Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,34 MB)

Scans (10,04 MB)

ebook (4,06 MB)






Editeur
Anne Marie Musschoot



Genre
poëzie

Subgenre
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie

(2007)–Karel van de Woestijne

Vorige Volgende
[p. 183]

IV

 
Naakt in de poort der groote boomen,
 
die duister op het paarse woud
 
haar pijlers en 't gewelf der wuiv'ge kruinen houdt,
 
April, hoe zijt ge naakt gelijk een maagd gekomen,
 
gelijk een maegre maagd die, ijvrend van begeert',
 
van voor hare oogen 't rag der loome haren weert?
 
 
 
Zij staat in 't zwarte huis der poorte,
 
vóor 't duister-levend woud-geweef
 
waaruit ze een donz'ge lent de zonne tegen dreef;
 
zij huivert in haar hoofd van nijvre drift-geboorte
 
en spant; en, keert heur oog waar vroom heur droomen sliep:
 
heur oore is reikend waar een hunkre stem ze riep.
 
 
 
En 'k zie heur rechte, ranke dijën
 
door-reden van een huivering,
 
en om heur flanken, die een zaal'ge smert beving,
 
de heil'ge deining van ontvangens-ijver glijên;
 
- tot waar z' heur harde leên alover de aarde legt,
 
geboden, en heur borst ten zuren hemel recht...
 
 
 
- April, April, o lichte woede!
 
Er brandt, als bramen brandend zijn
 
van tergend knage' en machteloos-bemind geschrijn;
 
o pijnlijke roes, o blijde geesel-roede:
 
er brandt me, April, die door mijn leden gilt en schreit,
 
een toomelooze drift van bronst'ge maagdlijkheid.

Vorige Volgende