Aanteekeningen, gehouden op eene reize door Turkeyen, Natoliën, de Krim en Rusland in de jaren 1784-89
(1789-1793)–Pieter van Woensel– Auteursrechtvrij
[pagina 373]
| |
Horoskoop van Turkijen.Heeft nu in Vrankrijk de Nationaale Vergadering haare erkentenisse voorde leer van de onvervreemdbaarheid des rechts van het volk op 't oppergezag, den Geneefschen wijsgeer betoond, door hem een stand-beeld enz. toetedenken, (waardoor deeze Vergadering, zeker! haare tijdreekenkundige kennisse der menschelijke opiniën bijzonder heeft aan dendag gelegd: daar deeze zelve leer denkelijk wel 150 jaaren reeds gepreedikt werdt, voordat de schrijver van 't Contract Social noch in de broek gestoken was,) op wat belooning moet ik dan niet hoopen van de rechtvaardigheid des Divans, zodra het bovengemeld middel tot behoud van den Turkschen staat, waarvan mij de uitvinding en openbaaring geheel alleen toekomt, tot haare ooren gekomen zal zijn! Waren de beelden niet verboden door den godsdienst der Muzulmannen, mogt ik wel op 10 stand-beelden, zo te paard als te voet staat maaken. Hoe | |
[pagina 374]
| |
grootsch zou ik 'er niet op zijn, mij in zo goed gezelschap te bevinden! Indien 't evenwel een bijzienden mensch vrij stondt te gluuren door de reeten van 't gordijn, 'tgeen tusschen 't tegenwoordige hangt en 't toekomende, zoude ik durven raaden, dat de Porte nimmer zal luisteren naar mijn voorstel; en in dat geval zou ik haar den nabijzijnden ondergang van 't Ottomansche rijk durven voorspellen; en dat niet uit de gedaanten der gesternten, maar uit de ervaaring der historiën van voorgaande en tegenwoordige tijden, die ons toeroept, dat eene groote Mogendheid, die haare militaire magt verwaarloost, en door geene alliantiën genoegzaam beschut wordt, onmogelijk staande kan blijven, zo meenigmaal zij tot nabuur heeft eene andere groote Mogendheid, die bestendig aanzienelijke, wel geöefende, geharde, dappere legers op de been houdt. Het Turksche rijk kan op tweederlei ma- | |
[pagina 375]
| |
nieren verlooren gaan; 't kan of aan eene beroerte plotzeling sterven, of aan eene sleepende ziekte uitteeren. Zijn lot hangt af van 't gedrag zijner vijanden. Zo de Russen wijs zijn, zullen zij 't eerste de voorkeuze geeven, en wel op deeze manier. In de Krim kan altoos een garnizoen van 10 tot 15,000 man gehouden worden, wier daarzijn niemand ontrust. Zonder zich in 't zweet te werken, kunnen zij in twee jaaren een esquader van 10 schepen van linie en even zo veel zwaare fregatten hebben. De vrije vaart door 't kanaal van Constantinopolen geeft hun de geleegenheid zo veele zwaare koopvaardijschepen, in Engeland, Holland, Zweeden enz. opgekogt, als zij oirbaar vinden, langs dien weg in de Krim te doen komen. Ter zelver tijd dat deeze hun ten transporten dienen, kunnen zij ze noch ieder beleggen met een twintigtal ligt te behandelen en echter zwaa- | |
[pagina 376]
| |
re caronnades. Dertig deezer transportschepen voldoen om voor zo een kort rekje 10,000 man over te voeren. Zodra zij nu dergelijke armade van 50 zo groote als kleine schepen, de manschappen den nodige proviand bij een hebben, wachten zij of 't oogenblik af, dat de Capudan-Pacha met de weinige schepen, welke de Sultan in ordinaire tijden in dienst heeft, om in den zomer van de Grieksche bewoners der eilanden, in de Archipel 't kop-geld af te haalen, derwaarts getrokken is, of zo zij 't glorierijker vinden, stooren zij zich aan deeze lorren niet, en lagchen om allen tegenstand. Men zorgt dat geene schepen uit eenige haven van dit schier-eiland na de Turksche residentie gestooken, geene émissaires te land over Perekop den Turken van deeze toebereidzels verwittige. Men neemt de lange zomersche nachten, de alsdan regeerende N. passaat te baat. Kotters enz. on- | |
[pagina 377]
| |
derscheppen op zee, alle kleine Turksche vaartuigen, die den wil na C. hebben. Men doet met den ondergang van de zonne den mond van den Bosphorus aan; 's morgens met 't lumieren van den dag, giert men in weêrwil van alle de Turksche kasteelenGa naar voetnoot(100) | |
