De Lantaarn voor 1796
(1796)–Pieter van Woensel– AuteursrechtvrijAmurats Politieke Spreuken.Zodanig is de natuur des menschdoms, dat 't eene regeeringe behoeve; maar die behoefte niet voelen wil. Van hier zijn eeuwigduurende, nu heimelijke, nu openbaare, opstand tegen zijne Regenten, zijne greetigheid in 't insluipen en gelooven der vuilste lasteringen tegen dezelven, zijne verbittering tegens hen, die door meer talenten, door meer zorgen en applicatie zich boven hunne amptgenooten verheffen, zijne eeuwigdnurende zucht, zelfs ook onder de gelukkigste gouvernementen, na eenen nieuwen staat van zaaken. - Gelijk een paard, 't geen 6 maanden tusschen de lantier-bomen gestaan heest, voor 't eerst in de weide gebragt, (zijner vrijheid ongewoon, ze niet weetende te gebruiken,) revolutionair handelt, en alles rondsom zich kort en klein slaat, zo handelt de mensch in den overgang tot een nieuw bewind. - Toen Willem I. ons de constitutie gaf, waaraan wij noch laboreeren, behandelde hij de Republiek, als de arts een patient, dien hij niet gaerne verliezen wil. - De voorstanders der oude federative constitutie, zij die willen, b.v., dat Zeeland, Utrecht enz. aparte souverainiteiten zijn, moeten | |
[pagina 182]
| |
Heet en koud. | |
[pagina 183]
| |
Uit éénen mond. (Vervolg van pag. 181.)
om zich zelven gelijk te blijven, mis billijken, dat Holland door geene 10 souverainiteiten beheerscht wordt. - Er is meer vrijheid onder een Koning, gebonden aan grondwetten, dan onder eene Assemblée Nationale, enkel naar willekeuren handelende. - De Antagonisten eener N. Conventie zijn min voorstanders van 't algemeenebest, dan van hun partikulier gezag. - Wat zuiver provinciaal en niet is, zal spoedig eene rijke bron van twist zijn. - De vrijheid bij de N. Conv. om troupen te laaten inrukken in de Provincien, buiten toestemming der Prov. Repres. is de deur van hun graf &c. |
|