Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 65.
| |
[pagina 148]
| |
Gibeon, eene is oude Kapitein van Bethanië, en die oude twee hoofden heeft ons alle goede dingen achtergelaten, alzoo weet ik niet Edele broeder, hoe dat nu [in] onze dagen zal worden, want dat lyk voor myn tusschen ons, op laats[t]e pund mesprijs malkanderen, zijn alzoo denk ik [aan] overledene twee oude Hoofden, want wereld is nu voor ons regteGa naar voetnoot5) naauw, mijn geliefde Edl broeder, ons twe natie[s] is eenigste wat nog niet mees prijs malkanderen zijn, En verder myn Edl. broeder smeke [ik] U laat toch niet deze brief voor Uwe oogen aanstodelyk wezen, en ik hoop en wensch dat toch Heere mog ons vrede helpen.
Met harte lyke groetenis [aan] U en al te vrienden.
Ik ben U liefhebben[de] Broeder
Daniël Frideriek. |
|