Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 489] [p. 489] ['k Heb noodloos door den boôm geboord] 'k Heb noodloos door den boôm geboord een wortel, ter geheimste waetren: nooit bloeit een tak uit mij, noch hoort de wind het trillen van mijn woord door 't hoog gebladert schaetren. Ik ben geen koninklijke bij gevangen in haar vruchtb're celle; want nimmer zwaait een vreugde uit mij de nijvre zwermen die, te Mei, de ruit'ge raat doen zwellen. En 'k ben den rechten weg gegaan, den afgrond tegen van 't ontzeggen. Er ís geen afgrond. En mijn waan wou nu maar liefst wat slapen gaan en lam ter rust zich leggen. Vorige Volgende