Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier
(1970)–Nicolaas Witsen– Auteursrechtelijk beschermdArchitectura navalis et regimen nauticum
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vyftiende Hooftstuk.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Kiel.De kiel is het voornaamste van een Schip, die alle deelen bindt, even als het rugge-been in de dieren, en de grondtslagh, waar na alle andere deelen by haar worden gevormt, te weten de langte, breedte, holte, en hooghte des Schips, als ook de lengte en dikte van de mast, enz. het is een recht stuk hout, even zoo lang als het Schip, behalven 't overhellen van de voor- en achter-steven: in kleine Scheepen is de kiel van een stuk houts, in groote van veele stukken, en in middelbare gemeenlyk van twee stukken: in groote Scheepen wordt deeze kiel lang gemaakt 120 voet, of zomtydts wel meer. In ondiepe plaatzen houdt men de korte kielen voor de beste, als niet zoo licht gebrooken werdende als de lange. Zy maken veeltydts de grootte mast van gelyke grootte met de kiel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Voor-steven.Aan het eindt van deeze kiel, (die omtrent 2½ voet vierkant moet zyn, na hun stellen op de lengte van 120 voet) na vooren, wordt de voor-steven ingeënt: deeze is rats- of krings-wyze van gestalte. De Italianen trekken de zelve op deeze wyze: zy trekken aan het einde des kiels, op de prent by letter A, de streep a b, wiens langte zy even met de langste verdeks-balk stellen, zettende een passer met d'eene voet in b, en trekken zoo het vierendeel rondts a c. Maar de Franschen zeggen, dat dan het hooft te licht is, en dat het Schip van vooren niet genoegh in 't water zinkt; en daar om verlengen zy deeze kromte na het oog, of goetdunken, beginnende de kromte des voor-stevens zoo verre van de kiel als zy kunnen, en geven de zelve een ovaals gedaante, tot op de hooghte des verdeks, en laten de kromte van daar na het reehout, en na binnen, over hellen: welke Scheepen, na hun zeggen, het beste zeilen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Achter-steven.De achter-steven wordt stomp-hoekigh aan het ander of achterste eindt des kiels ingeënt. Doch om eenige regelen te geven van het over hellen des voor- en achter-stevens, zoo zeggen zy, dat ieder geslacht van Scheepen zyn eigen maat heeft, als aan Galeyen helt de voor-steven even zoo veel als de achter-steven; en in andere Scheepen helt de voor - steven vier maal zoo veel over als de achter-steven, of meer. De Italianen laten de voor-en achter-steven in een Galey ieder vaak 21 palm over hellen, als de kiel van 41 cubiten is, dat is na onze maat 103 voet. Maar de Franschen houden voor een regel, dat zy de Scheepen door deeze over helling een derde deel verlangen, welk derde deel zy in vier gelyke deelen verdeelen, gevende een deel voor de over helling van de achter-steven, en de overige drie deelen voor die van de voor-steven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de wydte eenes Schips.De grootste wydte of breedte van een Schip is de lengte van de langste verdeksbalk: deeze wordt van verscheide maten gemaakt; in raimondScheepen die snel moeten zeilen, en geen last dragen, wordt die op ⅙, 1/7, ⅛, of wel op 1/9 deel van de langte des kiels gemaakt: in last-dragende Scheepen wordt de zelve op ⅓ deel van de kiels lengte gemaakt: maar het beste houden zy te zyn, wanneer de breedte is tot de kiels lengte als 5 tot 14. De plaats daar het Schip op zyn breedtste is vinden zy aldus: zy deelen de kiel a d in drie gelyke deelen, als aan h en i op de plaat is te zien, de grootste breedte zal dan in het eerste derde deel van vooren zyn, te weten in h. De scheeps-ribben, of inhouten, worden uit drie stukken gemaakt, te weten, op de kiel worden de buik-stukken geleit, die aan de einden omgekromt zyn, aan deeze omgekromde einden worden de zit- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ters, by hen genoemt Genouil, of Stamenay, toegezet, en aan de zitters de stutten. Op de hooghte van het opper-einde der zitters werden de voosnaamste verdeks - balken geleit, welke by haar hooger komen als in onze Scheepen: hier hebben de Scheepen haar grootste breedte, loopende na onderen en boven smalder toe. De plaats van deeze verdeks-balken tot de buik-stukken wordt genaamt de holte des Schips, en is het ⅖ van de langste verdek-balks lengte, of wel het 4/9 des zelfs. Doch om de Ga naar margenoot*even-maat, die zy in hun Scheeps-bouw houden, beter te verklaren, zal hier een van hare Tafelen, waar na zy de zelve schikken, by voegen, beginnende van 50 tonnen, tot Scheepen die 1600 tonnen konnen voeren.
De gestalte, of form, van de grootste rib maken zy aldus: laat, by voorbeeldt, een Schip van 1400 of 1500 tonnen te maken zyn: nademaal in de Tafel bevonden wort de breedte 44 voet, en de holte 16 voet te zyn, zoo trekt twee kruis-streepen b c en d e, in de prent by letter B, recht-hoekig kruissende in a; daar na neemt op een voet-maat de helft van de breedte, zynde 22 voet, stelt die van a na b en c; neemt dan 16 voet, namentlyk de holte, stelt die van a na e en d, trekkende door e en d twee streepen evenwydigh met b c; zet daar na de eene voet des passers in a, trekt dan een kring door b c, te weten b s c i l, die de streep f e g in f en g doorsnydt, als ook de streep l d i in l en i. Daar na (om dat zy de even-maat van de onderste vlakte des Schips, of de lengte van de buik-stukken, tot de breedte des Schips de beste houden te zyn, wanneer zy is als 1 tot 2) neemt 11 voet, en stelt die van e na o en q, trekt dan twee perpendiculare linien, of hangende streepen, op f g, als o p en q r, ieder ook lang 11 voet, zomtydts minder of meerder, na goetdunken, trekkende uit p en r, als middel-punten, de bogen t q en z o. Deelt daar na a d in twee gelyke deelen aan h, en trekt door h de streep k h k evenwydigh met de voornaamste verdekbalk b c; deelt dan a b en a c ieder ook in twee gelyke deelen in m en m, en uit de punten m, als middel-punten, trekt de bogen b k en c k. Eindelyk neemt l n en i n ieder even aan am, en trekt uit depunten n, als middel-punten, de bogen k l en k i; dus zal dan de kromte l k b z o e q t c k i de form des Schips, os des breedtste ribs zyn. Dit is dan wat belangt de eerste of voornaamste rib, na welke wyze de andere ribben gevormt werden, die na een goede even-maat gestadig verminderen, bestaande in deeze vermindering de deught en goetheit van het gantsche werk; want hoe beter de voor-steven gevormt is, hoe beter het water gedeelt zal worden, en hoe snelder het Schip voort gaan zal: hoe beter ook het Schips achterste versmalt is, hoe vaster het gaan zal; daar anders, zoo het achterste des Schips te zwaar zy, het inloopen des waters by de opening van 't roer te vreezen is, en dat het Schip achterlastigh werde: by aldien het achter-schip te licht is, zoo is het ook veel zwarigheit onderworpen; waar om hoognoodig zy de middelbaarheit te zoeken. Om dan eerstelyk de vermindering van de verdeks-balken te vinden, neemt de helft van de langste verdeks-balk, te weten 22 voet, in ons voorbeeldt, laat dit zyn a c, in het afbeeldtzel C; op deeze streep trekt een vierde deel rondts a b c, en een vierkant a b c d, beziet daar na hoe breedt ghy de laatste rib aan't achterste einde des kiels begeert; (in lange Scheepen wort de zelve gemeenlyk op de helft van de langte der voornaamste verdeks-balk gemaakt, en zomtydts wel op twee derde deel des zelfs) dit gedaan zynde, neemt met een passer deeze maat, stelt die in uw vierde deel rondts, en ziet waar die de kring door-snydt, by voorbeeldt e f; ziet dan hoe veel ribben uw kiel voeren kan, die ik 30 stel te wezen, deelt dan a e in 20 gelyke deelen, trekkende door de punten streepen evenwydigh met a c: hier na zult ghy de vermindering van al uwe verdeks-balken in het vierde deel rondts hebben; want stellende de eerste a c op het eerste derde deel des kiels van vooren, zoo zult ghy 'er 10 hebben tusschen het voorste eindt des kiels, tot de eerst gestelde en breedtste a e, en tusschen a c en het achterste eindt des kiels zult ghy 'er 20 hebben. De ribben, die aan wederzyden even verre van a c af staan, moeten even-eens zyn; die dan tusschen a en o zyn, zullen aan beide de zyden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dienen, en de tiende o m zal de laatste aan de voorste zyde des kiels zyn, daar de voorsteven begint. Zoo ghy dan de tiende rib, of de laatste na vooren, begeert te vormen, zoo laat, in het af beeldtzel D, h b e c de eerste rib zyn, neemt in het vierde deel rondts a b c de langte o m, en stelt die van a tot l; neemt daar na de holte e a, stelt die van l tot i, en met die opening des passers trekt uit i, als middel-punt, de cirkel-stukken l m: om dan de verhooging van deeze verdeksbalk boven de eerste te hebben, zoo neemt in het vierde deel rondts de verlengde o m, te weten m n, stelt die van e tot n, sluit dan na goetdunken het eindt des ribs m met de kiel n, door een cirkel-stuk. Om nu de slutten te trekken, deelt l l in vier gelyke deelen in g en g, opent de passer op ¾ des zelfs, en trekt uit g, als middel-punten, de bogen l k aan wederzyden, en door dit middel zult ghy de tiende rib hebben. Na de zelve wyze handelt men met de andere ribben, welke men dan schikt als in de vorm des eersten ribs is getoont. Om de laatste rib aan 't eindt des kiels na achteren te trekken, neemt in uw vierde deel rondts e f, stelt die van a tot o, en trekt het half rondt o r o; neemt daar na in het vierde deel rondts de lengte f g, stelt die van r tot q, en van o na p; neemt dan p q, stelt die van q en p na s, uit s dan, als middel-punt, trekt de bogen p q. De stutten maakt men hier recht, gevende aan de bovenste opening t t twee derde deel van de verdeks-balk o o. Om de rondte van de verdeks-balken te hebben, neemt voor de halve diameter, of middel-lyn, twee maal de langte des verdek-balks, als hier van a tot x, en trekt uit x, als middel-punt, de kromte b v c: veele geven voor 20 voet langte 10 duim boght. Daar zyn eenige die willen dat de gemeene verdeks-balken, die wederzydts even verre van de voornaamste, of grootste verdeks-balken, welke te midden scheeps zyn, kornen te leggen, niet van gelyke langte zyn; maar dat die na vooren langer zyn als die na achteren: by voorbeeldt, zoo de langste verdeks-balk van 30 voet is, dan geven zy aan de opening des voorsten ribs by de voor-steven 29 voet, en aan die rib welke na achteren even zoo verre van de voornaamste verdeks-balk is geven zy alleen 27 voet, en zulks daar om, op dat de Scheepen van vooren dieper in 't water zouden zinken; 't geen niet onpryzelyk is. Dit zy zoo kortelyk aangewezen de gestalte die de Franschen aan hare Scheepen geven: eenige doch maken die smalder, en onder spitzer, andere vlakker; maar deeze wyze en manier houden zy de vol-maakste te zyn. Zal nu voortgaan tot de binnenste deelen, en toetakeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van het Kolsem, en Wageren.De leden dan gemaakt zynde, is het noodigh dat de zelve van buiten bekleedt, en van binnen wel verdubbelt worden. Men stelt dan eerstelyk een tegen-kiel, of kolsem, op de grondt van 't Schip, zoo lang als het Schip is. Dit gedaan zynde, verdubbeldt men van binnen het gantsche Schip, tot aan het verdek toe, met goede en sterke planken, dikker als het buitenste bekleedtzel. De wederzydts naaste planken tegen de kiel aan moeten los blyven, op dat men dezelve kan opnemen als 'er eenige vuiligheit onder is, die het water belet na de pomp te loopen. In het breedtste van 't Schip is het voornaamste en eerste verdek, en daar onder is de draght van 't Schip. De verdekken zyn niet evenwydigh met de kiel, maar zy verhoogen aan wederzyden van het midden des Schips: na achteren verhoogt het verdek 1 voet op 10. Het achterste des Schips deelt men gemeenlyk in vier verdiepingen: in de onderste is de kruit- en voorraat-kamer: in de tweede is de Konstapels kamer, en de plaats daar de scheeps-wapenen in zyn: in de derde is de Kapiteins kamer, en daar voor is de verblyf-plaats der soldaten; hier neemt de man te roer zyn beroep waar: (in Koopvaarders is de Heel-meesters kamer aan stuur-boort, en de Timmermans kamer aan bak-boort; maar in Oorloghscheepen houden zich de Sergeants aldaar) in de vierde, die de Hut genaamt wordt, verblyven de Schipper, Stuurman, en ook zomtydts de Onder-schipper. Om het achter-eindt des Schips worden galderyen gemaakt, en boven de galdery na achter is de spiegel, die verciert is met het beeltenis daar het Schip de naam van draaght. Het voornaamste van het achter-eindt is de steven, die ¼ langer is als de langste verdeks-balk. Op het kromme hout der voor-steven wordt een ander hout gevoeght, in 't welke de uitlegger wordt geënt, door middel van twee andere kromme houten, na onderen: deeze wordt na boven door twee houten aan 't Schip vast gemaakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Masten.Vier masten worden gemeenlyk op de Scheepen gezet, namentlyk de groote mast, de bezaans mast, de fokke mast, en de boegh-spriet, leggende voor op het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
