Een sprookje.
't Gebeurde, 't is niet wel hondert jaaren geleeden, dat jonkheer
Mutato nomine
, D.T. meer liefhebber dan behendig hengelaar, zich een zwaren visch-hoek diep in de kuit sloeg. De Natuur halt de goedaartigheid en haak en weêrhaak te incrusteeren met eene zoort van eelt. Doch, in spijt van deeze voorzorg, liet hij niet na te hinken, en pijnelijk te hinken. Maar met al die bezwaarlijkheid scharrelde hij 'er meê voort, en kon nog al reedelijk weg afleggen. Eens bal-