Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 185]

VI

 
De stille strengeling der vuisten,
 
en 't sterke staan van knie aan knie,
 
en de armen die elkander kruisten:
 
o schoone jeugd die 'k worstlen zie,
 
de Juni-morgen vei begonnen
 
in 't zijdig vloeiën van een zilverende zonne...
 
 
 
De dag beweegt van gulden draên,
 
waar de eerste strale' in draalgen wemel
 
van haeprend lichten, stille op staan:
 
doorschijnge sluiër om den hemel,
 
en groen-doorzoende wade om de aard
 
waar 't zeven, vonke aan vonk, van peerlen daauw op klaart.
 
 
 
- Zij staan, en worstelen. De weië
 
is van hun naakte lijven blank;
 
van lagen nevel paars hun dijën;
 
van goud, bij tragen hemel-gank,
 
hun schouder-vlak, naar 't welvend drijven
 
der zilverende zonne om hunne naakte lijven.
 
 
 
Zij staan. Hunne ooge staart in 't oog,
 
aanminnig, van wie zelfde geerte
 
des blijden kamps het voorhoofd boog
 
en 't strenglen van de vuisten leerde.
 
Zij staan, en worstelen. Zij staan
 
als wie van plotse liefde elkaêr omhelzen gaan...
 
 
 
- En roereloos als blanke beelden
 
omvloeid van zilvren zonne-zij:
 
zie om hen heen de rilde weelde
 
gesteld, der bleeke maagden-rei;
 
aldaar ze, van hun bloozge konen
 
die aarzelen, den moed der schoone kampers loonen.
 
 
[p. 186]
 
- - o Vrede, wien geschonken is
 
en zoelend vloeit door kille leden,
 
gelijk een lange lafenis,
 
uw zoete en breede en stille vrede,
 
o Juni, en zijne armoê weet,
 
maar in úw beelden-weelde 'et naakte peinzen kleedt.

Vorige Volgende