Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
[pagina 210]
| |
No. 101.*
| |
[pagina 211]
| |
Als U my tyd zou gegeven hebben, dan eers zou ik gezien hebben hoeveel tyd ik noodig heb, maar nu hebt U Edl my geschiet, want ieder mench wat bezigheid heef en bedryf, die heeft reeds tyd noodig om te bezinnen, tot zyn voordeel iets te werken. Zoo is deze meer er[n]stige zaak, om zich te voor te bereiden. Ten slote. De beesten en vee van de Bastards heb ik niet tuschen in van vrede gespreek genomen,Ga naar voetnoot1) dat was nog vrystaande oorlogstyd, en ik was vry geweest, om te doen wat ik wil, want ik heb by niemand my verspreek van vrede, en dit is geschied, voor ons van vrede verhandel.
Hier sluit ik mt groetenissen
Ik ben U vriend en Kapitein
Hendrik Witbooi. |
|