Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 428] [p. 428] [Thans is het al voorbij: de sluiers zijn gezonken] Thans is het al voorbij: de sluiers zijn gezonken, en 'k heb uw naaktheid gràauw als mijne vrees gezien. Toch heeft mijn weigren aan me-zelf te valsch geklonken 'dat gij voortaan vergéefs me uw teederheid zoudt biên. Ook gij voelt in u-zelf het licht der hope duistren; maar 'k zie te zeer de onpeilb're diepte van uw spijt, om in mijn binnenst niet groothartiglijk te luistren naar 't schuchtre stemken van mijn haperend verwijt. Kom weêr dan aan mijn borst: gij zult er adem-halen tot gij moogt slapen, in uw naaktheid loom en vaal, - terwijl ik-zelve waak en om me-zelven smale wen 'k weder naar de maat uws harten adem-haal. Vorige Volgende