Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 570]

[Het is of alles nog gebeuren]

 
Het is of alles nog gebeuren,
 
of alles nog beginnen moet.
 
Ik zie mijn oogen sterren beuren.
 
De nacht verjongt mijn bloed.
 
- Ik heb de taeflen der geschenken
 
gekeerd, en van het laatste maal
 
wat dankend leven kon gedenken.
 
Toen zou de nieuwe nacht me wenken,
 
verganende avond-straal.
 
 
 
Ik zag mijn witte leden strekken
 
ter koetse der ontwoelde kilt.
 
De ontvangnis kwam mijn huivren dekken:
 
ik had het niet gewild.
 
- Ik had mijn laatste waan doorschoten:
 
een vogelken van glazen goud
 
aan schervelen uiteen-gespoten;
 
en 't heeft mij naauwelijks verdroten,
 
al werd ik ijl en oud.
 
 
 
Doch, toen de nacht mij zou vermanen
 
en de eisch van 't harde en strakke bed,
 
toen heeft hij plotse bibber-tranen
 
in zonnen omgezet.
 
Ik lig op 't ijs der schouder-platen
 
en scheuten der doorrilde kuit;
 
maar, o mijn God, ik ben verlaten
 
van bod en zoen, van zucht en bate,
 
schepel van nieuwen buit.
 
 
 
Het is of alles is vervallen,
 
aan geur en klank vergangenis;
 
maar 'k voel door mijne slapen schallen
 
uw scheur, ontvangenis.
 
Ik voel een pijn mijn lijf verstrammen,
 
maar tot gewicht van klompen klaart;
 
en mijne kaken zijn de kammen
 
die mijn verhemelschte oogen dammen
 
tegen den vloed der aard.
 
 
[p. 571]
 
Het is of alles zal beginnen
 
nu 'k blijde in ruimte en duur vervliet;
 
mijn mond is open om te winnen
 
ontstentenis van 't lied.
 
Breede overvloed van wijze waetren,
 
o mate van den wildsten wind,
 
o vuur dat ronkt om niet te schaetren,
 
o gonzende aarde, ik zaêm uw klaetren
 
in mijne stilt.

Vorige Volgende