Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 3 HAE-IPE
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Zacharias Heyns]Zijn [voorgaande, Peeter Heyns] zoon, Heyns (Zacharias) Ga naar voetnoot2, mede te Antwerpen geboren in of omstreeks 1570, overtrof hem ver in dichterlijke bekwaamheden en vernuft. Na den dood zijns vaders zette hij zich te Zwol neder als boekdrukker. Hij was een zeer geleerd man en geestig dichter. Het getuigenis van den Heer de vries Ga naar voetnoot3, dat zijne verzen zinrijk, zuiver, ook nu en dan vloeijend en welluidend zijn, is ook het onze. Hij heeft, voor zoo ver ons bewust is, mogelijk meer, | |
[pagina 184]
| |
uitgegeven: Den Nederlantschen Lustspieghel, Antw. 1599, Het Drachttooneel van de gansche Wereld, Antw. 1610. Eene vertaling der werken van den Franschen dichter dubartas, Zwol, 1616, herdrukt te Rotterdam, 1628, Emblemata of Sinnebeelden tot Christelijke bedenkinghen, Sinnespel van de dry Hoofdeuchden, Emblemata Moralia, Deuchdenschole ofte Spieghel der jonghe Dochteren, allen in 1625 te Rotterdam, Wegwyzer ter Salicheyt, Zwol 1629 en Voorbeeldzels der oude wyzen, te Amsterdam, 1634 gedrukt. Heyns was zeer geestig in het uitvinden van zinnebeelden Ga naar voetnoot1; wij willen er een paar ter proeve afschrijven. Een crocodil.
Plorat et devorat.
Een wreede crocodil synd' hongerig sal schreyen,
Om een bermhertich mensch daermede te verleyen,
Die dan toeloopend is om helpen naar sijn macht,
Word leyder! eer hyt merct elendich omgebracht:
Soo worter menich mensch, geloovende de logen,
Doort uyterliick gelaet der Gleysenaers bedrogen,
| |
[pagina 185]
| |
Die door haer vleyery verkrijgend' haren wil
Veel erger leven als de felle crocodil
Ga naar voetnoot1.
Twee elkander wasschende handen.
Mutua defensio tutissima.
De handen van den mensch omt lichaem te verstercken,
Veel meer als eenich lit gestadich sijn int wercken,
Doch sy dan synde vuyl doort water aengetast,
Bey worden weder schoon als d'een hant d'ander wast:
Een voorbeelt van de trou, gelijck twee goede vrinden
Elkandren staende by, haer niet verlegen vinden,
Het sy in tegenspoet oft eenich ongeval,
Den eenen taller tijt den andren helpen sal
Ga naar voetnoot2.
Vondel, die zeer veel vriendschap voor heyns had, zag - der zielen heil door Zacharias bril
Ga naar voetnoot3;
dit is nu wel ons geval niet, die der zielen heil liever zonder bril zien; maar wij vinden heyns gelukkiger zinnebeeldendichter dan vondel, om wiens erbarmlijke Warande der Dieren wij - meesmuilen. |
|