Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 63.
| |
[pagina 146]
| |
wilte hebben, wat ik verwachte, en omdat ik geloofde, dat het Uwe woorden zyn, stur ik Klaas Hans, met de brief, dat U ook zult zien, dat ik die woorden aangenomen heeft, en ik heb ook gewacht, maar ik wach te lang, daarom stur ik dien brief. Verder moet ik U melden, dat ik zal in korten tyd uitgaan naar Kahinema,Ga naar voetnoot2) want hy heeft my geroepen, met spotwoorden,Ga naar voetnoot3) en dat zal ik zeker doen, maar ik zal U niet aanraken, maar laat het u toch niet hinderen, ik zal wachten, totdat Klaas weer komt, want ik heb die woorden met blymoedigheid en met dankbaarheid aangenomen, en nog toe ben ik daarmeê. Hoopende dat U zult wel verstaan
Sluit ik met groetenis
Ik ben Uwen broeder en Kapitein
Hendrik Witbooi.
Van al te dingen is Bernd Beukus getuigen. |
|