Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 218] [p. 218] [Nu 'k dézen vrede ken, heb ik mijn dag gedeeld] Nu 'k dézen vrede ken, heb ik mijn dag gedeeld binnen de vrijheid van Uw liefde-volle banden, en 'k spreke, nu het avond-uur de vrucht der landen, de vrucht des monds vereêlt; en 'k danke U om 't geduld van mijne weigre hand, Gij die ten wegel stiert des Plichts, en Wiens genade me zwaar de vroede penne maakt, en licht de spade ter celle en op mijn land; heb dank in eeuwigheid om mate en om getal die slaan door 't werkend lijf en de aarzelende tonge; om de aêm, bij zang en arrebeid, der dubble longen; om vreugde, om zorgen, om al; en danke, God, om deze rust, en dat mijn geest als mijne leên Uw vrede in 't avond-uur mag smaken, en slapen mag, om blij gelijk het zaad te ontwaken, dat monkelt als het keest. Vorige Volgende