De Lantaarn voor 1800
(1800)–Pieter van Woensel– Auteursrechtvrij
[pagina 161]
| |
Een Splinter-Nieuw Idee.In aristocratische republieken blijven H. Ed: Groot Achtbaaren op eenen zekeren afstand van de gemeente. Een Burgemeester van Amsterdam vondt, voor 1748, (en toen dogt 't niet) 'er geen been in, den deftigsten burger van die stad een half uur op de vloermat te laaten staan. In zulken toestand, zoude ik het wel uit mijn lijf gelaaten hebben, van 't denkbeeld waarvan ik zwanger gaa, te verlossen: maar in volks regeeringen is 't al Frere et Compagnon (deugt 't nu?) en de broederschap verbiedt iets kwalijk te neemen. De menschen tot deugd en braave daaden aan te zetten door belooningen, hun naijver optewakkeren, voor al tot militaire dapperheid, door eereteekenen, is een zeer oude uitvinding; zo oud als 't is, dat papa zijn kind een stuk koek geeft, als het zijne les wel heeft opgezegt. Maar waarom moet papa ook niet wat hebben? Burgers Representanten des Bataafschen Volks! met allen eerbied, ik beschouw u als de vaderen des Vaderlands, en vraag u, waarom moet papa ook niet wat hebben? Verdient een burgers, die zich uitsteekend verdienstelijk gemaakt heeft, bij het land, eene belooning, een eereteeken, en waarom verdient ook niet een lid van 't Wetgeevend Ligchaam eene even goede behandeling? Alzo wilde ik jaarlijks eene Commissie benoemd hebben, die het gedrag der Wetgeevende Ligchaamen met onpartijdigheid hebbende onderzogt, dat Lid, 't welk zich in dat jaar het prijsselijkste gedraagen hadt, met eenig eereteeken decoreerde, om 't zelve dat jaar, tot dat hij vervangen werdt, of zo men 't goedvond, leevens lang te draagen. | |
[pagina 162]
| |
Nu treeden de drie voornoemde Commissiën ter zaale in. Deeze gezeeten zijnde, vraagt de President, of de Vergadering goed vinde, dat de Rapporteurs spreeken in orde van de poincten van het Request. Veele Leden, (te gelijk) ja! ja! Signor Academico . De zo gewigtige als vereerende Commissie, aan wiens hoofd het deeze Hooge Vergaadering behaagt heeft mij, nog onervaaren in de behandeling van zaaken, te plaatzen, heeft het poinct in questie met alle mogelijke nauwkeurigheid onderzogt, immers zo veel de kortheid des tijds toegelaaten heeft. Het resultaat van haare penible deliberatien is, dat men den Requestrant Pedro Spadassino , uit hoofde van zijne getrouwe diensten, de verzogte demissie zou kunnen geeven, met de clausule van geduurende den tijd van zes jaaren verantwoordelijk te blijven, van zijne Administratie der Compagnies-penningen. Signor Albedilli . President! ik verzoek 't woord. Ik hoor den Rapporteur mentie maaken van 't woord dienst. 't Is reeds voorlang Signor President! dat ik zwanger ging met eene motie, tendeerende om, eindelijk eens, paal en perk te stellen aan de ondragelijk insolentie van 't krijgsvolk, liever dan hen te stijven in hunne verwaandheid, liever | |
[pagina 163]
| |
dan hun hoogmoed te koesteren, door uitdrukkingen, welke daartoe regelrecht dienen. Dienst herzeg ik. Heeft Pedro Spadassino Lucca gedient; of, het geen wel deeglijk mijne opnie is, heeft Lucca Pedro Spadassino gediend, hem 's weekelijks tachtig stuiversGa naar voetnoot(*) laatende uitbetaalen? Signor Officiale . Ik voor mij kan niet begrijpen, waarom het laatst gesproken hebbend lid zich zo spijtig kan maaken, over 't woord dienen. 't Is nog geen 14 dagen, dat niemand in deeze Vergadering zich vergramd heeft over dezelve uitdrukkinge, te vinden, in zeker Request van Signor Vino di Vino , Schrijver op 't wijn-kantoor, verzoekende om vermeerdering van soldij, uit hoofde van zijne zwaare diensten. En toen hadt niemand van de leden op 't woord dienst iets te zeggen. Mij dunkt Signori! dar 'er nog al eenig onderscheid is, met de bajonet tegen het vuur in te loopen, of met de pen te loopen tegen den inktkoker; dat men voor één knap militair wel tien scribenten kan vinden - dat hij die in een ogenblik van gevaar, al was 't ook maar één ogenblik, zijn leeven waagt, om den | |
[pagina 164]
| |
