Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 232] [p. 232] [Toen zei ze: ‘Meester’; en vergleed] Toen zei ze: ‘Meester’; en vergleed... Bij huiverend ontwaken voelde ik in mij het oude leed weêr nieuwe zuchten slaken. Een trage regen, als een lied van eindeloos mistroosten, dook in een al te dicht verschiet 't verdoezeld, lichtlooze oosten. En in het huis, waar moede en dof 't gebeuren píjnlijk gebeurde, was het mijn schrijnend dralen, 'of de vruchten beurscher geurden... -Wie zijt ge, die, in droomens-waan aan mijne spond gezeten, bij zulken dag zijt heen gegaan, en die me ‘Meester’ heette?... Vorige Volgende