Bericht op Siberien,
ZooGa naar margenoot+ als zulks voor ruim twintig Jaer, by zekere perzoonen aldaer ter neder is gesteld.
VErgaturia is de eerste plaets in Siberien, als men van de kant van Rusland komt, en word geacht vier honderd en vyftig myl van Moskou af te leggen; doch zoo als men reist, en niet recht uit: legt zeer vermakelijk, zoo van schoone Bosschagien, alderley Plantagien, en Tuinen, zoo buiten als binnen de Stad. Daer valt rondsom Tarw, Rogge, Garst, Haver, Boekwyt, Geerst, Erten, Boonen, enz. Visch valt daer in zeer groote overvloed, zoo dat zy daer menigte van Sleeden vol, des Winters als het vriest, na Solkamskoy, een Stad voor aen in Rusland, van die kant voeren, en venten. De Stad is omzet met Stormpalen, en heest onderscheidene houte Bolwerken. Daer valt rondsom schoon Hout. De Bevelhebber of Waiwoda heeft een groot schoon Huis, van hout gebouwt. Na de kant van de Rivier is een brave groote Voor-stad, alwaer de Schepen gebouwt worden, die daer in het Land gebruikt worden, tot in de Oby, ja geheel tot Nova Zemla toe. Aen de rechter hand over de Rivier, als men na onder vaert, zijn veel Russche Dorpen; gelijk het daer aen de slinker hand mede wel bewoont is, tot aen de Rivier Pelim, zoo van Russen als Lands-oude Inwoonderen. Dit Volk, tot aen de Stad Pelim, schoon zy hun eigen Spraek hebben, zoo konnen zy doch alle goed Rusch. Het overvloeid daer zeer van Levens-middelen.
Van Vergaturia de Rivier afzakkende na de Stad Pansin, is het overal wel bewoont van Dorpen, en bezet met Kerken, zeer lustig en vermakelijk, leggende de Stad Pansin aen de rechter hand zoo men van Vergaturia afkomt: is wel bebouwt, en gesterkt met Storm-palen, en houte Bolwerken, doch kleinder in zijn omkring als Vergaturia. Daer is mede een brave wel-bewoonde Voor-stad, zoo van Russen als Polakken, die daer vervoerd en geplant zijn. Deze Stad is niet minder als Vergaturia en Pelim in lustigheden, vermaek, en wasdom van Kooren te achten.
Van Pansin, de Rivier af na onderen, is het veel bewoont, tot aen de Stad Tumen toe: men ziet daer veel schoone Dorpen, kleine Steden gelijk, daer Vleesch en Visch in overvloed is te vinden.
De Stad Tumen legt aen de rechter hand van de Rivier, te rekenen als men uit Rusland komt, op een vlakken Berg: het Slot is van hout, vierkant, zeer çierlijk en lustig in zijn gelegentheit en gestalte. Buiten de Stad of Slot, legt een Klooster, 't geene omheint is met Stormpalen, en gesterkt met houte Bolwerken; gelijk de Stad zelve alzoo mede voorzien is tegen den aenloop der Baskiren, en zeker Prins van Siberien, navolger der oude Landzaten, die zich onder hun, zoo men zegt, is onthoudende.
In deze drie Steden, Tumen, Pansin, en Vergaturia, met hare Dorpen, moet het Volk althans op hun hoede zijn, om niet overvallen te worden van de Baskiren, en opgemelten Siberische Vorst; en word daer Jaerlijks uit Tobol krygs-volk gezonden tot hulp-benden, zoudende anderzins noot lyden, en zijn daer gemeenlijk ruim vier of vyf duizend krygs-knechten in bezetting.
Van Tumen, na onderen, tot aen de Stad Tobol, is het mede wel bewoont, en vind men daer groote Dorpen.
De Irtis opwaerts tot aen der Kalmakken-land, en de Stad Irtiskoy, is het vry wel bewoont, het Land wel bebouwt, de Stad met Storm-palen omzet, en houte Toorens gesterkt; mede vry wel bevolkt. Kooren is daer overvloedig. Hier valt veel Zout. De Stad leid zomtyds veel aenstoots van Baskiren en Kalmaksche geslachten, die met hunne Tzaersche Majesteiten niet vereenigt zijn, maer gemuit hebben; zoo dat hier Jaerlijks mede krygsmagt uit Tobol gezonden moet worden.
De Irtis afvarende na Tobol toe, hebben de Russen onderweeg een Lynbaen opgerecht, om klein Touw-werk te slaen, dat zy noodig hebben op hare Schepen, en Vaertuigen, in Siberien gebruikelijk; doch zware Touwen, en Paerde-lynen, ook Ankers, worden hun al van Archangel toegebragt. Niet wyt van deze Lynbaen, legt een Klooster met zwarte Monnikken.
De Stad Tobol, hooft-plaets in Siberien, legt op een hoogen Berg, dicht aen de Vliet Irtis, aen de rechter hand als men van bovenen komt, zeer aerdig gebouwt, in 't vierkant, geheel van hout, en de Voor-stad legt in een halve maen, omheint met Storm-palen, en sterke houtene Bolwerken. Hier is een aenzienlijk Klooster, waer in de Metropoliet, hooft van de geestelijkheit in deze gewesten, woont, (die andere een Aerts-bisschop zeggen te zijn.) Dezen Heer woont al