exemplaren van De modderen man verkrijgbaar voor fl. 5,25. God aan zee en Het berg-meer waren nog verkrijgbaar op papier van Pannekoek tegen de prijs van tien gulden. Het menschelijk brood werd niet genoemd. | |
4.2 Het berg-meer: uitvoeringDe bundel werd ingenaaid in een crêmekleurig omslag; formaat en opdruk volgden de opzet die ook voor God aan zee gebruikt werd: de afmetingen zijn circa 23,2 × 15,4 cm en op het omslag zijn titel, auteur en imprint zwart gedrukt, het vignet van de serie is rood. | |
[pagina 200]
| |
Colofon van Het berg-meer. Bij de inhoudsopgave linksboven staat de zetfout ‘De blind-gewordene’ in plaats van ‘De blind-geborene’.
| |
[pagina 201]
| |
Het inleidende gedicht van Het berg-meer, ‘De blind-geborene’, heeft door een zetfout dezelfde titel gekregen als het postludium: ‘De blind-gewordene’. Dit, zoals Minderaa opmerkt, tot ‘grote ontsteltenis van de dichter’.Ga naar voetnoot30 Wanneer de fout ontdekt werd, is niet bekend. Om aan de hinderlijke smet op de uitgave iets te verhelpen, werd een correctieblad gedrukt. Het is een gevouwen inlegvel van hetzelfde papier (dus Japans of Pannekoek) dat het formaat van de bundel heeft. Het heeft op de voorzijde de titelpagina van Het berg-meer, zij het in een zetsel dat afwijkt van dat van de bundel. De volgende pagina is blanco, de derde bevat in rode kapitalen de juiste titel van het inleidende gedicht, ‘De blind-geborene’. De vierde pagina van het vouwblad is opnieuw blanco. Hoe het blad de bezitters van de bundel bereikte, is niet zeker. Het meest waarschijnlijk is dat Stols ze aan de intekenaren van de reeks Trajectum ad Mosam zond, en invoegde in de bundels die nog voorradig waren toen de fout werd ontdekt.Ga naar voetnoot31 |
|