De Lantaarn voor 1800
(1800)–Pieter van Woensel– Auteursrechtvrij
[pagina 153]
| |
Ik heb hooren verhaalen van iemand, die als hem de tabaksdoos bij 't lijf neêrviel, een tang gebruikte, om ze op te beuren. Die van Lucca mogten misschien 'er wel eene dommekragt toe beezigen. Door een bijzonder toeval, heeft het mij mogen gebeuren, uit de Registers van dat Collegie, te doen ligten een echt verhaal van het gebeurde op dien dag en nacht, het geen ik mij haast den Luccaners met allen eerbied, en aan het publiek, sans façon, optedraagen: ten einde de eersten daaruit mogen leeren de dingen toch niet te overhaasten - het tweede te lagchen in tegenspoed, en (indien dit zo zijn welbehaagen is) stil te leggen, terwijl het gevild wordt. | |
Extract uit de Registers van den Senaat van Lucca.1 April, 1785.
President, Signor Houtteman !
De Secretaris doet het gewoon gebed: Heere! Heere! bewaar ons voor nutteloos redentwisten, voor beuzelen, voor dagdieven. AMEN! De President laat de Notulen resumeeren. | |
[pagina 154]
| |
Signor Queetbeeterik zegt in deeze resumtie verscheiden notable fouten te hebben ontdekt, die hij niet gedenkt te releveeren, daar de Vergadering zich gaat onleedig houden, met zaaken van de hoogste aangeleegenheid; recommandeerende aan den Commies Notularis voor 't toekomende meer oplettendheid. Wordt geleezen het Request van Spadassino , Sergeant in dienst van deeze Republiek: inhoudende een verzoek, tendeerende om na een twaalsjaarigen dienst daar uit te worden ontslaagen, behoudens zijn half pensioen, en de vrijheid te mogen hebben, om eene épaulette te mogen draagen, ter keuze van deeze Hooge Vergadering, 't zij op den rechter, 't zij op den linker schouder, of waar deeze Hooge Vergadering zulks, in haare wijsheid, zal goedvinden te statueeren.
Signor Babbelarini , te gelijk. Signor Harigo , te gelijk. Signor Eccoeccola , te gelijk. President! ik verzoek het woord. Signor Babbelarini . President! ik heb 't eerste gevraagd. Verscheiden Leden. Appui! appui! De President instituëert appél nominal, waar uit met eene meerderheid van vier stemmen | |
[pagina 155]
| |
blijkt, dat Signor Babbelarini het eerste spreeken zal. Signor Babbelarini . President! Ik meen opgemerkt te hebben, dat de Requestrant zich beroept op een dienst van twaalf jaaren, nu meen ik zeer wel te weeten, dat des Requestrants dienst zich verder uitstrekt, en wel tot een tijd van twaalf jaaren en vijf dagen. Signor Teuterario zegt, dat die geene, welke laatst gesproken heeft in erreur is; daar hij niet gedagt heeft op de schrikkeljaaren. Signor Magino . Ik wenschte, bij occasie, te mogen weeten, in welk school Signor Babbelarini zijn sterrekundig onderwijs genooten heeft. Signor Zero vraagt te mogen weeten, of dit de Sergeant Perdro Spadassino , dan wel de Sergeant Gregorio Spadassino is. De Secretaris zoekt na 't Request, en zegt dat des Requestrants naam is Pedro Spadassino . Signor Aquamuco di Muco vraagt, of Pedro Spadassino dezelve is, die getrouwd is met Angelica Schuifof ? De Secretaris zegt, zulks te ignoreeren. De President staat op, en zegt met luider stemme: Signori Senatori! Het Request, 't welk thans uitmaakt een poinct van deliberatie voor deeze Hooge Vergadering, schijnt | |
[pagina 156]
| |
in den eersten opslag drieleedig. Merkt wel op, Signori! 't woord schijnt: want hij, dien de Hemel met een weinig gezond oordeel (meesmuilende van vergenoegen) gezeegend heeft, zal terstond inzien, dat des Requestrants verzoek vierledig is. Ik herzeg vierledig; de Requestrant verzoekt: 1mo. Om ontslag uit den dienst. Maar! maar! Signori! nu ik het u gezegd hebt, zult gijlieden begrijpen, dat in het Request nog één poinct ligt opgeslooten, namelijk de stoffagie van de épaulette, en dat dus des Requestrants verzoek vierledig is. Signor Spreeuwini . Il Signor Preside heeft zich daar sterk vergallopeert. Ik beweer', dat het Request van Pedro Spadassino niet meer dan drieleedig is; en wel om deeze notable reeden, om dat épaulette en de stoffagie van épaulette niets met elkander gemeens hebben; daar men épaulettes kan maaken, die van geene stoffagie zijn. De President en veele Leden roepen te gelijk: Dat is onmogelijk! Geene taxatoire uitdrukkingen! | |
[pagina 157]
| |
