Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 119.*
| |
[pagina 239]
| |
Maar ik heb gedacht dat die paragraaf [7] nog moet tusschen gesproken worden, tot dien tyd moet die paragraaf eerst alleen staan dat was slechts alleen myn gedachte geweest, met dien brief. Maar nu verstaan ik duidelyk, en de fout die ik gemaakt heb, die erken ik ook. (Zoo blyf alles staan zoo als wy geteekent heb, en [tot] wy weder [naar] malkander komen, om eenige woord wat ik denk met mond en mond spreken) Nu blyf ik U trouw genegen Vriend, en groet U met alle eerbied en respexvol
Ik ben Uw vriend
Hendrik Wittbooi
Kapitein. |
|