Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 283] [p. 283] [Wat zijn me uw tochten donker-schoon] Wat zijn me uw tochten donker-schoon, als ge, uit het licht getreden, - bij dralig omzien teêr uw koon met keergen glans omgleden; en lengerhande een trage draad die, goud, éen wijl bleef gloren en haepren om uw wuif-gewaad, in donkerheid verloren; - wat zijn me uw tochten schoon, o kind, en voel 'k mijn oog verwijden, als ge, uit uw licht, me in 't duister vindt van aarzlen en van lijden; - tot waar me uw eigen lief gezicht als 't mijne gaat vervalen, en 'k in me voele uw teeder licht, en leed in u zie dalen... Vorige Volgende