No. 56.
Hoornkrans den 13 Aprilt 1892.
Aan den Duitschen Keizerlyken Commisar
Den Heer Koehler! Windhoek.
Wel Edl geborenGa naar voetnoot1) Heer! Ik maakd U Eerwd. bekend met deze regelen en verzoekt U met vriendlyke bede wees toch zoo goed, en maakt voor mij het Ammonitie opent, laat ik koopen zoo veel ik kan koopen laat ik toch myn werk voeren naar mijn vermogen op Rehoboth. Windhoek e[n] overal.
Ik groet U Ik ben Uwen vriend
Capt Hendrikdt WitbooiGa naar voetnoot2)