staat te redden, dien staat meer dienst doet, dan hij die tien jaaren papier zit te bekrabben. De manier van denken en spreeken van Signor Albedilli , of zo gij wilt, spreeken en niet denken, is niet nieuw in deeze en in verscheiden andere Vergaderingen. Wanneer men de Hoofden van een Staat aldus hoort praaten van het Krijgsweezen, moet men meenen, of dat die Staat een eiland is, midden in den Vreedzaamen Oceaan, zonder Buuren en Bondgenooten, (want weet Heeren! dat de Bondgenooten aan een Staat dikwerf meer werks verschaffen, dan de vijanden zelve) of dat die Hoofden 't zijn zonder herssens. Signor Sansfaçon . Signori! Misschien zult gijlieden raadzaam vinden deeze discussiën, geduurende de tegenswoordige zitting, te termineeren, wanneer ik ulieden zal gecommuniceerd hebben mijne intentie, om eerstdaags aan de order van den dag te brengen, ter deeze materie, eene motie tendeerende, om aan de Militairen eene maal voor allen te accordeeren twee vingers, bestaande in den middensten vinger en pink, met scherpe injunctie aan het Committé van Surveillance, om te zorgen, dat zij zich niet meester maaken van de 'heele hand. | |
[pagina 165]
| |
Signor Moderato . Ik appuijeer ten ernstigste het gezegde van Signor Sansfaçon . Zo men vroeger bedacht geweest was, om ieder, in ieder vak van bewind, de paalen van gezag en plichten tot gehoorzaamheid aftebaakenen, zo zou mijn Broeders vrouw nog leeven. Verscheide Leden. Wat is 'er gebeurd? Signor Moderato . Mijn Broeder is, gelijk gijlieden weet, Hoofd-Osficier van Lucca. Nu om dat hij zekeren Vaendrig, die twee Burgers met stokslagen in hun huis mishandelt heeft, niet wilde ontslaan uit zijn arrest, komt de Commandant Bulderini bij hem instuiven, en 'er zo een goddeloos misbaar maaken, dat mijne schoonzuster van schrik een miskraam krijgt, die haar het leeven kost. Maar dit al wederom vergeeten! wat zal 'er van worden, zo ieder in zijn vak van administratie zich gaat bemoeijen, met dat van zijn buurman? zo de Collonel Die een detachement Soldaaten mag straffeloos zenden bij den Minister van Finantiën, 't geld met geweld uit de kas haalen? zo de Minister van Justitie zich wil bemoeijen met 't militaire commando? De linie van demarcatie, welke het gezag van Justititie, Finantie en 't Militaire uit elkander houdt, is voor de twee eersten voldoende, schoon ook gemaakt van papier; | |
[pagina 166]
| |
maar voor 't laatste mogt die wel van ijzer, of nog sterker metaal zijn. Het Krijgsvolk, of zijne Hoofden, houdt of houden veel van commando, maar niet 'er aan onderworpen te zijn. Deeze bonte-heeren dulden ongaarne van iemand tegenspraak. Hunne alles voor zich heen dringende voortvarendheid en kragt werkt niet in de manier van een Zoetvijl, het gereedschap der politieken - niet als een Dommekragt, het oude eigendom der geestelijken - maar als een Ankersmits hamcr, die met een suffisanten slag alle wetten en ordonnantiën vergruist, of, bij wijze van een Breek-ijzer, door alle hinderpaalen heen werkt. In één woord; zij zijn des te gevaarlijker, om dat zij de werktuigen, dienstbaar aan hunne opstuivendheid, (om niets ergers te zeggen) in handen hebbenGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 167]
| |
De President proponeert zich eenvoudig te bedienen van het woord dimissie en concludeert conform. Signor Sobrio . Het verzoek van deeze Vergadering, om, geduurende de tegenswoordige zittinge, gediend te worden van consideratien en advijs.... Veele leden . He! he! 'k Wil zeggen, van consideratiën en geen advijs, heeft ons buiten de mogelijkheid gesteld, om den tegenwoordigen staat der finantiën nategaan met de vereischte nauwkeurigheid. Echter in aanmerking genomen zijnde, | |
[pagina 168]
| |
de modiciteit van de summe, zijnde niet meer dan 48 scudi's, zou uwe Commissie van advijs, 'k meen van consideratie zijn, den Requestrant deszelfs verzoek van half pensioen te accordeeren. Signor di Harrewarri . Daar verzet ik mij tegen. De Constitutie die wij bezwooren hebben, geeft ons de vrijheid om te accordeeren Heele en niet Halve Pensioenen. Zo deeze Vergadering ieder ogenblik verkiest aftegaan van de Constitutie, zal zij weldra zo los raaken, als een mutz zonder keeleband. Veele leden: appui! appui! De President concludeert declinatoir op het tweede poinct. Signor Eccoeccola . Uwe Commissie zou des Requestrants verzoek, op 't stuk der épaulette ligtelijk toestaan; ware het niet, dat in geheel Lucca geene épauletten gefabriceerd worden. Hierom zou dezelve voegzaamer oordeelen den Requestrant eene maal voor allen, uit 's Lands kasse toetestaan voor twee duiten krijt, ten einde zich zelven eene épaulette van geene stoffagie te maaken. De President. Signori Senatori! Nu dunkt mij, 't is indedaad mooi laat, zou men deeze belangrijke zitting mogen termineeren; ten zij iemand van de leden nog iets te proponeeren hadt. | |
