zijn: aangezien dat nu is, wordt in de toekomende dagen al vergeeten. - Want de levendige weeten dat zij sterven zullen: maar de doden weeten niet met allen: zij hebben ook geen loon meer, maar haar gedachtenis is vergeeten. - Wat den kinderen der menschen wedervaart, dat wedervaart ook de beesten, en eenerlei wedervaart hen beide. Zij gaan alle na eene plaatze; zij zijn alle uit den stof, en keeren alle weder tot den stof. - Voorwaar, de onderdrukking zou wel een wijzen dul maken. - Dies ik gezien hebbe, dat 'er niets beter is, dan dat de mensch hem verblijde. - Geniet des leevens met de vrouwe die gij lief hebt. - 't Profijt des aardrijks is voor alle. - De slaap des arbeiders is zoet: maar de zatheid des rijken laat hem niet slaapen. - Houdt u zelven niet al te wijs - van veele boeken te maaken is geen einde, en veel leezens is vermoeijing des vleesches. - 't Einde van de zake is Vreest god en houdt zijne geboden.