No. 106.*
Naauw-kloof d. 15.8.94.
Myn lieve en hooggeachte Heer; de Keizerlyke hoofdman.
Leutwein!
Major!
Hoe is dat, wat zyt U stil, kom de tolker nog niet? Ik heb Uwe komst al lang reeds gewacht, zonder duidelyke iets te verstaan, nu wil de tolker wedre goed-som tyd wegnemen? -
De bepaalde tyd was 1 August. maar om U Edl. Heer achter was, zoo zyn de dagen op de boven gemelde dadum gekomen. In tusschen tyd zyn de werken gedaan van Uwen kant, die my niet wyzen naar vrede, en dat zyn Uwe orders, zoo wordt my altoos geantwoordt.
Uw zet rondom myn huis, de palen om,Ga naar voetnoot1) zonder my de beduiding daarvan kennis te geven? - Zoo komt uit met woorden, dat ik versta, de werken kan ik niet verstaan.Ga naar voetnoot2)
Waar zet U my heen weg, als U Edl. Heer zulke werken doen, en laten doen?
Met hartelyke groetenis
Uw vriend
de Kapitein
Hendrik Witbooi.