Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 220] [p. 220] [o Zaad dat zegeviert, na de eeuwe', in deze knoppen] o Zaad dat zegeviert, na de eeuwe', in deze knoppen, als peerlen aan de kroon des goddelijken jaars, waar alle weelde kraakt, waar alle sappen kroppen, geweldig, des kastanjelaars; verborgen, gij, verteerd, en in den schoot ontbonden der donker-terende aard, maar die te bonken staat, alwêr van botten rijk, waar berstend samen ronden uw jongste krachten, eeuwig zaad; - o dat ik, schroom-geweerde uit dagelijksche feesten, van alle hope wars, van alle min gemeên, moog' sterven, om als gij voor de eeuwigheid te ontkeesten, en elke nieuwe jeugd in schoonheid toe te treên! Vorige Volgende