No. 33.
Hoorn Krans. den 20 Mei 1891.
Mijn lieve vriend Johannes Diegard!
Ik verzoek U met groote en erstige stem Wees toch zoo goed en neem voor mj die briefGa naar voetnoot1) en brengt U zelfs weg naar Okahantje en geef aan de Damarras die op de plaats zal zijn en laat zij toch hastelyk het terug antwoord met U geven en wees toch zoo goed en maak U toch hastig laat ik toch niet langer wachten, hoopend dat u mij zal gehoorzaam zyn
Sluit ik met hartelyk groetenis
Ik ben Uwen Capitein,
Hendrik Witbooi.