No. 72.
Hoorn krans den. 17. Augustus 1892 - Mijn lieve vriend Jimpel!
Ik maak deze baar regelen, met een hartelijke verzoek, en smeken, tot U witte mannen, wat ik in myn grond vrijheid gegeven hebt, om vrij rond de trekken, en te wonnen, en gras en waters vrij te eten, en de drinken, om mij toch heden te helpen, op den dag wat ik in groote noot en leiden staat van levens kans, want ik houde het zoo; dat wij vrienden zijn, en dat de een den ander zal helpen, wanner te een met zijn noot en hulp behoefdigheid tot hem komt, en hem om hulp vraagt, zoo kom ik heden tot U en smeek U van harte, om mij toch te helpen, van 10. beesten, want mijne menschen dooden van honger met mij en ik kan in deze hastige tyd niet oorlog maken, want Samuël Maharrero heef tot mij woorden gesproken en hij heeft ook Capitein H. v W. geroepen, zoo is die Capitein nu daar heen weg, zoo zal ik eerst die Cap. inwachten, en nevens dien, heeft de Duitsters ook schiedgoed van mij gestopt, daarom [doe] ik deze vriendelyke verzoek aan U, om toch zoo goed te wesen, en mij [te] helpen van kosteGa naar voetnoot1), om die Cap' in de wachten, en smeek U noch, heb toch barmhardigheid en medegevoel voor mij, en word toch niet jammer van die weinige kost wat gij hebt, maar heb jamer toch over mij, zoo als U over U hebt, en zooals U over Uwe leven zich bekomert, en heb toch een di[e]pe medegevoel met my, en uit die medegevoel help mij toch lieve vriend. [met] die 10 beesten want op de