Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 419] [p. 419] [Zij ligt te bedde 'lijk ik lig te bedde] Zij ligt te bedde 'lijk ik lig te bedde; ze is wachtend, trage en vragend, 'lijk ik wacht; - o naakte wake aan ongenaakb're wedden! - en tusschen beî de blinde en doove nacht. Tusschen ons beî, misschien, de wijdste zeeën in 't wijlen van een wijdingloozen tijd; - al breekt door ons de branding van de weeën die beide' ons binden in der eeuwigheid. 't Verbod van God, misschien, tusschen ons beiden, of, mórgen reeds, in beider harte rouw. - Maar weten, zat van liefde of ziek van beiden, dat ik de Man ben, vrouwe, en gij de Vrouw. Vorige Volgende