galjoen. Ieder mast wordt van twee, of zomtydts van drie stukken gemaakt. Het onderste stuk van de groote mast, dat eigentlyk de groote mast genoemt wort, is even zoo lang als de kiel, of zomtydts een weinigh korter, te rekenen van de kiel tot het ezels-hooft: de groote steng is zoo lang als de helft der groote mast: de groote bram-steng is weder zoo lang als de helft der groote steng. De sokke mast is ⅕ minder als de groote mast. De bezaans mast is ⅕ korter als de fokke mast. De boeghspriet is even zoo lang als de fokke mast, os zomtydts wat minder. De kruis-steng, voor-steng, en voor bram-steng, werden na goetdunken gemaakt. Men maakt gemeenlyk de dikte van de mast onder op het tiende deel der lengte, in de dikte duimen gerekent, en in de langte voeten. Om de plaatze der groote mast te vinden, deelt men het voornaamste en onderste verdek in zeven gelyke deelen, latende vier deelen na vooren, en drie na achteren. De mast moet niet recht op staan, maar moet 3, 4, 5, 6, of 8 voet na achteren over hellen, na dat de Scheepen groot zyn. De even-maat van ieder mast is tot zyn ree als 4 tot 3: de ree van de mast is tot de ree van de steng als 3 tot 2: en de onderste stenge ree is tot de bovenste stenge ree als 2 tot 1. De dikte van ieder ree moet in het midden even zyn aan de dikte van het bovenste der mast daar de zelve behoort, en verdunt ⅔ na de einden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Zeilen.Het groot schover-zeils langte is ⅓ van de groote mast, zyn breedte is 2 voet minder als de groote ree: het groote mars-zeil moet ten minsten zoo lang zyn als het schover-zeil, zyn breedte is ongelyk, boven is het niet breeder als de groote mars-zeils ree lang is, en onder bykans als de langte van de groote ree: het groote bram-zeil is hals zoo lang als het groote mars-zeil, zyn breedte is onder even aan de mars-zeils ree, en boven als zyn eigen ree. De zeilen van de fokke mast zyn zoo geëvenmatight tot haar mast, als de zeilen van de groote mast tot de hare. De boegh-spriets zeilen verschillen van de andere niets in even-maat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Ankers.Deeze Fransche Scheepen voeren zelden minder als drie of vier ankers, en nooit meer als acht, 't en zy dat verre reizen aannemen. De roe van 't anker is drie maal zoo lang als een van zyn armen. Zommige deelen de roe in twee deelen en een half, en trekken uit het eerste punt der deelinge, als middel-punt, een kring, wiens halve middel-lyn zy een der zelve deelen, en geven ieder arm de langte van de zyde eenes zeshoeks, in de voorzeide kring beschreeven. De anker-stok is altydt even zoo lang als de roede. De zwaarte van haar groot anker is op ieder 20 tonnen, die 't Schip voert, 110 pont: het tweede anker is een vierde minder: het derde is een derde deel minder: en het vierde is de helft minder.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Kabels.Haar kabels wegen gemeenlyk twee maal met een vierde zoo zwaar als de ankers. De langte van het groote ankers kabel is gemeenlyk 120 vadem: die van het tweede anker 100 vadem: die van het derde anker 80 vadem. Dit alles werdt dus waargenoomen in hunne groote Scheepen; want in kleine Vaar-tuigen, gelyk men die hier te Lande veel uit Vrankryk komen ziet, werden weinigh wetten waargenoomen: ook zyn de zelve van onderscheidelyke gestalten, en meest boven plat, voerende veeltydts maar fok en groote mast, zonder bezaan. En gelyk als by my meest alle Scheepsdeelen evenmatigh uit de steven worden gehaalt, zoo werden de zelve by de Franschen meest alle uit de kiel getrokken, tot het alderminste lidt toe, zoo als by D. Assie zeer breedt en volmaaktelyk is te zien: daar hy het getal, grootte, en maght, van zyn Majesteits Scheepen, en Galeyen, beneffens de monteering, huis-houding, bemanning, en al den toestel, naaktelyk voor oogen stelt; als mede de ordeningen in de zelve waargenoomen, bouw- en mondtkosten, touws evenmaat, ook der ankers, en bloks, enz. zonder iets, der Franschen Scheeps-bouw rakende, te verzwygen. Dus verre heeft my goedt gedacht de Fransche Scheeps-bouw (welke heden in zeer hoogen top gestegen is) te verhandelen, daar in ieder genoegzaam merken kan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat onderscheidt zy met anderen hebben, en waar in zy daar mede over een stemmen. In 't Jaar 1678. zegt men, is tot Toulon een proef genoomen, van een geheele Galey, waar toe de materialen te vooren vervaerdight waren, in 10 uuren tydts op te maken, en te laten afloopen, zynde de zelve voorts 14 uuren daar na t'eenemaal klaar geweest om zee te konnen bouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van het Scheeps-timmeren in Engelandt.In 't korte opgehaalt hebbende de wyze van Scheeps-bouw in Vrankryk gebruikelyk, dunkt het my niet ongerymt, insgelyks te doen met die van onze over-buuren, de Engelschen, welke van lange tyden af roem-ruchtbare meesters in deeze konst zyn geweest; en schoon veele van haar regels ophalen konde, en gantsche boeken vullen met hare gegevene maten, en pryslyke ordonnantien, of wetten, zal echter zulks na laten, om dit Werk niet al te wydt uit te doen spatten, en alleen maar aanroeren zulke wetten, waar van de meeste zelve hebbe zien waarnemen, en welke my dunken de voornaamste te zyn, om een algemeine en grove kennis te hebben van hunne stelsels in 't opbouwen harer Scheepen, 't geene hier ook slechts werdt vereischt, dewyle in dit Werk voornamentlyk van de Nederlandtsche Scheeps-bouw, (die meest gelyk is met de Oostersche) en van de uitheemsche als van ter zyden handele. Wanneer zy dan eenigh Schip, os Vaartuigh denken op te rechten, neemen zy, de lengte van de kiel bekendt zynde, de diepte in 't hol, en de breedte van den bodem; dit gedaan zynde, is 't by hun de wyze, het Schip, 't welk van zin zyn te bouwen, in een schets evenredigh op het papier te stellen, 't geen hoe grooter wert gemaakt hoe 't beter is, deelende dan de verdekken daar op, als ook de kamers, en rechten de masten regel-matigh op. De rees stellen zy dubbel op de schetzen, gefnuikt, en opgetoogen, in haren vollen standt, op dat zy de evenredige maten van alle Scheeps-touwen daar by konnen afmeeten: d'opgehevene geven de lengten aan buik-gordings, brassen, takels, schooten, en boei-lyns; de nedergelatene aan toppenants, nok-gordings, kardeelen, enz. Gelyk zy ook zelfs den inhoudt der zeilen op de schetzen afmeeten; na welke wyze men ook vindt de lengtens, en plaatzen, van de loopers, scheer-lynen, staggen, en alle boei-lynen: waar toe maar op 't papier een streep te trekken hebt van de stenge ree-nok tot de groote ree-nok: doet zoo ook met de brassen, schooten, en smyten, meetende van de plaats hares begins tot de plaats daar zy moeten eindigen, altoos iets doende overschieten, voor 't beleggen, en krimpen. Dus zal men eindelyk op het papier bekomen een volkomen geschikte tekening van alle het rondt-hout, touw- en zeil-werk; midtsgaders een bequame verdeelinge der Scheeps vertrekken, en verdekken: gelyk dit in de nevenstaande aftekeningen is te zien, welker eerste, onder letter E, het Scheeps rondt-hout, loopen-de wandt, en verdekken, vertoont: de tweede, by letter F, vertoont het staande wandt, als stagh, en hooft-touwen: het derde, onder letter G, in beide de afbeeldtzels, vertoont de maat der zeilen. Insgelyks stelt een Engelsch Scheepstimmermam het evenredige model, of afbeeldtzel, van het Schips hol, en hout, op papier, en vangt dan aan, wanneer deeze figuren, of aftekeningen, bereidt zyn, te bouwen, het papier voor zich leggende, daar hy zyne mate na neemt: welke wyze van doen zeer pryzelyk is. Ook zyn hare gegevene grondt-slagen, evenmatige Tafels, en Schalen, zeer te loven, uit welke men klaarlyk zien magh, des Schips lengte, holte, en breedte gegeven zynde, alle d'overige deelen, van wat certer het vereischte Schip magh zyn. Het komt hier op uit, dat de groote mast zy twee maal en een half de lengte van den bodem. Zy neemen ook wel de breedte en de diepte van het Schip te zamen, dat verdubbelende, het geene daar uit komt verdeelen zy dan in drien, waar van de uit-komst is de lengte der groote mast. Andere neemen de breedte en diepte te zamen, en dat verdubbelt is de lengte van de groote mast. Een andere wyze, om de lengte der groote mast te vinden, is, de lengte van de kiel, en de breedte van den bodem, nevens de diepte t'zamen te voegen, en tot die somme, of getal, te voegen het verschil tusschen de breedte en diepte; welke somme dan gemultipliceert, of verdubbelt, door de breedte van den bodem, het product, of uitkomst daar af, deelt door de laatste som, waar van de uitkomst verdubbelt het begeerde is: by voorbeeldt, de lengte van de kiel zy 86, de breedte van den bodem 33, de diepte 15, welke somme 134 uit maakt, voeght hier by het onderscheidt tusschen de breedte en diepte, dat 18 is, dan is de somme 152, welke gemultipliceert, of vermenighvuldight, door 33, de breedte van den bodem, zal de uitkomst 5016 zyn, dit gedeelt door 152, blyft de uitkomst 33, en verdubbelt 66, 't geen omtrent 1 meer is als door de boven aan- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geroerde wyze te vinden zoude zyn. De fokke mast zy 8/9 van de groote mast: de groote steng zy de helft der groote mast: de groote bram-zeils steng de helft van de groote steng: de voor- of fokke-steng de helft van de voor-mast: de voor bram-zeils steng de helft der fokke-steng: de boegspriet hebbe de lengte van de fokke-mast: de bezaan, os mizaans mast, heest de hoogte van de groote mars-zeils mast, van het bovenste verdek af te rekenen, en de kruiszeils mast heeft de helft daar van. De Engelsche Scheepen hebben vaak twee bezanen: gelyk ook op de Scheepen hier te Lande, ter plaatze daar de vlagge-spil staat, altemet wel een zeiltje bygehaalt werdt, dat de zee-lieden het Vinnetje noemen. De fokke-ree moet zyn 8/9 van de groote ree: de voor mars-zeils ree de helft daar van: de bezaans-ree een weinig korter als de fokke-ree: de blinde- en bagyne-ree de helft van de bezaans-ree: de boven-blinde ree de helft van de blinde-ree, en de boven-blinde steng omtrent de helft van de blinde-ree. De stagh moet zoo lang zyn als de mast. De groote mast staat in 't midden van 't Schip, en meest tydts recht op. Tot het stellen van de bezaans- of mizaans-mast is haren regel los; maar zy zetten hem op 't oogh in de schets na goetdunken, en van daar dan in het hout zelve. De boegh-spriet laten zy 6 voet voorby de sokke-mast schieten, in groote Scheepen; maar in kleinder komt hy korter, als by voorbeeldt: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een Engelsch Schip, lang over steven 94 voet, breedt 37 voet, hol 16 voet, 't welk magh voeren 600 ton,
En zoo is het voorder met het overige rondt-hout: na welk voorbeeldt ik vertrouwe dat alle andere voorwerpzels ini deeze stoffe, op de Engelsche wyze, geformeert en geschikt zouden konnen werden, vergrootende en verkleinende alles evenredigh na de mate van de kiel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een Schip dat lang is 86 voet, breedt 33 voet, hol 14 voet, voerende 460 ton,
Om vervolgens te spreeken van de evenmaat der touwen, op d'Engelsche Scheepen gebruikelyk, zoo zal hier weder tot voorbeeldt neemen een Schip van de voorige lengte en grootte, en, tot verklaring, opstellen de dikte en lengte van alle des zelfs touw-werk, op dat men daar door mede weten mag (in deezer tweede wyze; want van dit Engelsch touw-werk, te gelyk met het Hollandtsch, is al vooren gesprooken) de evenredige mate van touw-werk op alle Scheepen in Engelandt, zoo als, en na de zelve op hare diktens zyn bekent. Vange dan aan met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 1. Touw-werk van 1 duim en 40/100; gedeelte van een duim dik.2 Voor bram-zeils brassen, ieder lang 32 vadem. 4 Spriet- en voor bram-zeils boei-lyns, lang 1½ vadem. 2 Voor bram-zeils toppenants, lang 28 vadem. 8 Taliereeps, ieder lang 2½ vadem. 4 Sprietens voor de groote bram-zeils boei-lyns, lang 1½ vadem. 1 Stag vande vlagge-spil, lang 17 vadem. 8 Talie-reeps van de kruis-steng, elk lang 2 ½ vadem. 1 Looper van 48 vadem. 2 Boei-lyns voor het kruis-zeil, ieder van 16 vadem. 2 Kruis-zeils brassen van 22 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 2. Touw-werk dik 1 duim en 60/100.8 Talie-reeps voor 't kruis-zeils wandt, lang 2½ vadem. 2 Vallen van het kruis-zeil, lang 5½ vadem. 1 Looper van 21½ vadem. 1 Kruis-zeils valletje, lang 7½ vadem. 2 Toppenants voor het kruis-zeils reetje, ieder lang 6 vadem. 2 Schenkels voor de kruis-zeils brassen, ieder lang 1½ vadem. 2 Kruis-zeils brassen, ieder van 12 vadem. 2 Boven-blinde knie-touwen, ieder lang 12 vadem. 1 Garnaatje lang 16 vadem. 2 Scheer-lynen van de voor-perdoens, elk lang 21½ vadem. 1 Voor-bram-zeils valletje, lang 38 vadem. 2 Schinkels van de voor-bram-zeils brassen, lang 30 vadem. 2 Voor-bram-zeils boei-lyns, lang 26 vadem. 6 Voor-bram-zeils knie-touwen, elk lang 2 vadem. 2 Valletjes, ieder van 8½ vadem. 2 Groote perdoens, lang 24 vadem. 2 Toppenants van de groote bram-steng, lang 33 vadem. 2 Groote bram-zeils brassen, lang 28 vadem. 8 Bezaans knie touwen, ieder lang 9½ voet. 2 Toppenants van 11 vadem. 1 Scheer-lyn van 't kruis-zeil, lang 42 vadem. 6 Kruis-zeils spriet-touwen van 1¼ vadem. 2 Schinkels van de kruis-zeils brassen, lang 1½ vadem. 2 Bagyne-brassen, elk lang 24 vadem. 2 Nok-gordings voor het kruis-zeil, lang 12 vadem. 2 Buik-gordings voor het groote mars-zeil. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 3. Touw-werk van 2 duim en 30/100 deel.2 Scheer-lynen voor de boven-blinde steng van 4 vadem. 4 Nok- en buik-gordings, lang 7 vadem. 2 Musschóten (dus by hen genaamt) van 7½ vadem. 8 Talie-reeps voor het wandt der voor-steng, lang 2½ vadem. 2 Voor-mars-zeils brassen, lang 28 vadem. 4 Spriet-touwen aan 't voor-mars-zeil, lang 3 vadem. 2 Rakken tot de bram-zeils ree, lang 1½ vadem. 10 Talie-reeps voor 't fokke-stenge wand van 3½ vadem. 2 Voor-mars-zeils brassen van 28 vadem. 2 Nok-gordings tot het voor-mars-zeil van 14 vadem. 2 Knie-touwen tot het voor-bram-zeil van 30 vadem. 2 Schinkels tot de voor-bram-zeils brassen van 1½ vadem. 10 Talie-reeps tot het bezaans wand, lang 3½ vadem. 2 Schinkels tot de bagyne-ree van 2½ vadem. 2 Rak-touwen voor de bagyne-ree van 2½ vadem. 2 Scheer-lyns van 2 vadem. 1 Valletje, lang 36 vadem. 2 Knie-touwen, lang 17 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 4. Touw-werk van 2 duim en 90/100 deel.2 Blinde brassen van 18½ vadem. 2 Buik-gordings van 13 vadem. 2 Nok-gordings van 25 vadem. 8 Boven-blinde wandt-touwen van 4 vadem. 2 Schinkels van de boven-blinde, lang 1½ vadem. 3 Loopers van de stagh, lang 3 vadem. 10 Puttings van 1½ vadem. 2 Raks tot de boven-blinde van 35 vadem. 2 Buik-gordings voor de fok. 5 Nok-gordings voor de fok, lang 18 vadem. 2 Fokke brassen van 20 vadem. 2 Voor-toppenants, ieder lang 5½ vadem. 2 Scheer-lyntjes der voor-perdoens, lang 2½ vadem. 2 Schinkels tot de voor-mars-zeils brassen, lang 18 vadem. 1 Talie-reep van de voor-stenge stagh, lang 6 vadem. 2 Knie-touwen van 't voor-mars-zeil, lang 32 vadem. 2 Buik-gordings tot het voor-mars-zeil, lang 12 vadem. 