Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] III Het huis aan de zee [pagina 253] [p. 253] Zegen der zee [pagina 255] [p. 255] [Tot uw eeuwige lijne gekomen] Tot uw eeuwige lijne gekomen; tot uw eeuwigen drift bereid; met ons diepst-bewogene droomen en den kalmen trots van ons spijt; en open voor alle troosten, en dankbaar voor elken smart: zoo staan we voor 't goud van uw oosten en voor 't grimmende wester-zwart. Zoo, onder het kleed onzer wanen, de borst van 't leven doorkraauwd; op ons lippen 't zout onzer tranen, maar in 't harte úw voedende zout, Zee van brooze golve-gebouwen en sterk van nálevenden wind; gestrekt als een schaamtlooze vrouwe, en naakt als een schuldloos kind; o Zee, die in aarzlenden morgen te wachte' en te wijlen ligt, in uw schoot de stormen geborgen, en uw wezen bleek in het licht: zie, we zijn tot uw leven gekomen, in den angst van onze eeuwigheid; met ons diepst-bewogene droomen en den kalmen trots van ons spijt... Vorige Volgende