Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier
(1970)–Nicolaas Witsen– Auteursrechtelijk beschermdArchitectura navalis et regimen nauticum
Nicolaas Witsen, Architectura navalis et regimen nauticum Ofte Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier (2 delen). z.n. [Graphic], z.p. [Amsterdam 1970] (fotomechanische herdruk van uitgave Pieter en Joan Blaeu, Amsterdam 1690)
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 7079 A 4
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Architectura navalis et regimen nauticum Ofte Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier van Nicolaas Witsen uit 1690. Het betreft een fotomechanische herdruk uit 1970. Het werk bestaat uit twee delen.
redactionele ingrepen
p. *33, *34: deze illustraties staan verspreid over twee pagina's.
p. 160: een deel van de margenoot op deze pagina is zeer slecht leesbaar in het origineel. De redactie heeft dat deel in deze digitale versie vervangen door ‘[...]’.
p. 222: een accolade verspreid over meerdere regels kan in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom is de accolade op elke regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. *1v en *2v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina *1r]
[pagina *2r]
ARCHITECTURA NAVALIS et REGIMEN NAUTICUM. Ofte AALOUDE en HEDENDAAGSCHE SCHEEPS-BOUW en BESTIER, Waar in wydtloopigh wert verhandelt de wyze van Scheeps-timmeren, zoo als de zelve eertydts by de Grieken, en Romeinen, in gebruik was: Scheeps-oeffeningen, Stryden, Tucht, Wetten en Gewoonten.
Beneffens
Evenmatige grootheden van de Scheepen onzes tydts, ontleedt in alle hare deelen: Verschil van bouwen tusschen verscheide landtaart: Indisch en Russisch Vaar-tuigh: Galey-bouw, en hedendaaghsche Scheeps-plichten: Verrykt met een reeks verklaarde Zeemans Spreek-woorden en Benaamingen.
Doorgaans verciert met kopere Plaaten.
Beschreeven door
NICOLAES WITSEN.
Met Previlegie tot den Jare 1700.
[Illustratie]
Tot AMSTERDAM.
Ter Drukkerye van Pieter en Joan Blaeu.
MDCXC
[pagina ***2v]
Inhoudt der Hooft-stukken.
EERSTE DEEL.
I. | Wie eerst Scheepen bouwde; en in 't algemein van het Scheeps-bouwen der Ouden. | pag. 1 |
II. | Scheeps-timmeren der oude Grieken en Romeinen, zoo ten krygh als ten koop-handel. Stellen der riem-reijen. | 19 |
III. | Onder scheidelyke geslachten van Scheepen der Ouden, en voornaamelyk van de groote Scheepen, die Philopater en Hiero oprechten. | 30 |
IV. | Scheepen, om hun zonderlyk gebruik, in ongemeene aanmerkinge. | 44 |
V. | Hoe men by oudts algroote Vlooten uitgerust, en verre Schip-vaarten aangereght heeft. | 54 |
VI. | Wat d'Ouden waargenoomen hebben in 't bouwen van hunne Scheepen: hoe zy die toetakelden, en vercierden. | 68 |
VII. | Toestandt van het Scheeps-timmeren, na den val van het Roomsche gebiedt. Wyze van den Scheeps-bouw voor anderhalve eeuwe. | 84 |
VIII. | Hoe men hedendaaghs Scheepen bouwt. | 94 |
IX. | Evenmatige grootheit van Scheeps leden; mitsgaders eenige bezondere Scheeps Certers. | 104 |
X. | Anker-wight, maat en schikking. Toestandt van het Touw; mitsgaders hare evenmatige grootte en zwaarte in 't algemein, en van eenige Scheepen in 't bezonder. Maat van Masten, en Zeilen, zoo in 't bezonder aan ons onderstelde Schip, als in 't algemein aan onderscheidene Scheepen, en hoe men die best ter wint-vang stelt, wiskonstelyk bewezen. | 142 |
XI. | Hoe men de Scheeps-deelen vervolgens t'zamen zet. | 164 |
XII. | Maat en Certers eeniger Zee-scheèpen, van andere gedaante, en gebruik, als hier voor zyn opgehaalt. | 177 |
XIII. | Binnelandts-vaarders. Scheepen van ongemeene gestalte. Hoe men hout keuren zal, en des zelfs aart. Benaamingen en verbeeldt-zels aller werk-tuigen daar men Scheepen mede bouwt. | 187 |
XIV. | Van Galeyen. | 210 |
XV. | Evenmatigheden omtrent de Scheeps-bouw in Engelandt en Vrankryk gebruikelyk, waar by het verschil in den onderlingen bouw wert bespeurt, aanvangende met de Fransche, zoo als zulks uit Schryveren dier tonge getoogen, en zelve by ondervindinge in eigener plaatze ter loops hebbe geleert. | 219 |
XVI. | Handelende van het Indiaansch en Moscovisch Vaar-tuigh. | 241 |
XVII. | Wiskonstige betooginge, van hoe veel water tegen de scheeps-zyden rust. Scheeps-meetingen. | 302 |
XVIII. | Verklaringe der gestalte veeler Scheeps-deelen. | 319 |
XIX. | Van de losse Werk-tuigen te scheep. | 350 |
TWEEDE DEEL.
I. | Bestier der Scheepen, en scheepelingen, zoo als het zelve in voorige tyden by de Grieken en Romeinen ingebruik is geweest. | 357 |
II. | Nederlandts Scheeps-bestier, op Scheepen van oorlogh. | 443 |
III. | Bestier op Koopvaardy-scheepen. Wat nut de Scheeps-bouw geest. Scheeps-daden. Haven-bouw. | 526 |
IV. | Verklaringen van Scheeps spreek-woorden, en verscheiden eigene benamingen. | 576 |
[pagina 355]