2 Schinkels tot de voor-pardoens van 3 vadem. 1 Voor-bram-zeils reep, lang 5 vadem. 6 Voor-bram-zeils wandt-touwen, lang 1½ vadem. 1 Bram-zeils stagh van 21 vadem. 1 Reep tot de bram-steng van 32 vadem. 6 Bram-zeils wandt-touwen van 4½ vadem. 4 Nok- en buik-gordings voor het schover-zeil van 9½ vadem. 2 Valletjes voor 't stenge wandt van 18 vadem. 2 Scheer-lyns tot de groote perdoens van 6 vadem. 2 Toppenants tot de groote mars-zeils ree, lang 30 vadem. 2 Buik-gordings voor 't groote mars-zeil, lang 12 vadem. 2 Schenkels voor 't mars-zeil van 3 vadem. 2 Groote perdoens van 2½ vadem. 1 Bram-zeils val van 43 vadem. 10 Bram-zeils wandt-puttings, ieder van 2 vadem. 2 Raks voor het groot bram-zeils reetje, lang 1½ vadem. 2 Knie-touwen tot de bezaan, lang 19 vadem. 1 Scheer-tros tot de bezaan, lang 14 vadem. 1 Bezaans toppenant van 6 vadem. 2 Schenkels tot de bezaan van 2½ vadem. 8 Bezaans wandt-touwen van de kruis-steng, lang 5 vadem. 1 Reep voor de kruis-steng, lang 5 vadem. 10 Puttings voor het kruis-zeils wandt, lang 18 vadem. Het bezaans rak lang 1½ vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 5. Touw-werk van 3 duim en 30/100.1 Blinde reep, lang 4 vadem. 2 Nok-gordings tot het schover-zeil, lang 37 vadem. 2 Brassen voor de groote ree, lang 30 vadem. 2 Knie-touwen voor de groote blinde van 21 vadem. 2 Toppenants voor de groote blinde van 21 vadem. 2 Schenkels voor de blinde brassen, lang 2½ vadem. 2 Blinde schooten van 20 vadem. 1 Stagh om op te loopen, lang 8 vadem. 2 Voor-mars-zeils knie-touwen, lang 18 vadem. 2 Spruiten tot de fokke boei-lyns, lang 2½ vadem. 2 Schinkels tot de fokke brassen van 2½ vadem. 2 Scheer-lyns voor de perdoens, lang 20 vadem. 2 Voor-mars-zeils raks van 2 vadem. 1 Beslagh-lyn van 3 vadem. 6 Nok-gordings tot het schover- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeil, lang 10 vadem. 1 Toppenant tot de groote ree, lang 10 vadem. 2 Groote musschóten, lang 4 vadem. 2 Valletjes voor de perdoens, lang 13 vadem. 2 Groote raks, lang 2½ vadem. 1 Bram-zeils stagh, lang 22 vadem. 1 Reep voor de groote bram-steng, lang 35 vadem. 1 Bezaans schoot, lang 3 vadem. 2 Bagyne toppenants, lang 18 vadem. 1 Reep voor de bezaan, lang 16 vadem. 16 Talie-reeps voor het fokke wandt, lang 4½ vadem. 2 Voor-mars-zeils knie-touwen, lang 36 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 6. Touw-werk dik 3 duim en 90/100.1 Valletje tot de blinde, lang 20 vadem. 2 Blinde schooten, lang 2½ vadem. 2 Boots takels aan de fokke mast, lang 38 vadem. 2 Andere takels, lang 27 vadem. 2 Fokke ree toppenants, lang 25 vadem. 2 Fokke boei-lyns, lang 19 vadem. 2 Schenkels tot de voor-steng, lang 2½ vadem. 2 Schenkels tot de pardoens, lang 3½ vadem. 8 Voor-stenge wandt-touwen, elk lang 7½ vadem. 10 Puttings tot de fokke mast, lang 3 vadem. 10 Valletjes tot het voor-mars-zeil, lang 43 vadem. 2 Takels aan de groote mast, lang 43 vadem. 2 Andere takels van 28 vadem. 2 Groote ree toppenants, lang 29 vadem. 2 Schenkels tot de groote brassen, lang 5 vadem. 1 Talie-reep voor de groote stenge stag, lang 6 vadem. 2 Groote mars-zeils boei-lyns, lang 33 vadem. 6 Spriet-touwen tot het groote mars-zeil, lang 3 vadem. 2 Groote mars-zeils knie-touwen, lang 13 vadem. 1 Groote bram-zeils reep, lang 5 vadem. 2 Bezaans loopers van de kruis-steng, lang 10 vadem. 1 Bezaans val, lang 24 vadem. 1 Bezaans schoot, lang 16 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 7. Touw-werk van 4 duim en 10/100.2 Spriet-zeils toppenants, lang 4½ vadem. 1 Voor-stenge stag, lang 15 vadem. 2 Voor-stenge perdoens, lang 18 vadem. 1 Voor-mars-zeils val, lang 16 vadem. 20 Talie-reeps van 't groote wandt, ieder lang 5 vadem. 2 Groote boei-lyns tot het schoover-zeil, lang 20 vadem. 2 Spriet-touwen tot het schoover-zeil, lang 3½ vadem. 1 Groot kardeel, lang 36 vadem. 2 Schinkels tot het groote mars-zeil, lang 3 vadem. 10 Groote stenge wandt-touwen, lang 8½ vadem. 2 Schinkels van de groote perdoens, lang 9 vadem. 2 Nok-perdoens, lang 22 vadem. 2 Schenkels aan de groote mars-zeils brassen, lang 2½ vadem. 2 Groote mars-zeils buik-gordings, ieder lang 3 vadem. 2 Schinkels van de bezaan, ieder lang 4½ vadem. 1 Bezaans val, lang 5 vadem. 1 Bezaans rak, lang 4 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 8. Touw-werk dik 4 duim en 50/100.1 Fokke stags talie-reep, lang 5 vadem. 10 Bezaans wandt-touwen, lang 9½ vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 9. Touw-werk dik 5 duim en 40/100.1 Fok-kardeel, lang 37 vadem. 3 Fokke raks, lang 3 vadem. 1 Kat-rak, lang 9 vadem. 2 Musschóten, ieder lang 4 vadem. 1 Stenge wandt-reep, lang 22 vadem. 3 Groote ree-raks, lang 4 vadem. 2 Groote ree musschóten, lang 5 vadem. 1 Groote mars-zeils val, lang 18 vadem. 1 Groote ree kardeel, lang 28 vadem. 10 Groote steng puttings, lang 3½ vadem. 1 Bezaans stagh, lang 19 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 10. Touw-werk dik 6 duim.2 Schenkels aan de bezaans schoot, lang 4½ vadem. 2 Voor-mast takels, lang 17 vadem. 2 Andere takels, lang 15 vadem. 2 Fokke schoots, lang 30 vadem. 1 Voor-stenge stag, lang 9 vadem. 2 Groote mast takels, lang 18 vadem. 2 Andere takels, lang 16 vadem. 1 Groote stenge-stagh, lang 16 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 11. Touw-werk dik 6 duim en 30/100.2 Groote musschóten, lang 26 vadem. 1 Stenge-stags talie-reep, lang 10 vadem. 1 Groot kardeel, lang 50 vadem. 2 Andere kardeelen, lang 30 vadem. 2 Groote schooten, lang 36 vadem. 1 Schenkel aan het knie-touw, lang 6 vadem. 1 Groote mars-zeils reep, lang 10 vadem. 1 Bezaans reep, lang 10 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 12. Touw-werk van 7 duim.1 Strop aan de blinde ree, lang 3 vadem. 4 Schenkels tot voor-takels, lang 4½ vadem. 16 Fokke wandt-touwen, elk lang 12 vadem. 1 Voor-borst-touw, lang 3 vadem. 1 Strop aan de boegh-spriet, lang 4 vadem. 1 Groot borst-touw, lang 4 vadem. 2 Groote musschóten, lang 30 vadem. 1 Schenkel van de stenge wandt-reep, lang 7 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 13. Touw-werk dik 7 duim en 20/100.8 Woeling-touwen tot de boeg-spriet, lang 6 vadem. 1 Fokke reep, lang 16 vadem. 2 Fokke smyten, lang 15 vadem. 4 Schenkels van het groote wandt, lang 5 vadem. 2 Groote wandt-touwen, lang 13 vadem. 1 Groote stenge windt-reep, lang 6 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 14. Touw-werk dik 8 duim en 20/100.1 Groote draay-reep, lang 16 vadem. 2 Groote smyten, lang 18 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 15. Touw-werk van 13 duim en 30/100 deel.1 Fokke stagh, lang 15 vadem. 1 Kraag om de steven, lang 7 vadem. 1 Schenkel van de groote schoot, lang 7 vadem. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 16. Touw-werk van 17 duim en 70/100 deel.1 Groote stagh, lang 20 vadem. Hier by komen noch 2 repen, om het touw te binden, dik 6 duim, lang 5 vadem: 3 reepen voor aan de boegh, dik 4 duim, lang 8 vadem: 4 sor-lynen voor de ankers, dik 4 duim, ieder lang 4 vadem: 1 sor-lyn voor het stroom-anker, dik 4½ duim, lang 4 vadem: 1 portuur-lyn voor het anker, dik 3 duim, lang 4 vadem: 2 boei-reeps, dik 3 duim, lang 46 vadem: 2 roerings: 5 loodt-lynen: 2 kabelarings, lang 4 vadem, dik 5 duim: 1 loef-rak, dik 5½ duim, en lang 5 vadem: 1 doove jut: 1 vang-lyn voor de boot: 1 vang-lyn tot ander gebruik: 1 vang-lyn voor de tweede sloep: 1 val-reep: 1 selder: 1 talie-reep aan de val-reep: 1 boei-reep voor het boei-anker: 1 boei-reep tot het werp-anker: 2 lengen om 't anker over te zetten: 2 schinkel-raks: 1 val-reep om in de boot te komen: 6 jein-bloks met haar touwen; behalven lyken, en slabings. En dit zy, tot een proef, van het Engelsch touw-werk genoegh gezeght. Wat belangt de dikte der kabels, die stellen zy mede, na de lasten der Scheepen, aldus: by voorbeeldt, een Schip van 300 ton heeft een hooft-kabel dat dik is 15 duim, wat zal dan de omtrek van een hooft-kabel zyn voor een Schip van 460 ton? en zoo voorts. Het hooft-kabel is gemeenlyk zoo menig half duim dik, als het Schip voeten breedt is in 't midden van des zelfs bodem. De volgende Tafel kan hier zeer dienstigh voorgestelt worden, uit welke te vinden zyn alle de lengten van kabels, of touwen, na hare dikten: op d'eerste en tweede regel ziet de dikten der touwen in duimen en duims deelen; op de volgende regels vindt men het getal der vademen en voeten op hondert pondt zwaarte touws, en zulks tot de dikte van 10 duim toe: ieder duims deel is een tiende van een duim, ook zoo de voets deelen een tiende van een voet.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Zeilen.Wat aangaat hare zeilen, daar van geven zy, gelyk als van touw, en mast, mede | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bequame evenredige wetten; doch werden van hen niet altydt waargenoomen. Ik zal een voorbeeldt geven van het zeilwerk op een Engelsch Schip, waar van men voorgaf dat alles na wet, en ter bester ordonnantie, of schik, was gemaakt: het Schip was lang over kiel 112 voet, breedt 40 voet; het groot zeil dan was onder breedt 42 voet, hoogh 87 voet; het mars-zeil daar boven hoogh 84 voet, en onder breedt 50 voet, boven 42 voet; het middel derde zeil, of groote masts boven-zeil, hoogh 42 voet, onder breedt 27 voet, boven 21 voet: het voor-masts onderste zeil was hoogh 72 voet, en breedt 40 voet; het mars-zeil hoogh 69 voet, onder breedt 46 voet, en boven 36 voet; het derde zeil hoogh 36 voet, onder breedt 24 voet, en boven 18 voet: het onderste zeil van de achter-mast hadde 72 voet in zyne hoogte, zyn breedte tegen de steng aan was van 51 voet, voorts spits uit gaande; zyn boven-zeil was hoogh 57 voet, onder en boven breedt 30 voet: het onderste zeil van de boeg-spriet heeft in zyn breedte 28 voet, en is hoog 60 voet; het boven-zeil is hoog 60½ voet, onder breedt 25 voet, en boven 30 voet. Hier na kan men dan den inhoudt der zeilen van alle andere Scheepen evenredig afneemen. Waar uit te merken staat, dat zy hare zeilen hooger neemen als men hier te Lande gewoon is. Zy verdubbelen ook dikmaal hare zeilen, 't geen by ons onnoodige kosten wert geoordeelt. Zy overtreffen ook onzen landtaart in 't veelvoudigh voeren van stagh-zeilen. Het opbouwen harer Scheepen geschiet niet, zoo als by ons, op vlakke werven, maar in dokken, 't geen vakken zyn, welke door opgelatene schut-deuren water konnen inneemen, als de Scheepen volbouwt zyn, om die te doen ryzen, en zeil-ree te brengen. Zy zyn gewoon hare Scheeps-kielen uit meer stukken t'zamen te zetten, als men hier te Lande doet. Zy zetten alle het werk op palen, of stokken. Zy bouwen hare Scheepen in de boegh het zwaarste, en de planken zyn daar het dikste, om den grooten aanstoot die de zelve lyden van het aanstouwende water, en om uitbarsting by de steven te voorkomen. Tusschen de leggers maken zy sleuven, tot schot voor het water, waar kettings, of touwen door komen, die na de pomp-put strekken, welke beweegelyk zyn, om het water te konnen roeren, en alle vervuilinge te weeren. Het kolsem wert by haar t'eenemaal van een gestalte binnenwaarts gemaakt als de kiel buitenwaarts, waar tegen wederzydts slaap-balken van af leggen na de scheeps zyden toe. Achter zyn hunne Scheepen meest alle onder rondt, en niet plat. De planken, die zoo voor als achter in de steven komen, werden by haar met zware bouts daar aan geklonken; 't geen men hier meest met wel te voegen te wege brengt. Het wert by zommige voor een mis-greep geoordeelt, dat by hun de Scheepen dikmaal voor boven scherp gemaakt werden, en onder breedt; daar het tegen gestelde de gebouwen na de konst doet zyn: onder scherp en smal snydt de zee, en geest schot aan 't Schip; boven breedt vergroot den inhoudt, en doet dat zy veel laden konnen: waar om men hier te Lande, en elders, de planken veeltydts voor zoo veel buight als het moogelyk is; waar in doch de middelmaat wel dient waargenoomen te zyn: te scherpe en smalle Scheepen dragen weinigh; te zware willen niet voort, en zyn loom als koeijen. Men kan daar in mede feilen, dat men de Scheepen vaak troghsgewyze maakt, zeer breedt, en onbesneden, achter al te plat, en loot-lynigh. En schoon de Engelsche Meesters wel weten dat een te smal en smuigh Schip weinigh dragen kan, te dik en te groot niet voort wil, zoo ziet men hun dikmaal deeze regels te buiten gaan. Daar-en-tegen ziet men weder Engelsch vaar-tuigh zomtydts beter zeilen, en minder afdryven, als Scheepen elders gebouwt; en zulks om dat zy zich meer bevlytigen plat, laeg, en lang te timmeren, als men in andere gewesten gewoon is te doen. Maar trachtende de Scheepen al te zeer wel-loopende te maken, maken zy de zelve zoo scherp, dat die dikmaal te rank zyn, en om vallen, indien men haar van ballast en zwaarte ontbloot. Zy zyn anderzins uitstekende en vernuftige Timmer-luiden, ook wakkere Zee-mannen, weshalven lof verdienen; en weten zich wel te redden in tydt van noot; sparende hare gort-zakken niet, om de gaten onder water te vullen, die zy weten dat uitdeijen, en, gezwollen zynde, nat keeren. Zy smelten hun teer met gloeijende kogels, om brandt te schouwen: slaan ook zeilen voor reeten en openingen in tydt van storm, om te kalefaten en te klutzen by stilte: ja in hoogen noodt ombinden zy de Scheepen met touwen; en weten, by gebrek van ankers, gevulde kisten met loot, of yzer, in haar stede te gebruiken. Het hout waar van men in Engelandt Scheepen bouwt, is hart, en sterk; doch zoo buighzaam niet als het Duitsche hout: daar om ziet men dat hare Scheepen van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer stukken aan een zyn gemaakt, en de planken ook veel smalder, als de onze. De Engelsche Scheepen hebben zomtydts dubbelde, ja drie-dubbelde kielen. Hare Scheeps-lantarens zyn aan de zyde na het Schip toe blindt: 't geen pryzelyker is als de hierlandtsche; want dus wort het gezight te scheep niet verbystert. Het is by hun een wyze de Scheepen buitenwaarts van onderen tot boven toe te teeren, en bykans geheel op te maken, terwyl zy noch op 't landt staan, 't geen met de dokken bequaamlyk kan geschieden. De voor-steven staat na 't landt toe als de Scheepen op stapel staan, en men zet die achter hoogh op. Deeze dokken zyn verscheide van