Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 281] [p. 281] [Me in uwe vreê te mogen storten] Me in uwe vreê te mogen storten uit al de steilten van mijn trots; te blijder 't hart naar heftger horten, te vreugdger bons naar hardren bots; me uw teederheid te durven toonen in 't armlijk duister van mijn kleed; en in uw oog om 't eigen honen den spijt te lezen, dit verweet... o, Schaamler in den duistren schemel, het wrokken van een zonne-vorst!... - Daarboven licht de diepste hemel welke ooit een mensch zich droomen dorst. Vorige Volgende