[pagina 169]
| |
Signor Contadini . Een ogenblik! Niemand is 'er in deezen Senaat, die niet opgemerkt heeft mijne bestendige stilzwijgendheid. En indedaad Signori! door de vrije keuze der Luccaners geroepen van mijn Kool en Aardappelen, waarvan ik verstand hebbe..... Signor Spreeuwini . Excusez! Zijt niet zo nedrig! De kennis van Kool is niet onverschillig: want schoon men 'er hier zelden van spreekt, laat men niet na ze dikwijls te verkoopen. Signor Contadini . Door de keuze der Luccaners geroepen van mijn Kool en Aardappelen, waarvan ik verstand hebbe tot het regeeren van 't land, waarvan ik geen verstand hebbe, ofte 't mogt dan zijn, om 't te beploegen, dagt ik die keuze de meeste eer aan te doen, met het minste te spreeken. Dan daar ik door de ondervinding leere, dat men eene gekheid kan doen, zonder belachlijk te worden, wil ik mij niet onderscheiden van eenigen mijner amptgenooten. Dan uwe zedigheid zich niet belge Signori! zo ik vooräf de verdiende hulde doe aan uwe deugden. Waar vindt men in geheel Italiën, en zelfs aan de andere zijde der Alpen een Senaat, even talrijk en even rijk in braafheid en welwillendheid? Ik bidde, ik smeeke, ik bezweere u het geen ik gaa zeggen, en | |
[pagina 170]
| |
geen u zal mishaagen (dat mij mishaagt) niet te wijten aan bedilzucht, maar aan liefde voor den Staat. Mijne Moeder (hoe zou die Vrouw opzien, zo zij nog leefde en haaren Klaas hier zag zitten!) Mijne Moeder hadt een Porcelein-kas ter ordinaire groote, van vier planken. 'k Had wel lust u den inventaris 'er van, die ik hier in mijn zak heb, voorteleezen; was 't niet, dat: ‘de vochtige nacht, die vast in groote snelheid van den hemel afdaalt.’ - was 't niet, dat: ‘het verdwijnende gesternte.’ - was 't niet, dat de gerekte aangezichten, en het gegeeuw van eenige Signori, in deeze aanzienlijke Vergaderinge, mij herinnerden, dat 't tijd en meer dan tijd is, dat ieder, gedachtig aan zijne huisgoden en huisgodinnen, schoon ook slaperig, wederkeere tot zijne smachtende egâ. Maar ter zaake; en laat het ulieden genoeg zijn, dat in boven aangehaalde Porcelein kas gehuisvest waren 96 stukken. De Vrouw was kraakzindelijk. Eens ('t was op een tijd, dat men 't overal druk hadt met uithaalen) kwam 't haar in 't hoofd, op ééns, 24 Schoonmaaksters aanteneemen, alléén om die Porcelein-kas opteredderen; en ziet! de helft van 't porcelein raakte aan stukken. - Gij lacht, Signori! en gij vreest niet u zelven te belachen! | |
[pagina 171]
| |
Verbeeld u eens dat Lucca de Porceleinkas, en wij de Schoonmaaksters zijn! meent gijlieden niet, dat 't veel gelds aan den Staat, en niet minder omslags aan de zaaken bespaard zou zijn, indien drie vierden van ons na huis gingen, en aan dat werk, waartoe zijne opvoeding hem bestemd hadt? Meent gijlieden niet, dat zulks profijtelijker weezen zou, dan te blijven arbeiden aan het fabriceeren van scheurpapier voor de nakomelingschap? Ei! wat spreek' ik van nakomelingschap! Ondervindt gijlieden niet de verneedering, reeds bij uwen leevendigen lijve, uwe Staats-papieren een prooi te zien der Kommenij-winkels? Eilieve, Signori! zendt een van uwe kinderen om een pond kaas; en 't is tien tegen een, dat gij die kaas zult krijgen, gewikkeld in eene van uwe resolutiën. Nauwlijks hadt Signor Contadini uitgesprooken, als de Signori Albedilli , di Harrewarri, Officiale, Bulderini , begonnen om 't hardste te schreeuwen onder elkander en te tieren: Tutti, Rinforcando, Prestissimo. A. President! ik verzoek, dat men nog... H. De propositie van Contadini. O. De wacht! de wacht; laat de wacht . B. Contadini is een verdomde schurk! zittende | |
[pagina 172]
| |
deeze Vergadering de credentiaalen, loopt regelrecht tegens het Reglement, komen President! en laat contadini een Intriguant! van Contadini laat nazien van deezen Senaat Onmiddelijk arresteeren . Tien tegens één, dat hij een Jansenist is. Middelerwijl zat il povero Contadini zich de ooren te krabben, roepende met eene beevende stemme: ‘Vader! wat heb ik begonnen!’ |
|