maakzel: de zommige hebben kringstukkige deuren, zoo binnen als buiten uit geboogen; andere hebben geheel platte deuren: onder op den bodem, die beschooten is met hout, of ook wel slechts met kley gevloert, leggen vaste stapel-bloks. In 't verdubbelen gebruiken zy pennekens van zeker hart en bitter hout, in stede van yzere nagels, die men hier te Lande daar toe bezight. Dun loot, en bokken-hair, voegen zy zomtydts tusschen de planken in. De bark-houten aan Engelsche Scheepen steken minder uit, als men die hier te Lande aan de Scheepen plaght te maken. Het platzydigh bouwen aan Engelsche Scheepen is profytelyk, en doet hout sparen; weshalven, na hun voorgang, nu alom de verloorene boghten en kromten in de Scheepen veel werden gemydt. Boven op de galderyen, wederzydts tegens boort aan, zetten zy gemeenlyk het teken van 't Schips benaming, in beeldtwerk gesneden, zonder eenige letteren. Hare achter stevens maken zy zomtydts dubbelt, gelyk mede de kielen. Hare voor-stevens zyn kring-stukkigh, om het induiken te beletten, zoo zy voorgeven. De grootste verdeks-balk komt by de groote mast, daar de verdeks-planken ook het dikste zyn; waar op onze landtaart geen opzight neemt. Op groote Scheepen stellen zy mede stutten en banden onder de verdeks-balken, die zy ridders benamen. Zy leggen hare ankers dwars scheeps op een balk, daar toe geschikt: op onze Scheepen hangen die bezyden de steven, binnen gaats zynde, maar in zee bindt men de zelve tegen de vulling aan, of haalt die op de boegh. Zy zyn zeer naauwkeurig dat hare stukken wel passen in de poorten, zonder wiggen, of stutten, en dat die wel voorzien zyn met ringen, takels, en kogel-bakken; als mede dat de zelve niet over malkander komen te staan. Men ziet aan hare Scheepen yzere bouts met oogen, daar veeren in gestoken werden; ook die gesplitst en omgeslagen zyn; andere met zware uitstekende koppen, die het scheeps hout verschoonen in geval van botzen: en gelyk zy van oudts weinigh bouts, en spykers, tot hare Scheeps-bouw gebruikten, maar hare Scheepen slechts in een voeghden, zoo overtreffen zy hedendaaghs alle landtaart in veelheit van yzerwerk. Daar wort verhaalt, dat uit Engelandt een Schip over den Oceaan heeft gezeilt, waar aan maar een bout was geslagen, en dat in de kiel. By hen ziet men zekere tangen, die zy voor by de kraan onder water om het touw weeten te slaan, en lichten zoo het anker, wanneer de spil te zwak bevonden wert. De overloopen in hare Oorlog-scheepen ryzen weinig of niet, en zelden, maar zyn t'eenemaal plat, zonder zyd-afdalinge te hebben, dat veel onreinigheden veroorzaakt. Tusschen hare poorten, voornamentlyk in 't achter-deel des Schips, vindt men veeltydts kassen, kooijen, of kamerkens, tot lyfs-berging voor de opper en minder Bevelhebberen; deeze vullen zy met pak en zak, en alderhande zachte stoffen, om, als 't op een slaan gaat, de kogels daar in te smooren: gelyk men in Engelandt ook Scheepen vindt welkers zyden, ten zelven einde, met mosch gevult zyn. Zy bouwen hunne Scheepen dik in den buik, en zulks stevigheits halven, 't geen heden by ons veel nagevolght wert. Hare pompen zyn ketting-pompen, die te midden scheeps staan; 't geen pryslyker is als de pompen op hierlandtsche Scheepen, om dat minder onklaar werden, en meer water opgeeven; maar weder verachtelyker, om dat hinderlyk in 't scheeps ruim zyn, zwaar, en een onlieflyk geluidt geeven. Haar water, en bier, wert alle boven uit de vaten, met pompkens van vlier-hout, blik, of rotting, getapt, 't geen tot goet-houding van 't zelve veel doet. Hare Scheepen hebben veel looze poorten, die buiten om met een zoom besneden zyn. De kombuizen stellen zy onderscheidelyk, zoo achter als voor, boven en onder, altoos acht slaande dat zy, noch de bottelerye, onder niet te laegh aan 't water, of te hoogh by 't schynen der zon zyn, op dat de mont-kost niet verderve, maar goet blyve. De marssen op hunne boeg-sprieten zyn veeltydts ronde schyven, 4 of 6 in getal, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die voor wederzydts tegen de spriet aan staan, daar touwen door loopen, en waar op twee mannen bequamelyk over-eindt konnen staan. Zy voerden eertydts op hare masten groote korven aan de marssen, waar af een hunner Scheepen de naam van Cordigera kreegh, zynde dit een Schip dat zy oulings tegen de Franschen gebruikten, voerende vyftien honderdt man, nevens eenige hondert kopere bussen. In d'Engelsche oorlogh-scheepen worden de poorten meest tydts laeger gestelt, als op de Nederlandtsche. Engelsche Kitzen voeren zomtyts twee masten, en ook wel een derde, achter op een boogh staande. In 't bouwen van Kitzen vindt men groot verschil, de zommige zyn open, andere voeren een verdek, eenige twee, ook halve dekken, zoo wel voor als achter: op de stuur-pleght ziet men mede dikmaal hutten, of tenten, alwaar nevens de man te roer de kombuis en kooijen zyn; waar achter het Schip weder laeg, en op een zèlfde hooghte met den voorsten overloop is: in andere ziet men de kajuit achter hoogh opgehaalt: andere hebben voor-onders in stede van kajuiten, en zyn zeer wanschapen gebouwt: zelden voeren zy fokke-masten. Men ziet de Kitzen dikmaal rechtzydigh opgetimmert, verbreedende van onderen tot boven toe. De Engelschen smeeren hare Scheepen buiten om met zeep en talk; 't geen hier te Lande met smeer alleen geschiedt. Met gekalkt kanefas, en dat overgooten met heete pek, braeuwen zy in de reeten, tegen 't ongedierte. Zy voeren althans meer mannen scheep, als men in deeze Landen gewoon is te doen. Zy schaffen, vier en vier aan een schotel, meest vleesch, en zoute visch. Het is by haar een gebruik, in het slaan de Scheepen rondtom met roode schans-kleeden te bedekken. De wyze van haar enteren is op 't hooghste van 't Schip, 't zy aan de hut of bak, zynde wel voorzien van een enter-byl, sabel, en handt-bus. Robertus Dudlaeus, Hertog van Northumberlandt, Graaf van Warwyk, vermaart Scheeps-bouw kundige, verzon onderscheidelyke Scheeps-bouw schikkingen, van welke hier vier byzondere ten toon stelle. Het eerste, by letter A op de plaat hier nevens, is een Schip 't geen hy bestemde tot verre toghten, en kostelyke waaren te vervoeren, ook om by kryghstydt ten oorlogh te konnen dienen: het kan voeren twee lagen enkel geschut, behalven het geschut op de bak, half verdek, en hut, mitsgaders eenige bussen die van vooren en achteren langs scheeps staan, ook die voor en achter uit konnen schieten, gelyk in de vertoonde gestalte is te zien. De tentjes die men boven op uitsteken, ziet, zyn schuil-plaatzen voor het volk. Het heeft maar twee verdiepingen, en is onder vry scherp. De dwars-houten die in het ruim komen, zyn daar sterktens halve: en deeze vindt men in meest alle Engelsche Scheepen; doch zy geven ongemak in 't laden, en zyn hinderlyk in 't slaan. De kielen van alle zyne Scheepen maakte hy dubbelt, diep, en uitgeholt, om dat de Scheepen des te beter by de windt zouden houden, en niet afvallen: gelyk in deeze Landen, om de zelve redenen, de kielen zomtydts onder breeder als boven werden gemaakt, als ook de voor stevens breedt voor uit. De verdeelingen konnen uit de aangetekende cyfers en punten bespeurt werden. Het tweede, by letter B, is een Schip t'eenemaal ten oorlog geschikt: het voert in zyn tweede laagh dubbelde poorten, en bussen; 't geen, myns bedunkens, eenigh ongemak bygebraght heeft. Op den overloop, aan boort, staan wederzydts zeventien houte gaffels, om zeer zware musketten, of donder-bussen, in te leggen, die door de handt van een man bestiert werden. Dit Schip is holder als het eerste, en van drie verdiepingen, tot berging van meer menschen: het is ook niet zoo scherp als het eerste, om dat ruimte van binnen zoekt, en zoo niet op het zeilen als tot slaan wert gemaakt. Het derde geslacht, by C ten toon gestelt, is van minder toestel, voert ook minder bussen, is laeger, en lichter, waar om het bequaam is in de warme landen te varen, daar men veel kalmte heeft: het kan ook met minder volk en kosten gevoert werden. Van de vierde vorm, by D, zeght hy, dat zy wel zeilen, doch slechter tot tegenweer zyn, om hun langte over steven, en smalte. Doch zoo wie deeze Scheepen begeert ontleedt te zien, wyze ik tot het boek Arcano del Mare, by den voornoemden Hertogh van Northumberlandt in het licht gegeven, en gedrukt tot Florencen in Italien. Zyne Koninglyke Majesteit van Engelandt bezit veele zeer heerlyke, groot en konstigh gebouwde Scheepen, als de Souverein, het Londen, den Rojalen Prins, en meer andere. Het Schip Londen is lang 200 voet, ieder voet van 12 duim, breedt 45 voet: de verdekken zyn hoog 8½ voet: de kabels dik 3 span: d'ankers ieder zwaar 8000 pondt. Het overloops wulft is beschooten, en in byzondere vakken van eiken wagen-schot na de konst verdeelt, ook | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aardig beschildert; doch dit maar half weg scheeps. De huit is onder 1½ Engelsche elle dik. In 't ruim, en ook op den overloop, zyn scheeve dwars-stutten kruis-wys gestelt, vastigheits halven. Twee ketting-pompen staan voor de kombuis, welke voor op den overloop staat, waar groote broodt-ovens by zyn. Dit Schip voert gemeinlyk 900 man. Alom op den overloop zyn kamerkens voor de Amptelingen, die dwars scheeps twee kooijen hebben. De groote lantaern achter op is zoo groot, dat daar tien mannen in konnen staan. Het Schip is achter buitenwaarts vergult, ook zoo de hemel der kajuit, de voor- en achter-kamers, dubbelde galderyen, en uitkyken, wederzydts kassen, ledekanten, en rust-plaatzen. De trappen zyn breedt, gelyk als in groote huizen. Met een groote deur gaat men in het Schip. Een buis van voor de hut gaat tot aande man te roer, waar door de Stuurman, die boven staat, spreekt; en aldus werden zyne woorden te beter verstaan. De mast is, zoo verre hy op den overloop komt, beschooten, en met sny-werk geciert. Op d'overloop staat een lange tafel. De poorten zyn grooter, en vaster, als men die hier te Lande maakt. De vloeren zyn met teer en schelpen beleght. De mast is in den omtrek 3 vadem dik, en wel bewoelt, staande recht op. Men ziet'er twee betings. In 't kort, dit Schip is volmaakt van bouw, gelyk ook de andere zyn. Het Engelsch Schip, de Royale Charles genaamt, is prachtigh van gebouw, cierlyk in 't aanzien, en gemakkelyk voor de scheepelingen. Het vierkant welf achter is met beeldt-werk konstigh uitgesneden, gelyk ook het galjoen, en beide t'eenemaal vergult. De eerste overloop is met recht op staande stutten gestut; de tweede met dwars-stutten, die kruis-wys door elkander zyn verbonden; insgelyks mede de koe-brugh, of onderste overloop, die zonder ryzen of dalen, gelyk alle de andere verdekken, is gebouwt. Van den eenen overloop tot den anderen, en het geheele Schip door, gaat men zeer bequaam met trappen op, trots het beste Hof te lande. De kiel, en buik-stukken, als ook het kolsem, en alle inhouten onder, zyn van zeer zwaar hout, na de wyze der Engelschen; doch al 't boven-werk is licht opgemaakt. Op den overloop, onder het bovenste verdek, staat een tafel met zit-banken rondtom, ten dienst der bootsgezellen, en waar aan de Stuurluiden ieder in de konst der Zee-vaart onderwyzen. De Kajuit is in tweën verdeelt, door een schut, 't geen in de midden staat, daar twee open deuren in zyn: des zelfs zoldering en wanden zyn gesneden, vergult, en geschildert, gelyk als men in Koninglyke wooningen ziet. De galderyen staan wederzydts wydt uit, zoo wel binnen de kajuit als hut, daar kassen en geheimen in zyn. Aan stuur-boort van het Schip staat een overdekt geheim voor de maats, tegen de tweede overloop aan, uit welke men ook door een deur daar in gaat; en aan bak-boort is een groote trap met leuningen, langs welke men zeer bequaamlyk in het Schip gaat. De kombuis staat voor onder 't verdek, zynde in de zelve twee haert-steden, beide dwars scheeps, en tegen elkanderen aan: de rook gaat door een koperen schoorsteen. De kruit-kamer is gemaakt, gelyk zy die alle maken, voor by de boeg van 't Schip. De pomp is een rat, daar ledere emmertjes aan opgehaalt werden, die het water door bossen in zee lozen. Voor en achter is het Schip even hoog. De hut is afgescheiden, gelyk de kajuit, met een schot, dat midden door gaat: en de boven-hut is verdeelt in onderscheidene kamerkens, zoo wel voor als achter. Boven de rust steekt een zolderken uit, daar men op staat, als men water uit zee wil scheppen. Het galjoen is voorzien met beeldt-werk van Engelen, Griffioenen, enz. alles kostelyk vergult: midden in 't galjoen steekt een buis, van gestalte als een schoorsteen, die de scheepelingen voor een gemak dient. Het Schip heeft twee betingen, die op het verdek achter elkander staan. De luywagen is van yzer; en de roer-pen hangt daar aan met een bout, gaande daar niet boven over, als in onze Scheepen, maar onder door. De masten in dit Schip hellen vry veel achter over, uitgenoomen de fokke mast. De groote mast is uit meer masten aan een gezet, wel bewoelt, en met bouts doorklonken. In de bak ziet men afgeschootene kamerkens, voor Onder-ampt-lieden. De roer-pen is langer als gemeen, en zulks om dat de kajuit zeer groot is. De knechten staan onder den overloop. De pis-bak voor is zeer groot, en met loot bekleedt; gelyk ook alle de trappen. Vier bark-houten, en twee ree-houten, ziet men aan dit Schip. De poorten zyn zoo geschikt, dat zy de bark-houten niet komen te quetzen. Dit Schip kan weinig minder als hondert stukken kanon voeren. De ankers werden met kettings opgezet. Dit doch misstaat eenigzins het zelve, dat zyne boorden rechtzydigh op gaan, en vervolgens van geen al te aangenaam beloop zyn. In Engelandt is onlangs een Schip gebouwt, Britannia geheten, dat hondert en twintigh stukken geschut voert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de Teems tot Londen lagh wel eer een Vaar-tuigh vertuit, dat de naam van Neptunus Court droegh. Het was plat, en had vier toorens, op ieder hoek een, die zoo ruim waren, dat zy voor kamers dienden. Het overige van 't Schip was omtrent 14 voet hoogh, onderscheiden in gemakken, waar boven galderyen en wandel-plaatzen waren, gelyk ook om laeg opene lust-kamers. Het was alom met vierkante vensters voorzien, en hadde twee deuren. Het hout-werk buitewaarts was met zeegedroghten beschildert. Het diende tot een herberg, en drink-huis, voor de Londensche burgers. Om de aardigheit van het gebouw wert dit hier aangetekent. De Lichters, tot Londen gebruikelyk, zyn grof van bouw, plat, en bykans vierkant; zy worden staande voort geroeit. De Engelsche Wirrien zyn schuitjens, waar mede men zich langs de vliet de Teems laat roeijen: zy zyn lang en smal van maakzel, dun van hout, spits en smoeg van vooren, achter smoeg en wel getilt, doch kort, en niet ongelyk aan de Groenlandtsche sloepen hier te Lande. Gilde-barsjens zyn lange speel-schuiten, die de Gilden tot Londen gebruiken, om zich langs de Teems te verlustigen: deeze worden wel van 20 of 30 man voort geroeit: zyn buitenwaarts ten halven vergult, en kostefyk besneden: zy zyn zeer snel in 't voort varen. Ook ziet men daar diergelyke Barsjens voor den Koning, als mede voor den Lord Major, doch praghtiger toegetakelt, zynde langh 120 of wel 130 voet. In de Engelsche Virginies bouwt men Scheepen die bykans kantig van vorm zyn, daar de hardigheit van 't hout oorzaak van is, welkers voor-stevens uit verscheide stukken worden gemaakt: zy hebben bakken, die 2 of 3 voet in 't ruim hangen, en boven ook zoo veel uitsteken: de inhouten zyn hecht met banden doorvlochten: de man te roer staat verheven, zoo dat hy achter en voor over het geheele Schip kan zien. De Engelschen zyn naerstig in het meeten van den loop der Scheepen door zee, met touwen achter uit te laten dryven, daar iets zwaars aan is, 't geen het zelve standt doet houden, terwyl een glas loopt, en het touw ontrolt wert: gelyk zy mede steedts met het loot in de handt zyn; dat zeer pryzelyk is. Haar ontbeeren mede geene zeer bequame Scheeps-wetten, en inzettingen; waar van hier eenige, ten preuve, laat volgen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
