Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 548] [p. 548] [‘Zou'n wij geen glaasken mogen drinken?] ‘Zou'n wij geen glaasken mogen drinken? Zou'n wij daarom een zat-lap zijn?’ - De droesmen van de driften stinken nog meer dan moer van zieken wijn. ‘Zou'n wij geen meisken mogen kussen? Zou'n wij daarom een vuil-baard zijn?’ - Maar wèlke boezem wordt het kussen voor deze lang-verzopen pijn?... Als koningen kwamen we uit den Oosten en hadden de zilveren matten aan boord. - Wij hebben wàlg om ons te troosten. Aan elke ra daar hangt een koord. Wij werden nuchter tot bewusten al bennen onze daden groot. En als men moede is, kan men rusten in uwe warme haven, Dood. Vorige Volgende