Signor Spreeuwini . Gij zult mij wel willen excuseeren. - Zo men verkiest den Requestrant épaulettes te geeven, die van geene stoffagie zijn, zo..... Signor Aquamuco di Muco . Ik verzoek, te mogen weeten, waar dat goed, geene stoffagie, gefabriceerd wordt. Signor Spreeuwini . Zo men verkiest den Requestrant épaulettes te accordeeren, die van geene stoffagie zijn, dan zo heeft men alleen nodig, ze hem op den schouder te laaten teekenen met krijt. De Vergadering snuit zich den neus en neemt een snuifje. De President spreekt: De menschelijke vermogens, Signori! hebben hunne eindpaalen. Ook het allerdoorluchtigste verstand ziet eene zaak maar van eene zijde tevens. Daar nu des Requestrants verzoek notoir dan drie zijden heeft, stel ik voor dit verzoek te maaken Commissoriaal, en ten dien einde te benoemen, midden uit deeze Vergadering, drie Commissiën, ieder benoemd, om serieuslijk ieder een afzonderlijk poinct te overweegen, en bij aldien mogelijk de Vergaderinge, geduurende de tegenswoordige zittinge, te dienen van consideratiën en advijs. Signor Albedilli . Daar opponeer ik mij tegen! ik houde het beneeden de waardigheid | |
[pagina 158]
| |
van dit Hooge Collegie, bij iemand te loooen, om advijs. Signor Modestini . Signor! gij gelieve in consideratie, en niet in advijs, te neemen, dat deeze gedelegueerde Commissie Leeden zelve van dit Hooge Collegie zijn. Signor Albedilli . 't Is waar: maar 't is voor mij niet langer te dulden, dat men dingen, die zo hemels breed uit elkander liggen, als consideratiën en advijs, verwarre. 'Er ontstondt een heftig gedruis in de Vergadering; de Leden zijn verdeeld. De President institueert Appél Nominal, en concludeert conform, ‘dat de de Vergadering gediend worde van consideratiën.’ De benoemde Commissiën gaan de zaal uit. De President converteert de Vergadering in een Committé Generaal, en communiceert aan dezelve, in een confidentiëele conversatie, hoe bij hem is ingekomen een brief van zekeren Antonio Saccharini , inhoudende een verzoek om gebeneficieerd te mogen worden, met de leverantie aan deeze Vergadering van Kokkinje, inzendende een monster uit zijn fabriek. De President produceert het monster. De Leden van de Vergadering plaatzen zich plechtig, één voor één, voor 't altaar van 't Vaderland; en de President steekt hun ieder een babbeiaar in den mond. | |
[pagina 159]
| |
Signor Talmerini . Ik verzoek door eene tweede proefneeminge mij te verzekeren van de deugdelijkheid van de waar. Veele Leden roepen: appui! De President roept nogmaals alle de Leden voor het altaar des Vaderlands, en steekt hun met eigen hand ieder een babbelaar in den mond. Hun nu deeze materie hebbende laaten bekooken, spreekt hij de navolgende woorden: ‘Leden van dit Hooge Collegie, ik vertrouw, dat gij nu met mij zult instemmen, dat A. Saccharini zich verstaat op zijn handwerk; daar nu de conditiën van leverantie zijn allervoordeeligst, zo proponeer ik aan deeze Hooge Vergadering hem daarmede te begunstigen, en conform van dien conclu....’ De Presidiaale hamer was nog geen duim meer van de tafel, als juist een der Leden Signor Francifilo riep: President! President! wat gaat gij beginnen? weet gij dan niet, dat Saccharini een Jansenist is? Ja! een Jansenist! De babbelaars zijn lekker en goedkoop: maar al waren ze nog tweemaal zo lekker, tweemaal zo goedkoop, hij is een Jansenist. Waar toch moet het heen, President! (die vast bleek wordt en ontstelt) zo deeze Vergadering niet waakt, dat in geene vette, smeerige of zoete ampten, beneficiën of leverantiën lieden geplaatst worden, | |
[pagina 160]
| |
dan die toegedaan zijn aan de H.R. Kerke', en aan deeze Constitutie, die ik voor zo vast houde als een muts met een keeleband? Ik voor mij zoude van opinie zijn, dat men aan voornoemden Saccharini , ten straffe dat hij de religie van dit Hooge Collegie heeft zoeken te surpreneeren, het trommeltje leedig, zonder eenige schâvergoeding, te rug zende; en dat men de resteerende babbelaars onder de kinderen uitdeele. De meerderheid van de Vergadering roept: Bravo! Bravo! appui! appui! De President vraagt: (met eene beevende stemme) of men het ledige trommeltje open dan toe zal terug zenden? Veele Leden, ad libitum. | |
Heet.Art. I. Het oogmerk der maatschappelyke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en Goederen , en beschaaving van verstand en zeden. | |
Koud.Art. XXIV. Alle eigenlyke gezegde Heerlyke Regten en Tituls, waardoor aan een byzonder Persoon of lichaam zou worden toegekend eenig gezag omtrent het Bestuur van zaken in eenig Stad, Dorp of Plaats, of de aansteliing van deze of gene Ambtenaaren binnen dezelve, worden, voor zo verre die met de daad niet reeds zyn afgeschaft, by de aanneming der Staatsregeling, Zonder eenige schaêvergoedino, voor altyd vernietigd. |
|