Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 644]

II

 
Ik landde, alleen. Mijn sprong in 't ziltig zand
 
kraakte, en miek uit mijn dubble zole droog
 
een kring, waar 'k zakte in zavel, zoet-beëbd.
 
En 'k stond. Wat dreef me hier?...
 
- De nacht alreê
 
was naedrend. Boven 't water van de zee,
 
die zwijgend was, en zwarter dan het oog
 
der vrouwen die beminnen, was de lucht
 
gelijk een muur van bleeke rotsen, waar
 
de reten rood van waren als van bloed.
 
En bleek was ook de reede, bleek en veeg
 
'lijk lood wordt, wijl het koelt ten steenen kroes
 
waarin 't gekookt werd. En, was zilvren nog
 
van eene zilvren franje, sierlijk-dun,
 
de zate waar de zee ze zoet bezoekt,
 
zilver van zout nog de aangezogen zaat:
 
reeds werd de lucht zóó bleek, dat grauw zij werd,
 
en grijs, 'of zij een pelder spreiden wou
 
ten laatsten slape, alover zee en zand...
 
'k En kon mijn eigen aangezicht niet zien,
 
maar 'k rade aan kleur van lucht en zand en zee
 
dat het moest zijn als steen zoo stroef en grijs.
 
Want donker zag ik mijne handen reeds,
 
waar ze aan mijn armen wogen, daar ik stond...

Vorige Volgende