Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 751] [p. 751] Storm-zang o Breek uw kloppen in uw steen-harden wil, hart, - uw stoer-wild kloppen, hart gewronge' in gillend haten, naar den wolk-brekenden zang die zijn woede knarst, en slag-slag zijn razend geknal uit-éen laat spatten. Hart, breek uw kloppen, en zie hoe iedere knal-bes van bliksems zijn purpren vlam open laat slaan, en worden tot daad de macht der drange vuur-orkanen waarin de taaie brand van 't zomeren verlaaid is. Hart, hoor het brallen en het brullen van de wolken, hoor het reuzig reeten van-éen dier dondren slaan bij bonken van machten die zich vereenen gaan om zich tot zuilen van vernielen óp te kolken. Hart, zie en hoor, - en voel hoe daar het worden wrocht; voel in die marteling hoe star Leven van werken, verkond in iedre vlam geslagen door de lucht, geboren wordt in 't laai-gedreun dier donder-zwerken; Hart, voel in 't bral gewoel der duisternis, het Licht dat komt; voel hoe die schrik subliemlijk uit zal knallen tot helden-daden die het schettrend zullen schallen hoe blijheid in den schoot van 't wilde worden ligt. Hart, voel; - hart, breek uw kloppen tot de rythmen van den wolk-brekenden zang die over de wereld gilt; o hart, gij stalen trots die staêg door haten wilt, gij, die den heeten dorst der aarde in U voelt branden; Hart, kloppe de slag, bonk op bonk, in U; de orkaan kome tot zijn maat, 't steen van úw gil-kloppen breken... En dra zal voor een Heil uw palle woede wijken en uw haat zullen liefde-vlammen tegen-slaan. door Karel van de Woestijne 1896 Vorige Volgende