Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] [Gij kúnt niet wijken; en ik zie uw lippen prijken] Gij kúnt niet wijken; en ik zie uw lippen prijken glans-vochtig als een vrucht in prillen morgen-tijd... Gaat thans niet, schóone, onze aarzel-vrome schuchterheid 't lach-teedre doen van vreemde kinderen gelijken? - o Ween niet meer: we zullen sámen treurig zijn tot ons een nieuwe vreugde in stilte moog' genaken. En hoop. Misschien wordt ons een liefde-nieuw festijn 't herdenken dat we traan aan traan gezámen zullen smaken. Vorige Volgende