Wiekslag om de kim. Deel 2. Commentaar en apparaat
(1996)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |||||||||
3.1 OntstaansgeschiedenisVoor zover is na te gaan, maakte Van de Woestijne in 1911 de eerste plannen voor een breed opgezette dichterlijke compositie. De realisering ervan, met als resultaat Wiekslag om de kim, kostte zeventien jaar. Het overgeleverde ontstaansmateriaal bevat uiteenlopende soorten bronnen: schema's op papier, lijstjes van gedichten, voorpublikaties met uiteenlopende groepstitels, drukproeven, correspondentie, aankondigingen van uitgaven et cetera. Om de disparate gegevens samenhangend te presenteren, is een loutere opsomming van de bronnen en transcriptie van manuscripten niet voldoende. De relaties tussen de bronnen komen beter tot hun recht in een betoog, waarin alternatieve oplossingen van problemen en onzekerheden over de feitelijke reconstructie kunnen worden toegelicht. Een tweede oogmerk van dit gedeelte van de commentaar is het verkrijgen van inzicht in Van de Woestijnes werkwijze op macrostructureel niveau. De diversiteit en de omvang van het materiaal bieden gelegenheid het componeerproces tot in details te volgen. Van de Woestijne ontwierp, wijzigde ontwerpen, inventariseerde gedichten in portefeuille, ordende reeksen en bedacht titels voor voorpublikaties. Aan al deze beslissingen en verschuivingen liggen ordeningsprincipes van de dichter ten grondslag waarvan enkele hoofdlijnen zich uit het materiaal laten afleiden. Ook voor de verslaglegging van de bevindingen op dit terrein is een betoog de meest geschikte vorm. Bij de presentatie van en toelichting op de ontstaansgeschiedenis wordt enigszins afgeweken van de strikte zakelijkheid die in historisch-kritische edities gebruikelijk is. Maar terwijl het enerzijds minder inzichtgevend zou zijn te volstaan met een loutere opsomming van aangetroffen gegevens en het betoog achterwege te laten, is het anderzijds niet reëel te menen dat het leggen van verbanden tussen de gegevens even ‘objectief’ kan zijn als die gegevens zelf. De inbreng van de onderzoeker is onvermijdelijk en onmiskenbaar. De specifieke problemen die daarmee samenhangen en de grenzen die binnen deze editie moeten worden gesteld, worden besproken in een aparte inleiding bij dit onderdeel van de commentaar. | |||||||||
3.2 DrukgeschiedenisIn de Drukgeschiedenis wordt de materiële totstandkoming van de zelfstandige uitgaven die te zamen Wiekslag om de kim vormen, beschreven. | |||||||||
[pagina 21]
| |||||||||
De volgorde waarin de uitgaven verschenen wijkt af van de volgorde die ze in de compositie innemen. Wiekslag om de kim opent met ‘Het menschelijk brood’ maar de basistekst daarvan, de uitgave uit 1926 door A.A.M. Stols, verscheen zes jaar ná De modderen man, de bundel die in het drieluik op het gedicht volgt. Bovendien is de drukgeschiedenis van Het menschelijk brood voor een deel verweven met die van God aan zee: er werd tegelijk over onderhandeld met uitgever Stols. Deze discrepantie tussen de ordening van de compositie en de chronologie van verschijnen maakt het minder gewenst de drukgeschiedenis per bundel in het Variantenapparaat in te lassen op de plaatsen waar een nieuwe bundel begint, zoals in de historisch-kritische Bloem-editie is gebeurd. Een bijkomende moeilijkheid is de totstandkoming van de bloemlezing uit Van de Woestijnes lyriek die verscheen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag op 10 maart 1928. Hierin werden gedichten uit reeds verschenen bundels opgenomen, maar ook gedichten die pas later in dat jaar in Het berg-meer gebundeld zouden worden. De bloemlezing heeft voor die gedichten als voorpublikatie gediend, maar de gegevens over de totstandkoming van de uitgave passen beter in de Drukgeschiedenis dan bijvoorbeeld in een toelichting in de Lijst van voorpublikaties. De totstandkoming van de bloemlezing zou echter geen logische plaats kunnen krijgen als de drukgeschiedenissen telkens tussen de gedichten van het Variantenapparaat geplaatst worden. De drukgeschiedenissen van de verschillende uitgaven worden dus als apart, samenhangend onderdeel van de editie aangeboden.Ga naar voetnoot23 | |||||||||
