Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 256] [p. 256] [In 't bolle zeil de zon die, rond en bleek, ten luchte] In 't bolle zeil de zon die, rond en bleek, ten luchte bij weifelenden dage een trage vaart begon, gaan - vleêr-onroerend meeuwen-heir in schuinen vluchte - de booten schuin naar ongezienen horizon. Naauw glijdt om 't ziltig zand een zilvren zonne-glore; van waar ten strande een talmend water wijlt en wijkt, welft in een wijde wijl van ongescheiden smooren de zee die, bleek als melk, ten bleekren hemel reikt. Zoo, roerelooze vlerke' in ongerepten morgen, de vloot die, smooren door, naar 't ongeweten streeft; - en, in mijn ziele ontwaakt, weêr de aarzelende zorgen naar 't onbekende doel dat duister is, en léeft... Vorige Volgende