James, Hertoge van Jork en Albany, Grave van Ulster, Lord Hoog-Admiraal van Engelandt en Yrlandt, &c. &c. Konstapel van 't Kasteel Douvren, Lord Bewaarder van de vyf Havenen, en Gouverneur van Portsmuiden, &c. &c. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Generale Instructie voor N N. Kapitein.VOor eerst zult gy zorge dragen, dat den almaghtigen Godt getrouwelyk werdt gedient aan boort van u Schip, twee maal ieder dagh, by 't gantsche scheeps-volk, volgens de Liturgie van de Kerke van Engelandt: en dat laster, dronkenschap, zweeren, en ontheiligen van Godts Naam wert belet, verhindert, en gestraft. II. Gy zult u inmiddelyk hebben te begeven aan boort van zyn Majesteits Schip......, waar van ghy bestelt zyt tot Kommandeur, of Bevelhebber, en zorgvuldighlyk waarnemen in wat toestandt het zelve is, en in wat tydt het magh vaerdigh zyn omme ter zee te gaan; waar van ghy narichtinge aan myn zelfs zult geven, en aan de voornaamste Bevelhebbers, en Gemaghtighden van zyn Majesteits Vloot: als ook, of daar eenige nalatigheit zy by eenige Opzighters van de Werf, of van het Schip, in het vervaerdigen van dien, en wie schuldigh zyn aan 't zelve; ten einde de overtreders mogen werden gestraft, en den dienst verhaast. III. Gy zult hebben te eisschen, en te ontfangen, van de Klerk van de Rekening, een Rekenboek, behelzende de hoedanigheit en toestandt van ieder byzonder stuk van het loopende en staande wandt, en het meest waerdige van de Bootsmans voorraat, als kabels en dun touw-werk, ankers, overigh kanefas en zeilen; en dat inmiddelyk, eer dat gy zult verplaatzen: ghy, met hulp van de Schipper (die mitsdeezen wert gelast u hier in te dienen) zult overslaan het wandt des Schips, zorghvuldighlyk het zelve beschouwen, en onderscheidelyk in aght neemen wat nieuw touw-werk gebezight is in 't scheeps wandt; op dat, als den Koning nieuw hadde verschaft, het Schip met geen oudt moght bestelt zyn. IV. Gy zult zorgvuldigh zyn om te onderzoeken en waar te neemen het aan boort brengen van alle voorraat, tot den dienst van 't Schip, dat het zelve magh geschieden in behoorlyken tydt, en dat niet een gedeelte van dien magh werden achter gelaten, en zyn Majesteit gebragt tot een onnootwendige last, in 't overvoeren van de zelve, na dat de Scheepen zullen t'zeil gegaan zyn: en indien ghy eenige nalatigheit of misverstandt daar in vindt, daar van onderricht te geven aan de voornaamste Bevelhebbers, en Gemaghtigden van zyn Majesteits Vloot. V. Als alle de voorraat zal aan boort zyn, zoo zult gy de onderlinge Bevelhebbers, voorzien met de last van zyn Majesteits voorraat, te verzoeken hebben, u voort te brengen het tegen-schrift van 't erken-schrift, en begeeren dat daar van dubbelt voor u mogen geschreeven werden, of by den betaalder, of iemandt anders, die gy zult goetvinden; op dat gy mooght weten met wat voorraat dat ghy uit gaat. VI. En voor zoo veel als het is gekomen tot een gemeene (doch ondragelyke) misslagh, dat de Beampten, die zyn Majesteits voorraat zyn vertrouwt, zoo wel van leeftocht als van kryghstuigh, wandt en timmer-werk, de zelve zeer dikmaal laten bederven, eer die aan boort werden gebraght; zoo zult ghy daar toe stellen eenigh | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trouw volk, behoorende tot het scheeps-volk, om een rekening in geschrift te maken van alzulke voorraat als aan boort is gezonden: op dat ghy het alzoo niet gantsch alleen zoude laten staan aan de Betaalder, om de leeftocht aan boort te brengen: door welkers nalatigheit, of bedrogh, een gantsche reize zoude verlooren gaan, en 't leven van het bootsvolk gewaaght worden. En ghy zult alzoo ook zorgh dragen, dat geene van deeze leef-middelen zullen werden verteert, geduurende den tydt dat ghy zult zyn onder kleine ordre. VII. Zoo haast het Schip uit de Haven zal zyn gegaan, of tot een behoorlyke tusschen-standt van de Timmer-werf, van waar 't zelve was uitgezet, zal gebragt zyn, zoo zult ghy alle de voor-raat der onderlinge Beampten bezightigen, zoo naauwkeurigh als de stouwinge van 't Schip kan lyden, vergelykende her geene ghy vindt met de onderlinge erken-schriften; en begeeren, dat de handt van die de leeftocht gelevert heeft by den Betaalder werde voortgebragt, behelzende de hoeveelheit der leeftocht, gelevert tot het gebruik van 't Schip, en in wat Scheepen de zelve was gezonden: En ghy zult eens in twee maanden rekening nemen van de voorraat van u Schip, vergelykende het verteerde met het geene over blyft. VIII. Ghy zult niet lyden dat eenige van zyn Majesteits provizien zullen gebezìght, gebruikt of verdaan werden aan boort van zyn Majesteits Schip, onder u bevel; noch niet toelaten dat iets aan stukken wert gesneden, of gesplits; noch het uiterste eindt van een Kabel gehakt; ofte dat eenige Zeilen werden afgesneden, of kleinder gemaakt, of Kanefas tot de oude wert gegeven, om te lappen, anders als ghy zelfs, met voor-weeten en goetvinden van u Schipper, op uwe eigene beschouwing, hebt geoordeelt dienstigh te zyn, en vereischt te werden, en daar ghy last toe geeft: ook zult ghy bezorgen dat een rekening van de groote werken, die noodigh gedaan waren, onder uwe en des Schippers handt getekent zy, tot uwe verantwoordinge; op dat alzoo alle noodelooze vernieling magh voorgekomen werden, of dat ghy u zelfs onschuldigh moogt stellen, indien eenige gemaakt zy. En ghy zult ook hebben aan te tekenen in u Reken boek wat verandering op ieder Touw geweest is, geduurende de reis; wat provizien verstrekt zyn, en tot wat dienst; wat Touw-werk, of Kanefas afgesneden is; wat Kabels, Ankers, of Haken verlooren zyn, en by wat toeval: welk Reken-boek, zoo opgerekent als voor geschreeven is, ghy inmiddelyk op u aankomst zult overleveren, en zenden aan den Reken-meester van zyn Majesteits Vloot. Ghy zult ook zorge te dragen hebben, dat geene voorraat werde verstrekt aan eenige van zyn Majesteits Scheepen, dan voor welke het noodigh is, noch aan Koopvaardy-scheepen, als waar voor ghy zelf verantwoorden wilt: en dat, zonder nalaten, by de eerste gelegentheit van Konvoy, of geleide, ghy zult maken dat narichtinge van dien worde over gebraght aan de Reken-meester, om zulks te stellen tot laste van eenige van zyn Majesteits Scheepen, of dat weder te eisschen van de Koop-luiden. IX. Ghy zult eens des weeks, of meermaals, zoo ghy oorzaak ziet, een rekening nemen van de Hoogh-bootsmans, Busschieters, en Timmer-luiden voor-raat, houdende een Tegen-boek daar af; op dat ghy alzoo aller wegen mooght weten den toestandt van het Schip, en des zelfs voor-raadt; als mede, om bequaam te zyn, en verzekert, van hare rekeningen met kennisse, ten einde van de toght, te tekenen: en dat uwe onachtzaamheit u hier in niet misleide, om te tekenen alzulke dingen, die op onderzoek bevonden mogten werden valsch te zyn. X. Zoo haast bevel zal gegeven werden dat 'er volk te scheep komt, zoo zult ghy van de Klerk der Rekening van de Werf daar het Schip leght, te ontfangen hebben een aantekening, wat getal van volk goet gevonden is voor het Schip, geduurende de reize; en als dan naerstighlyk u begeven tot verkryginge van u getal, volgens zoodanigh bevel als uitgegeven zal werden by de voornaamste Opperhoofden, en Gevolmaghtighde van zyn Majesteits Vloot: en daar toe zult ghy zorgvuldigh zyn om bequame luiden uit te kiezen, en nutbaar tot zyn Majesteits dienst, niet toelatende dat het Schip werde beladen met jongens, of zwakke persoonen: En geduurende de reis zult ghy zorge dragen dat u gestelt getal altydt vol zy; en ghy zult niet in het Boek doen stellen eenige boven-tallige, als daar ghy byzondere last toe hebt om zoo te doen, 't zy van myn zelfs, ofte van u Hooft-Kommandeur; uitgenoomen zulke van zyn Majesteits onderdanen, die Schip-breuk of eenige andere noodt zullen geleden hebben; gelyk ook die geene, welke ghy zult nemen uit een vreemt Schip, welke geen betalinge zullen ontfangen: en derhalven zult ghy zorge dragen, dat de Betaalder van zyn Majesteits Schip, onder u bevel, haar doet stellen in een byzonder Boek, of op een kolomme van zyn Boek, afgescheiden van die, welke van 't scheeps-volk zyn, en betalinge genieten. En zoo haaft als ghy zult komen in eenige Haven van zyn Majesteits gebiedt, zult ghy zoodanige boven-tallige zee-luiden, die ghy zoo aan boort hebt ontfangen, of van vreemde, of die schip-breuk geleden hebben, te lande zetten; op dat alzoo zyne Majesteit niet bezwaart magh werden met eenige onnoodige last. XI. Eer gy ter zee gaat, zult gy hebben te ontfangen, van de Klerk der Rekening van de Werf, een volmaakt Monster-boek, van u volks namen, en hare aankomsten, met de rekening van zulken als niet verscheenen zyn in de laatste monstering. XII. Wanneer eenigh man zal aangenoomen werden, om in zyn Majesteits Schip te dienen, onder u gezagh, zoo zult ghy voort in een Boek schryven (by u zelfs tot dien einde te nemen) de namen van alzulke persoonen als aangenoomen zyn, uitdrukkende den dagh van de Maandt, en het Jaar van haar aankomst; en desgelyks op de kant by te voegen de byzondere dagh van ieder mans ontslaging, eer ghy haar paspoort tekent. En ghy zult eens des weeks u scheeps-volk hebben te monsteren, en te neemen nette merk en rekening van alle af zynde persoonen zonder verlof; op dat ghy daar door moogt bequaam zyn te stellen den dagh van ieder mans wegh loopen, of doodt: 't geen ghy alzoo zult teikenen op de kant van u boek. Gy zult eens in ieder twee Maanden aan de Bevelhebbers van de Vloot twee Monster-boeken opzenden, het eene voor den Thesaurier, het ander voor de voornaamste Bevelhebbers, en Volmaghtighde van zyn Majesteits Vloot, (getekent by u zelfs, en de overige Gezaghebbers, die gewoonlyk de paspoorten tekenen) van de namen, tyden van inkomst, ontslaginge, doodt, of weghloopinge van eenige van u volk; op dat zy daar door bequamelyk moogen onderricht zyn, en betalen zulke paspoorten als by u gemaakt zyn, geduurende uwe reis. XIII. Ghy zult zorgvuldigh wezen, niet onnoodig eenige persoonen by paspoort te ontslaan; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zynde de meining van die gewoonte alleenig voor zieke luiden: en wanneer ghy eenige zult ontslaan, zoo zult ghy zorge dragen in de achtinge van dien, dat ghy niet iemandt be-eernaamt voor een bequaam zee-man, welke zoodanigh niet is: en te gebruiken de zelve merke en achtinge in het Zee-boek, ten einde van de reis. XIV. Ghy zult aan boort van u Schip niet te neemen hebben als bequame zee-luiden, en niemandt welke niet zeven jaren ter zee heeft gevaren, (de gewoonelyke tusschen-tyden tusschen de toghten uitgenoomen) en alleen heeft gedaan en kan doen de gantsche plicht van een bequaam zee-man, en zal 24 jaren moeten oudt wezen. Ghy zult ook geen persoon tot een gemeen boots-gezel mogen maken, die geen zeven jaren, ten minsten, ter zee heeft gedient, en bequaam is het Schip te bestieren, of te doen het geene daar hy toe vereischt wort; uitgezondert dat ghy last ontfangt om zoo te doen. XV. Gy zult zorge dragen van u scheeps-volk in goede plicht en tucht te houden, dat zy aan boort, en alzins vaerdigh ten dienst zyn; en tot voorkoming van brasseryen, wanneer afwezigh van 't Schip zyn: derhalven zal niemandt mogen van 't Schip gaan als met u eigen verlof, of, in u afzyn, van den Luitenant, of den Schipper. XVI. Eer u Schip uit de Haven gaat, hebt ghy zorge te dragen voor 't verdeelen van u volk, stellende een genoegzaam getal van bequame luiden voor de groote en kleine stukken, en tot het schikken der zeilen, enz. gelyk gebruikelyk is; op dat alzoo ieder man, by voorval van dienst, magh weten zyn plicht en plaats. En gy zult niet alleenlyk doen maken een wel geschreeven Tafel, om opgehangen te werden in de stuur-plaats, van alle des scheeps-volks namen, en haar onderlinge Quartieren; maar ook doen maken een klein Geschrift, om geplakt te werden in ieder Quartier van 't Schip, behelzende de namen van zoodanige persoonen als tot dat Quartier zyn bescheiden. XVII. Wanneer het Schip, onder u bevel, in vreemde dienst zal zyn, zoo zult gy geen gelt uit te schieten hebben, tot verstrekking voor het Schips voor-raat, leef-tocht, of andere noodtwendigheden, of daar moest een geheele en onschouwelyke noodtwendigheit wezen, of dat gy uitdrukkelyke ordre van u