Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 280] [p. 280] [De zonne staat me in 't aangezicht] De zonne staat me in 't aangezicht al heel den dag te laaiën; ik voel ze in 't wentelende licht van mijne blikken draaiën. Mijn oog herschrijft haar staatgen boog naar 't oosten, waar haar stralen beblaken 't west, en schiet ze omhoog waar, smokend rood, ze dalen. En sterft ze in 't oog, en laat ze alleen een draalgen naglans leven: nog zal ze, als in een edel-steen, op mijne lippen leven... De zon beblaakt me heel den tijd met onverwoestb'ren luister... - Hierbinnen weegt voor de eeuwigheid het duister. Vorige Volgende