[pagina 378]
| |
derzelver half slaapende wachten en artilleristen, die men om 't quartier een schot na hemel of hel laat doen, 't kanaal in, en legt zich in anderhalf uur voor de punt van 't Serrail. Men wendt 't vuur der gansche armade derwaarts, schiet 't zelve en ook een gedeelte der stad in brand, ten einde den vijand schrik aan te jaagen. Verbeeld u nu den indruk door dergelijk verschijnzel gemaakt op de onmilitaire Muzulmans; verbeeld u de verbaasdheid en de verwarring, die bij den vijand moet heerschen. Oproer zal 'er der eerste gevolgen van zijn. 't Is tien tegen één dat de Sultan zijne brandende paleizen moetende verlaaten, niet weetende werwaarts zich te bergen, verhindert door de Rusische schepen te wijken in Natoliën, belemmert door al den omslag van zijn hofstoet en vrouwen, door 't in opstand gekomen gemeen vermoord wordt. Deeze is allerwaarschijne- | |
[pagina 379]
| |
lijkst 't einde van 't eerste bedrijf van dit treurspel der heerschzucht. Wat nu verder gedaan? Men heeft vel 10,000 man op de transporten; maar Constantinopolen telt zeker meer dan 500,000 bewoners! Men zendt een vlag, bedreigt hen met 't in den brand steeken der gansche stad, tenzij men zich overgeeve. Hier toe, 't kan niet missen, moeten zij overgaan. Men neemt een aantal van gijzelaars, houdt op met 't vuuren, zet de manschap aan de wal, beveelt den inwoners alle hunne wapenen af te geeven, doet die wel bewaaren, zet overal wachten uit, houdt op met verwoesten, en doet de rust en order herleeven. Dit noem ik de beroerte des Turkschen rijks, waaraan de Russen 't kunnen doen sterven, wanneer zij willen. Onderstel dat zij die zelve schepen na de Dardanellen doen afzakken, deeze kasteelen neemen, ze bezetten met hunne artilleristen. | |
[pagina 380]
| |
En dat dan vrij alle de machten van Europa hen vernestelen uit hunne veroveringe! Met zo veel waarschijnelijkheid 't vrijstaat den aanstaanden val (hoe leed mij die prognosticatie ook doet) des Turkschen rijks te voorspellen, zo moeijelijk, om niet meer te zeggen, is 't den nasleep van dien val te bereekenen. Zo ik de politieke kaart wel inzie, zal 't Rusland zijn, 't geen dit rijk de hartader zal afsteeken. De Grieken, de oude eigenaars van deszelfs hoofdstad, een aanmerkelijk deel der onderdaanen des Sultans, hebben denzelven godsdienst als de Russen, en verwachten van hen hunne verlosinge. De bezittingen der laatsten aan de oevers van de Zwarte Zee, Taganrok in 't Asofsche meir, te Sevastopol in de Krim, te Cherson aan den Dnieper, stellen hen in de geleegenheid op drie plaatzen zich tot den aanval te bereiden, en van een op de | |
[pagina 381]
| |
Zwarte Zee bestemde rendez-vous de Turksche hoofdstad te overrompelen. Voor Oostenrijk zou dit veel meer voeten in de aarde hebben. Zalig zijn de bezitters. Hoe zeer de ede. le schrijver der Voyage Pittoresque, Z. Discours Préliminaire, p. VII. IX. & X. van zijne gewoone menschen-kennisse, van zijne ervaarenheid in 't politieke afwijkende, schijne te onderstellen, dat de glorierijke catharina II. met de vernielinge des Ottomanschen rijks niets anders beöogt dan de vrijmaakinge haarer geloofsgenooten, de uitkomst zal 't leeren, dat de Russen zich zelven niet zullen vergeeten. In hoe verre zij preçies hun honger na wingewesten zullen verzadigen, kan ik niet wel uitreekenen, daar deeze gebeurtenissen ook afhangen van de gesteldheid, principaal der militaire en federative macht der groote Mogendheeden van Europa, noch meer aan rij- | |
[pagina 382]
| |