Opperste had om zoo te doen: En in geval van eenigh zoodanigh uitschot, daar zal geen erkentenis van gedragen werden, als voor zoo veel als ghy volkomen toezegginge daar van kondt voort brengen. XVIII. Gy zult, te zamen met den Schipper en Hoogh-bootsman, (en met den Konstapel, voor zyn Maat) hebben te besluiten, wie dat de minder Officiers zullen wezen; en ook zoo de bequaamste zee luiden, gemeene zee luiden, zwabbers en jongens; de zelve op 't Zee-boek wel uitdrukkende, zonder eenige zydigheit, of gunste. XIX. Gy zult niet te tekenen hebben eenige paspoorten, tot ontslaging van eenige van u volk, als zulke dat gedrukte paspoorten zyn; om voor te komen de groote hinder en schade, die zoo dikmaal den Koning bejegent, door het nabootzen van de paspoorten. En ghy zult, eer ghy ter zee gaat, zenden, of eisschen, aan de Klerk van de Acten, om een gedeelte van gedrukte paspoorten; die ghy zorgvuldighlyk by u hebt te nemen, en te gebruiken, als daar toe voorval zal wezen: En op u t'huis keeren zult ghy rekening te geven hebben aan de gezeide Klerk van de Acten, van het verbruik van ieder onverbroken paspoort. XX. Zoo dikmaals als u Schip in eenige Haven zal komen, en aan strandt geleit, of op gehaalt is, om schoon gemaakt te werden, zoo zult ghy wel zorge dragen dat de beamptelingen, en zee-luiden, gelykelyk blyven, en geduurigh dienst doen, om 't Schip weder van de werf te brengen: en zy zullen niet te denken hebben dat haar plicht voltrokken is wanneer zy het Schip eerst daar gebraght zullen hebben, of als het aan strandt is geleit, al schoon het in een Havens is waar de Officieren, en 't volk van zyn Majesteits werf, by der handt zyn om te helpen. XXI. Ghy zult op alle voorvallen alom betrachten de standthouding van zyn Majesteits eere, gevende bescherming voor zyne Onderzaten, en u bevlytigende wat in u is, om haar te verzekeren, en aan te moedigen in haar handel: En ghy zult niet hebben te verongelyken eenige van de onderzaten van zyn Majesteits Vrienden, of Bondt-genooten. XXII. In 't ontmoeten van eenigh Schip, of Scheepen, in zyn Majesteits Zeên, behoorende tot eenigh vreemt Prinsse of Staat, zoo zult ghy te verwaghten hebben dat zy in het voorby varen voor u hare Top-zeilen stryken, en haar Vlaggen innemen, in erkentenis van zyn Majesteits opper-gezagh en souverainiteit in deeze Zeén; En of iemandt moghte weigeren het zelve te doen, of wil tegenstaan, zoo hebt ghy u uiterste vlyt aan te wenden om hem daar toe te dwingen, en in geenen wyze te lyden dat eenige oneere aan zyn Majesteit werdt gedaan. En of eenige van zyn Majesteits onderdanen zoo verre haar plicht moghten vergeten hebben, dat zy na lieten hare Top-zeilen te stryken als zy voorby u passeeren, (als het kan gedaan worden zonder verlies van de reis) zoo zult ghy hem op te brengen hebben tot de Vlagh, om zyne verachtinge te verantwoorden; of anderzins aan my te zenden de naam van 't Schip, en Schipper, gelyk ook van de Plaatze van waar, en de Havenen waar na toe het gezonden is; ende ghy zult den Schipper van dien doen betalen de kosten van de schooten die ghy op hem hebt gedaan. En ghy zult verder aanmerking te nemen hebben, dat zyne Majesteits Scheepen in zyne Majesteits Zeên in geenderhande wyze stryken voor andere: en dat in andere Plaatzen geene Scheepen van zyn Majesteit haar Vlagh, of Top-zeil, stryken voor een Vreemdeling, 't en zy zoodanigh vreemt Schip eerst zal gestreken hebben, of op de zelve tydt zyn Vlagge en Top-zeil strykt voor zyn Majesteits Schip, uitgenoomen in de Havens van zommige Prinssen, of op de Rede, binnen het schieten van 't kanon, van eenigh Fort of Kasteel; alwaar de Kapiteins van zyn Majesteits Scheepen haar zullen hebben te gedragen na de gewoonte in die Plaats, en de Forten te begroeten, in zoodanigen wyze als gebruikelyk en gewoonelyk is voor de Scheepen van oorloge van zyne Majesteit, of van andere Prinssen, in die plaats. En op dat ghy u te beter zoudt dragen in dit Lidt, zoo hebt ghy in achting te nemen dat zyn Majesteits Zeên strekken tot de Caap Finisterre. XXIII. In geval van het by u bekomen van eenige Pryzen, in tydt van oorlogh, zoo zult gy zorge te dragen hebben, dat inmiddelyk na de bekominge van dien de bylen opgesloten worden, en dat alle goederen en koopmanschappen, tot haar behoorende, gelyk ook alle de Scheeps-rusting, verzekert werde voor verderf; en dat het Schip in de Haven werde gebraght, om by het hooge Hof van de Admiraliteit daar tegen geraadtpleegt te werden. En gy zult ook maken dat de Officiers van de Prys ondervraagt werden, en drie, of meer, van het scheeps-volk, dat het beste blyk kan geven, bewaart werden, en (te zamen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met de Chart-partyen, geschriften van de lading, en andere aan boort gevonden papieren) opgezonden werden aan het hooge Hof van de Admiraliteit. XXIV. Tot voorkoming van de bedroefde toevallen, die dikmaal aan boort van de Scheepen komen te gebeuren, door brandt, zoo zult ghy byzonder zorge hebben te dragen, en ordre te stellen, dat ieder nacht, voor 't aanstellen van de wacht, beide vuur en licht werden uitgedaan, en wel byzonder in 't hol, Botteliers kamer, en Koks plaats; en gy zult hebben te stellen eenige zorghvuldige Officiers, om te gaan in de Koks plaatze, en tusschen de verdekken te zien, of het zelve voltrokken is; en dat daar na geen kaerssen zyn in byzondere hutten, of tot het scheeps gebruik, als in lantaernen. En ghy zult desgelyks ook strictelyk hebben te verbieden het gebruiken van Tabak; alleenlyk in 't Voor-kasteel, zoo daar een is, over een tobbe met water, of, waar geen Voor-kasteel is, op het opper-dek, is 't geoorloft. XXV. Gy zult zorgvuldigh zyn tot het bewaren van u Boven-masten, hen niet wagende in buyigh weêr, en anders niet als in jaght, of andere drukkende noodt en gelegentheit; en gy zult ook bequame tyden waarnemen om uwe bramzeils, achter touwen, enz. op te zetten, byzonderlyk wanneer die nieuw zyn, en bequaam om te gebruiken. XXVI. In 't ontmoeten van eenigh Schip, of Schuit, zult ghy hebben te zenden aan diens boort eenige persoonen, (voor wiens beleefden handel ghy zult verantwoorden) om te zien of daar iemandt van zyn Majesteits onderdanen aan boort is, tegen zyn Majesteits uitroepinge, verbiedende aan zyne onderdanen eenige vreemde Prins, of Staat, te dienen; en zoodanige als gevonden werden, zult ghy doen afnemen: en ghy zult den Schipper, of Kommandeur van dat Schip, in 't welke ghy die vindt, dwingen, aan hen te betalen alzulken loon als hy haar schuldigh zal wezen, voor den tydt die zy gedient hebben. Het welke, gelyk als het magh dienen tot een middel om te maken dat zyn Majesteits onderdanen haar zelfs zullen ontdekken, wanneer zy aan boort zyn van vreemde Scheepen; zoo zal het ook alzoo de vreemdelingen doen nalaten haar aan te nemen. XXVII. Ghy zult ook te onderzoeken hebben alle Kapers, die, ghy ontmoet, 't zy dat het zyne Majesteits onderdanen zyn, of vreemdelingen: en in gevalle ghy aan haar boort eenige Engelsche goederen, wapenen, voor-raat van oorlog, of leesrocht zult vinden, zult ghy naauwkeurigh doen onderzoeken van wien zy de zelve hebben; en in geval zy daar van geen goet bescheidt geven, of dat ghy rechtvaerdige reden zult hebben om te gelooven dat de zelve zyn genoomen van eenige zyner Majesteits onderdanen, zoo zult gy als dan die Scheepen brengen in eenige Haven, om daar tegen gehandelt te werden volgens verdienste. XXVIII. Voor zoo veel de Salvo-schooten aangaat, zult ghy kennis nemen, en naauwkeurig volgen het navolgende Reglement, te weten: Een Kapitein van een Schip van de tweede rang, wezende noch Admiraal, Vice-Admiraal, of Schout by Nacht, in zyn eerste komft, en groet van zyn Admiraal, of Kommandeur als Hooft, zal geven elf schooten, zyn Vice-Admiraal negen, de Schout by Nacht zeven, en de andere evenredigh twee minder, volgende haar rang; maar den Kommandeur van eenigh Schip zal zyn Admiraal, of Kommandeur, niet hebben te groeten als Hooft, na dat hy zulks eens gedaan heeft, uitgezondert als hy twee maanden van de Vlagge is geweest. Wanneer een Schip van de tweede rang zal voeren eenigh Ambassadeur, Hertogh, of Edelman, op zyn komste aan boort zullen elf schooten gedaan worden, en op zyne landing vyftien: En wanneer het zal voeren een Ridder, Lady, of Gentilman van aanzien, op haar aan boort komen zullen zeven schooten gegeven worden, en op haar landing elf: en de andere Scheepen zullen twee schooten minder geven, volgens haar rang, en getal van stukken. Wanneer een Admiraal van uitheemsche Natie wordt ontmoet, zal hy geantwoort werden met gelyk getal schooten, by al de Scheepen, die hy groet. Indien een Vice-Admiraal ontmoet wort, dan zal hem den Admiraal met twee schooten minder, maar den Vice-Admiraal, Schout by Nacht, en zoo menigh Schip als hy zal begroeten, met gelyk getal antwoorden. Indien een Schout by Nacht ontmoet wordt, dan zal hem den Admiraal, en Vice-Admiraal, antwoorden met twee schooten minder; maar indien hy de Schout by Nacht, of eenigh ander Schip begroet, zoo zullen zy hem antwoorden met gelyk getal. Wanneer een Oorlogh-schip, of Koopvaardyschip, van andere Natie, of van ons zelf, een van des Konings Scheepen groet, zal hy beantwoort worden met twee schooten minder. Wanneer een van de Kapiteins van zyn Majesteits Scheepen gelegentheit zal hebben om een van des Konings Kasteelen te groeten, zoo zal hy twee schooten minder schieten, als geschikt is te geven in 't groeten van haren Admiraal, of Kommandeur als Hooft, gelyk boven is gezeit. XXIX. Tot regulering van de onnoodtwendige vernielinge en vernietinge van de Busschieters voorraat, zoo zult ghy zorgvuldigh waarnemen de volgende Regulen. Eerstelyk: Ghy zult niet hebben te erkennen, op des Busschieters bericht, tot de verdervinge van Yzer-werk, Bedden, Stukken, Koper, Lepels, Bed-lakens, getouwde Huiden, of andere voorraat, die niet bederffelyk zyn, 't en zy het dadelyk blykt dat de zelve zyn verlooren of bedorven in den dienst. 2. Na dat de Stukken zullen geladen zyn tot den dienst, zal het Buskruit en Loot niet weder werden bezoght als na den tydt van zes Maanden, als alleenlyk op byzondere voorvallen. 3. Dat geduurende de eerste Maandt het volk twee maal ter week geoeffent zal worden, ten einde dat zy goede Busschieters moogen worden; toestaande zes schooten voor ieder oeffening: dat zy in de tweede Maandt ieder week een maal zullen geoeffent werden; en daar na alleenlyk eens in twee Maanden, toestaande zes schooten voor ieder oeffening. 4. Dat geen Wapen- of Stukken-smit zal ontfangen werden aan boort van eenige zyner Majesteits Scheepen, als de zulke, die beproeft zyn by den Meester van zyne Majesteits Stukken voor een bequaam werk man: en niet ontfangen zyne betalinge, dan op de verklaringe van dien Officier, dat hy zyne plicht wel heeft gedaan. 5. Dat na eenigh geveght met den Vyandt een goede rekening zal werden genoomen, by den Kapitein, of andere voorname Bevelhebbers van het Schip, indien afwezigh van de Vlagh is, of, indien by de Vlagh is, by zoodanige als den Hooft-Bevelhebber zal bestellen, van al het Buspoeder, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onder zyn bewaringe, het zy in Balen, Kardoezen, Stuk laden, Hals-banden of Bandeliers, of anderzins; en dat de gezeide rekening zal bevestight werden onder hare handen, dat van die tydt af verbruiking van 't Buskruit, geduurende het geveght, magh verzekert werden. 6. Ghy zult aan den Meester van zyn Majesteirs Stukken hebben te verklaren, wat Stukken, Buspoeder, Loot, of andere voorraat, van tydt tot tydt zy gekomen in uwe of des Busschieters bewaringe, uit eenigh Schip genoomen, als een Prys; en dat de zelve werdt gebraght onder des Busschieters rekening, en getuight by u zelfs, en andere voorname Bevelhebbers, onder uwe eigene handen. 7. Op de doodt van eenigh Busschieter ter zee, zal den Kommandeur van het Schip inmiddelyk maken dat een overblyf van al de voorraat werdt genoomen, en getuight onder zyn eigen en andere voorname Bevelhebbers handen; en zal de zelve by d'eerste gelegentheit over zenden aan de Officiers van zyn Majesteits Stukken, om daar te verblyven, als een last tot den volgenden Busschieter, in 't passeren van zyne rekeningen. En de Kommandeurs zullen alzoo mede maken dat gelyke rekeningen worden genoomen van de leef-voorraat, Hoogh-bootsmans en Timmermans provizien; en de zelve overleveren, getuight als vooren, aan de voornaamste Officiers, en Gemaghtighde van zyn Majesteits Vloot. 8. Dat ieder Kapitein, op zyn naderen in de Haven, daar van zal boodtschap zenden, ren einde dat tydelyk ordre magh werden gegeven, om wegh te nemen het overblyfzel der voorraat van de Stukken, zoo haast als het Schip in de Haven zal gekomen zyn: en dat, eer van zyn Schip af gaat, hy zal maken dat de Buspoeders plaats toegeslooten werdt, en d'andere provizien van de Stukken verzekert, tot het overblyf is wegh genoomen. XXX. En dewyle menighmaal klagten werden gemaakt, dat de Bevelhebbers van zyn Majesteits Scheepen dikmaal in het uit gaan, en te rugge keeren van vreemde Havenen, aan boort ontfangen koopmanschappen van alle slagh, waar by zyn Majesteits dienst niet alleenlyk werdt onteert, maar ook menighmaal den Koning werdt te kort gedaan in de Rechten en Inkomsten, op het inkomen van zulke goederen en koopmanschappen, tot zyn Majesteits groote schade: Zoo werdt gy derhalven scherpelyk belast, en afgeëischt, aan het boort van 't Schip, onder u bevel, niet te ontfangen eenige goederen Koopluiden toebehoorende, noch in of uit zyn Majesteits gebiedt te brengen (Zilver, Koper, of Bullion, alleen uitgezondert) tot eenige plaatze over zee. Als ook niet in te brengen, of uit zyn Majesteits gebiedt te vervoeren eenige hoeveelheit van goederen of koopmanschappen, anderzins, of meer, als geoordeelt kan werden van nooden te zyn tot u eigen gebruik. XXXI. Ghy hebt naauwkeurigh in achtinge te nemen, en te volgen, alle ende een ieder van deeze voorschreeve beveelen, en voorder zoodanige beveelen en berichten, als ghy van tydt tot tydt, van my zelfs, of iemandt anders, u Opper-Officier, in de Vloot, tot zyn Majesteits dienst, zult ontsangen.
