Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 476] [p. 476] [Diep aan uw hart, diep in uw haar te zullen slapen] Diep aan uw hart, diep in uw haar te zullen slapen, o duizel-zwarte vacht; uw kin een kegge klaarte op mijn doorpraamde slape; ik, eindlijk, naar mijn zèekren nacht; uw adem die uw rug beweegt en die mijn bloote, mijn open voorhoofd schroeit; maar mijn bewegend oog dat, op uw licht gesloten, als een bewogen roze bloeit; mijn oog, dat, trager, dra zijn open licht zal sluiten gelijk een roos zich sluit; (de zonne-dag is vol aldra en loomt daarbuiten, die davert nog ter venster-ruit): loope over 't uur het uur in eeuwige geboorte; staêg maaz' de zee haar net: ik eindlijk duik in 't eindloos duister van uw klaarte gelijk een beedlaar in een bed. En wake uw blanke blik, verstard in bang begeeren, gelijk een dubble brand: 'k zink in uw haar; 'k brand aan uw hart; gij zult niet weren den stempel van mijn slápers-mond. Vorige Volgende