zen en daalen onderworpen, als de fondzen van Engeland: zodat ik niet min gevaar liep met mijn horoskoop mijn krediet te ruïneeren, als de actie-handelaars 't hunne met hunne mislukte speculatiën. Zo als de kanzen staan, zal Rusland 't grootste, 't beste deel der Turksche domeinen in Europa inslokken....... De overige in Natoliën verstoken van hun opperheer, zullen zich ieder onafhanglijk maaken, daarna elkander onderling beöorlogen, zich verzwakken, en niet onwaarschijnelijk de prooi van den Pacha van Bagdad worden: wijl hij de sterkste is. Zo Vrankrijk, Spanje en Venetiën de buit der Turksche bezittingen in de Archipel deelden, zou 't mij geen hair buiten de gis gaan; maar gebeurde 't, dat Venetiën bij die deelinge 't beste lot te beurt viel, zou 't net zo veel te verwonderen zijn, als de wolven van de schaapen te zien eeten. 't Is reeds meer dan ééne meimaand, dat men in 't | |
[pagina 383]
| |
eerste heeft uitgereekend, dat Candia voor 't zelve zeer geleegen legt. Wat 'er in dat geval van Egypten worden zal, weet de lieve Heer! Doch bijaldien in 't boek des noodlots, op de bladzijde der verganglijkheid des ondermaanschen, geschreeven staat, dat dit rijk, door die altoos werkende vijl, die ons en alles wat ons omringt, langzaam, maar zeker, afneemt, den Tijd, wederkeere tot 't niet, waaruit 't is opgekomen, - volgens welk beloop van zaaken zal dit gewrocht worden? De meenigvuldigheid der mogelijkheeden kan niet dan verbijsteren, bij 't ontwerpen van een bestek. Moldaviën en Wallachijen eerst onafhanglijk verklaart, daarna op 't voetspoor van de Krim, een Russisch wingewest geworden, zullen den natuurlijken vijand der Ottomannen nader aan hunnen zetel brengen, die niet missen zal 't voordeelig tijdstip te nutten, om hen daaruit te verdrin- | |
[pagina 384]
| |
gen. Deeze moeten op 't aannaderen van die onweêr 't zelve ontwijken. Werwaarts? 't Natuurlijkste, 't geleegenste is in Natoliën, na Bagdad, den ouden zetel der Kaliphen, eene groote, aenzienelijke, volkrijke stad, niet verre van 't oude Babylon, welk door zijne legginge aan den Euphraat, die zich ontlast in den Persischen golf, een brug van communicatie kon worden van koophandel tusschen Asia en Europa; eene stad, uit welke de Muzulmans een weinig beleerd door tegenspoed, een weinig meer militair geworden, de veroveringe van 't in zich verdeeld, dat is machteloos Persiën, met allen mogelijken kans op een goeden uitkomst zouden kunnen beproeven. - De landengte van Suez maakt als een brug, waar over men uit Europa in Asia gaat. Alexander, die buiten zijne oogenblikken van étourderie misschien zo veel verstands bezat als don quichot buiten die | |
[pagina 385]
| |
van de ridderij, zag de aangeleegenheid deezer legginge in, en wilde daar den zetel zijner alleenheerschinge vestigen: en dat in een tijd, waarin de ervaaring de volkeren noch niet geleerd hadt, welke eene rijke ader van voorspoed de koophandel voor een Staat is. Weinig uuren van Alexandriën legt Caïro, waar van Memphis voortijds een deel kan gemaakt hebben, eene stad, in grootte en volrijkheid, met Constantinopolen wedijverende, geleegen in 't vrucht baare, rijke Egypten. De vlucht des Sultans herwaarts, vergezeld met eene matige macht, 't ontzag, den Muzulmans eigen voor deezen eersten hunner geloofsgenooten, doet op zijne komste den burger oorlog der Beijs en hunner Mammelukken onmiddelijk ophouden, hem voor den wettigen Souverein erkennen, en bevestigt den zetel eens rijks, waarmede de inhaligheid zelve zich zou kunnen vergenoegen, eens rijks, 't | |
[pagina 386]
| |
geen verstandig aangelegd, een der bloeijendste van de waereld worden, den loop des Koophandels van ons Waerelddeel eene andere wending geeven, en de Kaap de Goede Hoop tot een instal maaken kan. - Misschien zullen deeze voordeelen den bij die omwentelinge heerschenden Sultan niet genoeg in 't oog loopen. De meenigte van groote eilanden, zijne Domeinen in den Archipel, laat hem de ruimste keuze bij die omwentelinge, voor eene nieuwe residentie. 't Is om onze conscientie niet te bezwaaren, met de historieschrijvers der volgende tijden, 't gras voor de voeten weg te maaijen, dat wij ons geweld aan doen, en hun de beschrijvinge dier omwentelinge, de historie deezer nieuwe residentie, volkrijkheid, enz. enz. enz. voor den neus niet wegneemen; met welke beezigheid wij hun Ed. veel genoegen toewenschen. |
|