Noord en Oost Tartarye
(1705)–Nicolaas Witsen– AuteursrechtvrijReis-streek Van Siberia na Sina, uit den mond van eenige Grieksche Reizigers, de welke in den Jare zestien honderd en tachentig, uit Sina wederom zijn gekomen.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 835]
| |||||||||||||||||||||
De Vloed Amur, of Amùran, of zeker des zelfs Arm, getuigden zy niet verre van de Poort der Sineschen Muur, noch gezien te hebben. Deze hare reize hadden zy daerom zoo Noordelijk en krom afgeleit, op dat zy de Tartaren hen noch onbekent, of onbevrind, aen de rechter hand niet te na mogten komen. Vader Avril, Jezuit, spreekt misverstandelijk over 't veroveren van Siberien, in den volgende zin. Aen de Zaporoogsche Kozakken is men schuldig, de meeste kennis dezer Landen, die men eertyds aenzag als woest, en onbewoont, die men niet bereizen kon, als met het uiterste gevaer, daer men nu zoo bequaem als in Europa reizen kan. Deze wezende overwonnen, door de Moskoviten, zich niet hebben de willen onderwerpen aen de overwinnaers, namen beraed, hen eigen Land te verlaten, dat zy niet meer konden beschermen, welke dan voortzettende tot aen de Rivier de Volga, en van daer tot Cazan, van waer over staken, tot aen de Rivier Irtis, en eindelijk quamen daer de Rivieren Irtis en Tobol te zamen stooten; waer zy een Stad stichtede, van de laetste naem, zich uit zettende, over de gewesten rondsom de Oby, dat men eigentlijk Siberie noemt, willende het woord Sibir, Noord betekenen. Dit Volk gaf zich (zegt hy) namaels vrywillig aen de Moskoviten over, om vertier van hunne Zabel-vellen te hebben, of schoon zy, zich achter het gebergte lichtelijk hadden konnen beschermen. Dus verre dezen Heer. |
|