Gegeven onder myn handt, &c. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe Bestellinge, strekkende tot verzekeringe, en beter schik voor de Oorlogh-scheepen, en Zee-kasteelen, van den Doorluchtighsten Carolus II. Koning van Engelandt, &c. &c.TOt beter bestieringe van des Konings Oorlog-scheepen, en Zee-kasteelen, (waar door, onder Godts voorzienigheit, en bescherminge, de welstandt en sterkte des Koninkryks bevordert wordt) zyn eenige ordres en leden ontworpen, door last van zyn Majesteit, met toestemming der Heeren, op dien tydt in het Parlement vergadert, met last en bevel, dat elk en een ieder punt getrouwelyk van een iegelyk zal onderhouden werden. I. Zal voor eerst, en voor al, by alle Hoofden van de Vloot, het zy hooge, het zy laege, goede zorge gedragen worden dat den openbaren Godtsdienst, na de ordre der Kerke, hier in Engelandt vast gestelt, op alle de Oorlogh-scheepen, tot alle plaatzen, zeer naauw geviert en onderhouden werde; zullende Gebeden en Predikatien naar gewoone ordre worden gedaan; ook zal des Heeren Wet eerbiedigh werden onderhouden. II. Alle en een ieder, in des Konings dienst zynde, zal hem zorghvuldigh waghten van vloeken, zweeren, dronkenschap, of eenige andere onreinigheit, strekkende tot oneere Godes, en verderf van goede zeden, op straffe van gevangenisse, of na dat den Richter zal oordeelen. III. Alle en een iegelyk van de Vloot, die bevonden wordt heimelyke kennisse te houden met eenigh Potentaat, zynde van des Konings vyanden, zonder kennis van de Hoofden der Vloot, zal daar op met de doodt gestraft worden. IV. Indien eenigh persoon een brief van eenig Potentaat, zynde een vyandt van zyn Majesteit, ontfangt, en binnen de tydt van 12 uuren niet bekent maakt, hebbende daar toe eenige gelegentheit gehadt, aan eenige Hoofden van de Vloot, zal met de doodt gestraft worden, of zoo als het den Richter zal goet vinden. V. Niemandt zal aan eenig vyandt in tydt van oorlogh eenige hulpe ofte bystandt doen, het zy waar mede dat het zoude mogen wezen, op straffe van de doodt, of zoo als het den Richter zal verstaan. VI. Indien in eenigh Schip, dat de onze mogten veroveren, eenige bullen en brieven gevonden werden, zoo zullen die bewaart, en de voornaamste opgezonden worden; en zoo iemandt niet oprecht hier in moght handelen, zal zyn gedeelte van de Prys niet genieten, en gestraft worden na bevindinge van zyn misdaadt, of na dat het den Richter zal goet vinden. VII. Niemandt zal hem ook vervorderen eenigh goet, het zy wat het zoude mogen zyn, uit een verovert Schip te nemen, maar zal het Schip met al zyn goedt geheel werden opgebraght, of zal gestraft worden na het den Richter zal oordeelen, ofte het zy dat hy iets als een buit zelve zal verovert hebben in het geveght. VIII. Niemandt zal ook eenigh Touw, Ankers, of eenigh Wapen-tuig uit het Schip nemen, op straffe van de doodt, ofte na bevindt van de misdaadt. IX. Indien eenigh vreemdt Schip als prys genomen wordt, zoo en zal dat Schip dan niet veghten, nochte niemandt van de Hoofden, ofte het gemeen volk, zal van zyne kleederen berooft, of qualyk gehandelt worden, op straffe van dubbele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schade; maar alles zal geheel gelaten werden, tot dat daar over in de Kryghs-raadt zal geoordeelt zyn. X. Alle en een ieder Kapitein, ziende de Scheepen van den vyandt, of het teken van het veghten, zal gehouden zyn alles tot het geveght tesstondt gereedt te maken, en het volk aan te moedigen, op straffe van afgezet te werden: zal ook niet om quartier mogen roepen, op straffe van de doodt, of na bevindt van de misdaadt. XI. Alle Oversten zullen gehouden zyn de beveelen van hare Hoofden en Admiraals getrouwelyk te onderhouden in het vallen op den vyandt, ofte in het veghten tegen den zelven, even als andere beveelen, op straffe van de doodt, ofte na zwaarheit van de misdaadt. XII. Alle en een ieder, groote of kleine, die ten tyde van het geveght zich te rugge houdt, of niet mede op den vyandt aanvalt, niet doende zyn uiterste plicht tegen den zelven, zal met de doodt gestraft worden, of na de omstandigheden van zaken. XIII. Indien eenigh Konvoyer, of Bygeleidschip, niet getrouwelyk de Koopvaardy-scheepen zal geleiden en beschermen, maar haar verlaten, en niet helpen tegen den vyandt, of eenigh ding van de Koopvaarders komt te eischen, zoo zal hy de schade vergoeden, en men zal lyf-straffelyk tegen hem pleiten by de Admiraliteit. XIV. Indien eenige van de Vloot haar vyanden niet ten uitersten vervolgen, en hare vrienden helpen, zoo zullen zy gestraft worden met de doodt, of na dat het den Kryghs-raadt zal oordeelen. XV. Wanneer t'eeniger tydt aan iemandt eenige dienst werdt belast, zoo zal hy hem niet onttrekken, onder voorgeven van geen gelt ofte betalinge te zullen ontfangen, op straffe van de doodt. XVI. Alle Hoofden, ofte mindere, die niet ter goeder trouwe zullen handelen, maar over gaan tot den vyandt, of vluchten met haar Schip, tot verzwakkinge van den dienst, of die het Schip opgeven aan den vyandt, zullen met de doodt gestraft worden. XVII. Alle Kapiteins die haar dienst verlaten, of vluchten, of andere daar toe aanraden, zullen gestraft worden met de doodt. XVIII. Alle en een ieder die komt als een verspieder, met brieven, om eenigh Kapitein, of iemandt van de Vloot, te verleiden, dat zy niet trouw handelen zullen, of het Schip over geven, zal gestraft worden met de doodt. XIX. Niemandt zal eenige woorden spreken die tot oproer strekken, nochte geen t'zamenrottinge maken, op straffe des doodts. XX. Niemandt zal eenigh verraadt, het zy van woorden of tekenen, strekkende tot nadeel van des Konings bestieringe, of dienst, mogen verzwygen, maar zal het terstondt moeten openbaren, op straffe des doodts. XXI. Niemandt zal hem vervorderen te twisten met zyn Hooft-Officier, op boete van zware straffe, ofte hem te slaan, op straffe des doodts, of zoo als het de Kryghs-raadt zal oordeelen. XXII. Indien iemandt van de Vloot oorzake van klaghte zal vinden over de onbequaamheit der scheeps leeftocht, die zal gehouden zyn het zelve aan de Hoofden van de Vloot bekent te maken; en de Hoofden zullen gehouden zyn dat terstondt te verbeteren: maar niemandt zal vermogen onder dien schyn eenige oneenigheit te maken, op boete van zware straffe. XXIII. Niemandt zal hem vervorderen in het Schip te vechten, te twisten, of smadelyke woorden te gebruiken, strekkende tot twist, op straffe van gevangenisse, of na dat het de misdaadt zal vereischen. XXIV. Zal voor al goede zorge gedragen worden, dat'er geen onnoodige verquistinge zy van het kruit, loot, oorloghs-tuigh, of eenige andere voor-raat; maar dat het alles zorgvuldig bewaart werde, zonder eenige verminderinge: op boete van gevangenisse, of zoo het de Kryghsraadt zal recht oordeelen voor alle die schuldigh staan. XXV. Dat voor al zorge gedragen worde voor het leiden en stieren der Scheepen, dat niet eenigh Schip tegen de grondt, zandt, of klippen stoote, met verlies van het Schip; op straffe van gevangenisse, of na dat het den Kryghs-raadt zal oordeelen. XXVI. Niemandt zal eenigh Schip, voorraats-plaats, kruit-kamer, Kits, Boot, of eenigh ding daar toe behoorende, al willens aansteken, 't en zy dat het van des vyandts goedt is, anders op straf van de doodt. XXVII. Niemandt zal slapen ter tydt als het zyne Wacht is, of tragelyk zyn plicht waarnemen, noch zyn plaats verlaten; op straffe van de doodt, of na dat het de omstandigheden zullen vereischen. XXVIII. Alle moordenaars en moedtwillige doodtslagers van eenigh persoon in het Schip, zullen met de doodt gestraft worden. XXIX. Dievery, begaan van eenigh persoon van de Vloot, zal met de doodt gestraft werden, of na dat het de Kryghs-raadt zal goet vinden. XXX. Geen Provoost zal aan de Krygs-raadt van de Vloot weigeren eenige gevangen te bewaren: den zelven te laten ontvluchten, of los te laten buiten bevel, zy op boete van de zelve straffe te moeten dragen, die den gevangen zoude gedragen hebben, of zoo als het by de Kryghs-raadt zal geoordeelt worden. XXXI. Alle Officiers en boots-volk zullen gehouden zyn haar best te doen om alle quaatdoenders bekent te maken, haar te helpen vangen, en straffen, of de beamptelingen, daar toe gestelt, by te staan; op boete van tegen de nalatige in deezen te handelen na het goetvinden van den Krygsraadt. XXXII. Indien iemandt van de Vloot de stomme of Sodomitische zonde begaat, zal met de doodt gestraft worden, zonder eenige barmhertigheit. XXXIII. Alle misdaden die hier niet uitgedrukt staan, zullen na de omstandigheden, en andere Wetten, gestraft worden. XXXIV. Vorders is hier ook uitgedrukt, dat de Hooge Admiraals voor dien tydt zullen hebben volle maght om last te geven aan alle mindere Bevelhebbers van de Vloot, en om Kryghsraadt te houden, die zal moeten bestaan ten minsten uit vyf Kapiteins. Wanneer vonnis des doots zal uitgesprooken worden, zal den Luitenant Admiraal voor dien tydt voor een Kapitein gehouden werden. Geen misdaadt, die de doodt verdient heeft, (uitgenoomen muitery) zal ter executie, of uitvoeringe, gestelt werden zonder verlof van den Generaal, indien de misdaadt in het naauw van de Zee is begaan; maar indien de zelve is begaan op eenige buitenlandtsche reizen, zoo zal de uitvoeringe gedaan worden na den inhoudt van deeze Punten, door de Hoofden van dat Esquadre, ofte Vloot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XXXV. Is vorders ook goet gevonden, dat een Richter, of Advocaat, zal volle maght hebben om iemandt te scheep Eedt en getuigenisse af te nemen, in gevalle hy onderzoek doet na eenige misdaadt, aldaar begaan zynde; anders zal die maght staan by den Kryghs-raadt. Aldus gedaan, en t'zamen gestelt door last en gebiedt van de voornoemde Maght: en zal aan niemandt, onder des Konings gebiedt zynde, eenigh ander recht of authoriteit gegeven werden, het zy op zee of te lande, zoo lange zy onder des Konings Vloot en dienst zyn, in eenigh Schip of Vaar-tuigh. Anno 13. Caroli II. Koning.
