Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] [Betoovering! Alwaar ik ga] Betoovering! Alwaar ik ga, mijn beeld in duizend beelden weêrkaatst ter stralende ijzel-wâ in stralende ijzel-weelde; mijn beeld, verduizendvoud op 't glinstrend spergel-veld, in zeven-toon'ge verwe, alwáar ik staar, gesteld. Van voor de morgen 't rijp-krystal met braller licht berake; nog voor 'k van 's dages zorgen zal de bitterheden smaken: o schoonheid en o vreugd, in dezen toover-kreis vermenigvoud te staan in praal van zon en ijs! o Wonne! - En breekt een breedre dag 't Gestraal der zeven verwen, - mijn glore, die niet schittren mag dan om in ijlt te sterven, - hoe zoude ik klagen dat mijn weze' in water vliê, ik die me oneindlijk thans en wijd verheerlijkt zie? o IJzel-welige ijzel-wâ ter rijz'ge spergel-branken; o flonkring, waar 'k te flonkren sta: in eeuwigheden, danke! - Want wien in eêlder beeld Natuur weêrspiegeld heeft, laat hem de dood genake', o broos bestaan: hij léeft. Vorige Volgende