Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 32.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
naars sommigen uitgelos, en van de jongens sommigen ingestelt in volle amp der wet, om openlyk nu de werken der wet te werken in de gemeente, maar ik heb weder van de oude ampenaars 7 eers ingestel, met de jonge ampenaars, om deze jonge spaan met oude te leeren, en ik heb ook voor de Ouderlingen twee mannen ingestel, als mede Ouderlingen, en ook een bode der Ouderlingen, zoo zal nu de gemeente voorgelezen worden, de namen der mannen, van de oude ampenaars, wat nog ingestelt zyn, zyn deze.
Van de jongens.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|