Van den toestandt der Zee-maght in Engelandt, spreekt de Schryver van het Boek, genaamt de Staat van Engelandt, tot London gedrukt, op volgende wyze: Dewyle het Koninkryk van Engelant, een eilandt zynde, byna rondtsom van de Zee omringt is, zoo is het ten hooghsten noodigh dat daar een sterke Zee-maght zy. Het is dan zulks dat in het vier-en-twintighste jaar van de Koninginne Elizabeth, in een algemeene monstering, die toen gedaan wierdt, niet meer als 13 Scheepen van oorlogh gevonden wierden, en 135 Vaar-tuigen van merkelyke grootheit, die aan de onderdanen van Engelandt toebehoorden. In 't Jaar 1600. hadt zyn Majesteit, de Koning Jacobus, 36 Oorlogh-scheepen, en 13 of 14 Pinassen, of lichte Scheepen. Het grootste Schip voerde toen niet meer als 1000 tonnen, 340 boots-gezellen, 130 kryghs-knechten, en 30 stukken geschut: de kleine Scheepen voerden alleen 100 tonnen, 40 of 50 boots - gezellen, 7 of 8 kryghs-knechten, en 8 stukken geschut. De Pinassen voerden alleen 30 tonnen, 12 of 20 boots-gezellen, en 2 of 4 stukken. Voorders hebben de Koningen van Engelandt (vooral zedert eenigen tydt) een goet aantal Oorlog-scheepen gehadt, zoo sterk, zoo schoon, en zoo wel gestelt, dat die hier in altydt de Scheepen der nabuurige volkeren zyn te boven gegaan. Want wat de sterkte belangt, zy zyn gemaakt van inlandts hout, 't welk zeer goet is, zoo dat zy op zee schynen gelyk zoo veel dryvende kasteelen. Zy zyn anderzins zoo na mate en evenredigheit gebouwt, en zoo rykelyk verciert, dat ieder Schip een Koninklyk Hof op zee schynt te zyn. Zy vertoonen by andere Scheepen gelyk zoo veel Leeuwen in 't midden van gemeene beesten, of gelyk Arenden by de andere vogelen. De Geschiedt-boeken maken gewagh van een groote Vloot van Julius Caesar: ook van een andere van den Koning Edgar, welke was van 3600 Scheepen: als mede van een Vloot van Louis, zoon van Philippus, Koning van Vrankryk, sterk 600 Scheepen, die te Sandwich aan quamen, tot hulp der Engelsche Baronnen, tegen den Koning Jan; maar dit waren zonder twyffel niet als kleine gebouwen, ten aanzien van de tegenwoordige Oorlogh-scheepen. Hendrik de achtste bouwde in 't vyfde jaar zyner regeeringe een Schip, 't welk men te dier tydt het grootste achte te wezen dat in Engelandt ooit gezien was: het kon voeren 1000 tonnen; en de Koning gaf het deeze naam, Hendrik by de genade Godts. In 't achtste jaar des gebiedts van Koning Jacobus, bouwden de Koopluiden van Londen een ander Schip, groot 1200 tonnen, en noemden het zelve, Den aanwas der Koophandel. Dit Schip verging in Oost-Indien: en Koning Jacobus deed een ander in de plaats maken van 1400 tonnen, het welke gegeven wierdt aan Prins Hendrik, die het de naam gaf van Prins. Koning Karel de Martelaar bouwde veel groote Scheepen van oorlogh, en onder andere een dat hy de Souverain noemde, zynde het grootste dat toen in Europa was. Dit Schip wiert in 't Jaar 1637. gebouwt, en was breedt 47 voet, hoogh 49 voet, en lang na den eisch. Het ging 21 voet diep in 't water, en voerde in alles 2072 tonnen, of wel 1554 tonnen, behalven het geschut, en de voordere toerusting. Het hadde zes ankers, waar van het grootste 6000 pondt woegh, en het kleinste 4300 pondt. Het hadde veertien kabels, het grootste was 21 duim in 't rondt, wegende 9000 pondt, en het kleinste was 8 duim in 't rondt, wegende omtrent 1300 pondt. Het hadde achtien masten en sprieten; de grootste deezer masten was lang 175 voet, en de groote spriet 97 voet. Daar waren tien verscheide soorten van zeilen, waar van ieder zyn naam hadde, het grootste besloegh in alles omtrent 1640 Engelsche ellen kanefas, en het kleinste omtrent 130 ellen. Al den toestel der zeilen voor dit Schip beliep op 404 pondt Sterlings. Het voerde drie Boots, de eene was van 50 voet, de andere van 36 voet, en de derde van 27 voet lang. Het voerde drie reijen geschut, alle van metaal; de eerste rey was van 44, de middelste rey van 34, en de onderste rey van 22 stukken, zynde te zamen 100 stukken geschut. Het voerde in alles 700 man, zoo Officiers, als soldaten, en bootsgezellen. Eindelyk, men bevondt dat dit Schip, als het op zee was, den Koning ter maandt quam te kosten, zoo voor loon, als voor kost, krygs-tuigh, en zoo voorts, 3500 pondt Sterlings. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Des Konings Oorlog-scheepen zyn zesderhande. Om een Schip van de eerste grootte te bouwen, en dat van alles na behooren te verzien, (zonder daar in de leeftocht te begrypen) komt gemeenlyk te kosten omtrent 26000 pondt Sterlings, en die van de mindere grootte na evenredigheit. Voor den laatsten oorlog had zyn Majesteit ten minsten 160 Oorlogh-scheepen, zoo kleine als groote. Naar 't sluiten van de vreede heeft men 'er weder veele aan gebouwt. Alle de Zee-maghten des Konings zyn onder het gebiedt van den Grooten Admiraal van Engelandt. Deeze heeft onder hem veele Beampten, van hooge en laege standt, eenige ter zee, en andere te lande; zommige in kryghs-zaken, en andere in burgerlyke. Zoo dat de heerschappye, en rechts-pleginge, ter zee, is gelyk een andere gemeente. In mari sunt Regna distincta, idque jure gentium, sicut in arida terra: dat is, Ter zee zyn de Ryken verdeelt en onderscheiden by het recht der volkeren, gelyk als op de drooge aarde, zegt Baldus, die wyze Godt-spraak van 't Burgerlyke recht. De Onder-Admiraal van Engelandt is een Bevelhebber, wiens plicht is (nevens den grooten Admiraal) toe te zien dat de Koninklyke Vloot in goeden staat gehouden worde, dat het loon der bootsgezellen, en timmerluiden, wel betaalt wert, en dat ieder Schip verzien zy van alle noodige zaken, tot de eerste gelegentheit. Tot de verhandeling der Zee - zaken heeft den Grooten Admiraal zyn eigen Recht-hoven, waar van het voornaamste, en opperste, tot Londen is: daar werden alle recht-zaken, en rechts-plegingen, in zyn naam gedaan, gelyk in alle de Hoven van 't gemeene recht. In dit Hof, dat het Hof van Admiraalschap wert geheten, is een Luitenant, die tot Rechter van het Admiraalschap verheven is, en dit is gemeenlyk een geleerde in Burgerlyke rechten. Aan het Hof van d'Admiraalschap van Engelandt bedient men zich niet alleen van de Burgerlyke wetten, maar ook van de wetten van Rhodes, en van Oleron. Rhodes is een eilandt in de Middellandtsche zee, 20 mylen van de palen van klein Asia gelegen, 't geen tegenwoordigh onder de heerschappye van den Turk is. De inwoonderen van dit eilandt dreeven voor deezen zeer sterke koop-handel, zoo dat zy niet alleen zeer maghtigh ter zee wierden, maar ook zeer ervaren in de schikkinge van de zee-zaken; en men achte de wetten die zy hier in stelden zoodanigh, dat men die naderhandt heeft waargenoomen gelyk Godts-spraken. Oleron is een eilandt, wel eer toebehoorende aan de Engelsche Kroon, gelegen in de baay van de Guiennesche zee, by de mondt van de Garonne. De Koning Richard de eerste, den roem-rughtigsten oorloghs-heldt van zyn tydt, deed aldaar zulke goede Zee-wetten stellen, dat die zoo vermaart in de Westzee zyn geworden, als de Rhodiaansche wetten in de Middellandtsche zee; en deeze wetten noemde men, de Wetten van Oleron. De Koning Eduward de derde, die (gelyk eenige meenen) het Hof van Admiraalschap eerst opregte, maakte tot Quinborough, in 't Jaar 1375, zeer goede wetten, de zee rakende. Het schynt dat onder de gemeene rechten van Engelandt, en die van 't Admiraalschap, een verdeilinge zy; want al 't landt dat men ziet aan den oever der zee, als de zelve is af geloopen, is onder het gezagh van het aangrenzende Landtschap, en de recht-zaken die daar voort komen moeten door 't gemeene recht geoordeelt worden: doch als de zee ryst heeft den Admiraal daar ook zyn rechts-vordering, en magh oordeelen van 't geen 'er geschiedt is op de ruimte van aarde die de zee-vloet overstroomt. Wat de goede schikkinge en geregeltheit van 's Konings Scheepen aangaat, en van zyn maght ter zee, daar van ziet de Sta. 13. Car. II. c. 9. En dus verre gemelte Schryver. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Spaansche Scheepen, en andere Vaar-tuigen, aan onderscheidene oorden gebruikelyk.De Spanjaarden bouwen hare Scheepen cierlyk; doch achter zyn de zelve zeer hoogh. Hun Admiraal bralt met alle des Konings Wapenen, kostelyk gesneden, en beschildert met gout en zilver: heeft een dubbelde Kajuit, en drie galderyen achter om, uitkomende in de Kajuit, Hut, en Busschieters kamer. Daar is een ruim dat stevigh is om tegenweer uit te doen. Zyn mast is van negen zware masten t'zamen gewoelt, daar touwen toe zyn van ongemeene zwaarte. Hy voert 1500 man, die alle hun eigen leef-tocht verzorgen, waar toe veele vernuizen en kombuizen op den overloop staan: hare slaap-plaatzen zyn plat op het verdek en overloop neder: de eet-waren werden van den Kapitein aan de maats te koop geveilt. Op kleinder Scheepen, en op Scheepen van koopmanschap, voedt de Schipper het volk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fluiten ziet men by hun zelden: 't zyn al Spiegel- en Pynas-scheepen. Hare Karveelen voeren vier masten. Hunne Barken, zoo als die te Kadix werden gemaakt, houdt men zeer snel zeilende vaar-tuigen te zyn, gelyk de scherpte voor en achter duidelyk genoegh uit wyst, welkers afbeeldtzel hier nevens te zien is. Het roer wert met twee touwen bestuurt, die een man in de handen houdt. Zy voeren een zeer groot zeil; waar om met zware steenen geballast zyn: het zeil staat dwars scheeps, en is wederzydts aan boort vast. Dit ongemak is by dit Vaartuigh, dat, wanneer het zeil over d'andere zyde van de mast zal staan, het nedergelaten moet werden. Deeze Barken zyn in 't gemeen lang 30 of 38 voet, en 8 of 9 voet wydt; doch werden mede wel 8 of 10 voet langer en korter gemaakt. Stelle deeze op 30 voet over steven, 5 voet diep, en 9 voet wydt: voerende gemeinlyk 8 of 10, en ook wel 13 of 14 man, naar grootte, en ook na datze haast hebben. Op het barkhout hangen ringen, waar van de voorste dienen om de hals van 't zeil vast te maken, en de andere, ten halven geplaatst, dienen om de hooft-touwen te houden. Het boeisel boven 't bark-hout neemt men uit van vooren tot achteren toe, of by stukken, zoo men wil, gelyk blykt in de plaat, en dan kan men met 10 of 14 riemen roeijen, of ook met meer, zoo 't noodigh is. De mast vaart recht in 't midden: en als op lange reizen gaan, voeren zy twee masten, staande d'eene heel voor op. Als het een storm waait, dan wort de middel-mast in de Bark neder geleit, en de voorste in 't midden gestelt, met een klein zeil. In Portugal zyn kleine Barkjens, die van de Nederlanders St. Pieters scheepjens worden genaamt: deeze zyn voor en achter rondt, omgekromt naar om hoogh uitgaande, voeren een groot bezaan zeil, en worden aan wederzydts boort van twee mannen met scheppers, die zy los in de handen hebben, bestuurt. Op de rivier de Po vindt men Scheepen die te midden een kamer hebben, verzien met tafelen en banken, nevens een recht over eindt staande mast: aan twee plaatzen kan men daar uit roeijen, en aan de derde komt het roer, boven overdekt. De Vlamingen bouwen hare Scheepen achter platter als men hier te Lande, en elders doet, voor als een snuit toe gaande, en zeer gelykzydigh. Men vindt in Vlaanderen Scheepen die de reizigers van de eene plaats na de andere voeren, Bersjes geheten, welke met paerden werden voort getrokken, zonder dat eenigh zeil op hebben: deeze zyn gedeelt in drie of vier verscheide vertrekken; men heeft'er kokens, rust-plaatzen, geheimen, gemeene, en aanzienlyker verblyven: zy zyn boven plat, hebben ter zyden vensters, en gemakkelyke trappen. De Barken op den Donauw zyn in 't gemeen zwart en wit geschildert, plat van bodem, voor en achter breedt; in 't midden is'er een kamer getimmert; en 't stierroer is zeer breedt, om 't Schip te konnen beheerschen. Nergens vindt men eenige rivier, zoo verre van zyn uitgang in zee, die meerder en kloeker Oorlogh-scheepen verschaft, als deeze; noch nergens gebeuren zoodanige uitmuntende voorvallen op een vliet, zoo wydt van zee zich strekkende, als op deezen Donauw. De Keizer onderhoudt op de zelve kloeke Oorloghscheepen, gebouwt op de wyze van Galeyen. Te Weenen, Presburg, en Comora, heeft hy een Wapen-huis, om by gelegentheit een groote Vloot daar uit te konnen verzorgen. Den Grooten Heer heeft ook een Tuigh-huis tot Strigonium, Belgrado, en meer andere plaatzen naom laeg, aan deeze stroom. Toen Belgrado belegert wiert, braght Mahomet de Groote twee hondert Scheepen en Galeyen, treffelyk toegerust, op den Donauw. De Hongaren zonden 'er van Buda ook zoo veel de stroom af, waar mede zy, na een scherp gevegt, twintigh Turksche Scheepen namen, en dwongen d'overige te stranden na by daar het Leger lagh, zoo dat Mahomet geraden, vondt de zelve te doen verbranden, op dat zy in 's vyandts handen niet zouden vervallen. De Christenen hadden wel eer in de belegering van Buda mede een groote vloot Scheepen by een gebraght, wanneer alles quam te mislukken; want de Verhaalschriften melden dat de Christen Vloot bestondt uit vier-en-twintigh Galeotten, omtrent de tachentig kleine Pynassen, en weinigh minder dan hondert zoo mondtals kryghs-voorraat-scheepen, en ander groot vaar-tuigh. Met hulp en bystandt van zoodanige bevaren Scheepen deed Wolfgangus Hodder een grooten dienst, toen Solyman Weenen belegerde; want hy quam met gewapende Scheepen uit Presburgh, en deed de Scheepen, die van Buda gezonden waren met het grof geschut, welke voor hadden de wallen van Weenen te beuken, en bressen te schieten, te gronde gaan. Tot Weenen wert geduurig eene voorraat van Oorlogh-scheepen onderhouden, die men by gelegentheit laat afloopen, en te water brengt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LXXXV
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LXXXVI
|