3.3 Gebruikte secundaire bronnenDe bronnen die zijn opgenomen in de Bronnenlijst, de Lijst van voorpublikaties en de Bibliografie van primaire literatuur, deel A, vormen het primaire ontstaansmateriaal van Wiekslag om de kim. Daarnaast is uiteraard een beroep gedaan op secundaire bronnen. Citaten uit zelfstandig verschenen werken van Van de Woestijne zijn afkomstig uit de oorspronkelijke uitgaven; bij de verwijzingen is tevens vermeld waar de passage in het Verzameld werk te vinden is. Voor ongebundeld werk (bijvoorbeeld kritisch of journalistiek proza) is met het oog op de bereikbaarheid waar mogelijk het Verzameld werk gebruikt. Naar de nog lopende uitgave van het Verzameld journalistiek werk is alleen verwezen als de betreffende passage niet in het Verzameld werk voorkomt.Ga naar voetnoot24 | |||||||||
[pagina 22]
| |||||||||
Verder werd gebruikgemaakt van correspondenties en documenten van Van de Woestijne zelf en van anderen. In principe wordt in de editie bij aangehaalde brieven en documenten in een noot vermeld waar ze berusten. Enkele correspondenties en archieven worden echter zo veelvuldig aangehaald dat de vindplaats niet telkens vermeld wordt. Het gaat om de volgende:
Van de overige bewaarde brieven van Karel van de Woestijne bevindt het merendeel zich in het amvc; sign. w 803/b, alfabetisch op adressaat in omslagen geordend, daarbinnen chronologisch. Alleen bij brieven die elders zijn ondergebracht (behoudens de zojuist onder 1-4 genoemde), wordt de bewaarplaats verantwoord. De brieven van Van de Woestijne aan zijn vriend Firmin van Hecke konden niet geraadpleegd worden (afgezien van een copie van éen brief in het amvc). De huidige verblijfplaats van de originelen is weliswaar bekend, maar de documenten waren bij het afsluiten van de kopij nog niet beschikbaar voor onderzoek. | |||||||||
3.4.1 Transcriptie van primaire documentenIn de commentaar - met name in de Ontstaansgeschiedenis - worden enkele manuscripten getranscribeerd: schema's voor de bouw van het drieluik of onderdelen ervan, lijstjes, aantekeningen op manuscripten en in carnets et cetera. Wanneer de wijzigingen die Van de Woestijne daarin aanbracht beperkt bleven tot lokale toevoegingen of correcties, is het document in éen transcriptie weergegeven. Bij complexe bronnen met meerdere schrijflagen, ingrijpende wijzigingen en onzekerheden over de toedracht, worden de documenten per schrijflaag getranscribeerd en becommentarieerd. In de transcripties wordt getracht de schikking van de tekst op het manuscript over te nemen: inspringing, regelverdeling, bijzondere notatie als bijvoorbeeld superscript (no), accolades, reeksen puntjes en dergelijke. Onderstrepingen worden door cursief weergegeven, meerdere malen onderstreepte tekst in klein-kapitaal. De volgende diakritische tekens zijn gebruikt: | |||||||||
[pagina 23]
| |||||||||
| |||||||||
3.4.2 Transcriptie van brieven, contracten en der gelijkeDocumenten die niet tot het primaire ontstaansmateriaal van het drieluik behoren, zoals brieven en contracten - zowel van Van de Woestijne zelf als van anderen - worden geciteerd naar de definitieve lezing van de tekst; varianten zijn dus niet opgenomen. Vrijwel altijd gaat het om verschrijvingen of zogenaamde ‘Sofortkorrekturen’. Grammaticale of orthografische fouten van de schrijver worden overgenomen; wanneer ze tot misverstand kunnen leiden wordt in een noot de bedoelde lezing gegeven. Wanneer titels van zelfstandige werken in het manuscript niet werden gemarkeerd door onderstreping of aanhalingstekens, worden ze ook in de transcriptie romein gezet. Onderstreepte tekst is consequent cursief afgedrukt, meerdere malen onderstreepte tekst en in kapitalen getypte tekst is in klein-kapitaal gezet. Aanhalingstekens worden consequent met enkele aanhalingstekens weergegeven, tenzij binnen aanhalingstekens opnieuw aanhalingstekens gebruikt worden: dan worden dubbele aanhalingstekens gebruikt. Noodzakelijk geachte toevoegingen in de tekst staan altijd tussen teksthaken, herkenbaar als afkomstig van de editeur. Weggelaten passages worden naar gewoonte weergegeven met [...]. Onzekere lezingen worden gevolgd door een vraagteken tussen teksthaken, geheel cursief: [?]. Onleesbare gedeelten worden weergegeven met [xxx], waarbij het aantal x-en het geschatte aantal onleesbare letters weergeeft. |
|