No. 49.
Hornkrans den 8 Nov. 1891
Myn lieve Eerwd. Heer Hutten!Ga naar voetnoot1)
Ik heb uwen brief gekregen en gezien dat ik u groote schade aangedan heb maar dat is niet mijn zin zoo ben ik blijde dat ik uwen brief gekregen heb en ben zeer gewillig U alles af de geven maar ik heb langs het pad van uwe vee gegebruik zoo zal ik u slechts 567 vee teruggeven zoo verzoek ik u vrientelijk om my eenne uitstel de geven totdat ik eene bekwaamheid bekomt om dan u dat te terug geven. want die vee wat ik gebrag heb is gedaan zoo blyf nog 93 vee achter Verder verzoek ik u houd toch uwe goed onderkant van Otymbingue en brand toch uwe goed altemaal laat ik toch niet altijd schuldig worden aan uwe waardes want waarlijk heb ik geen zin om een Wit mensch schade aan de doen want vroegere stemGa naar voetnoot2) van ons is al de Witte menschen zijn goed moet onderkant van Otymbingue blyven.