Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] [Wees niet de schroom'ge, die, in loomer avond-komen] Wees niet de schroom'ge, die, in loomer avond-komen, herdenken zwijgen doet; ben ík de pleger niet, die met zijn eigen droomen zijn eigen treurnis voedt? - Treed nader, zie mij aan, en hoe mijn oog, gelaten, géen liefde vraagt, o kind; - ik heb de zeilen van 't verlangen neêr-gelaten bij liggende' avond-wind... En weder teeder in uw deinend over-peinzen van ons geschéiden wee, zal ons veréende droom misschien ten einder deinzen der zélfde vrede-zee. Want, kwam nog, wijlend in uw kommrend oog gegleden de schaduw van mijn vróeger lied, - draag ík dan, rústig, 't lévend leed van ons verleden niet, niet?... - - Wees niet de schroom'ge... Vorige Volgende