Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
[pagina 22]
| |
No. 9.
| |
[pagina 23]
| |
Zoo zal ik niet veel van die dingen zeggen. U Edl. hebt mij gevraag: waarom ik u mijne en uwe brieven geef, nu zal ik U Edl. zeggen waarom ik dat doen. hierom. omdat U zult zien, hoe ik gemaak heb met PaulGa naar voetnoot3) over de vrede. en uwen brief heb ik u hierom gegeven dat u Edl. moet zien, dat die opstaan van andere natien van u onstaan, Want U Edl. hebt ze uitgenoodig, om mij te laat versmelden, zoo hebt U Edl. die zaad in de harten der menschen gezaain, nu dat is die vrucht dat de menschen tegen mij opstaan; Want die besluit van den Heere dat all menschen tegen mij zal opstaan zijn veerGa naar voetnoot4) hebt U Edl. aangeraak en omdat zij dat weten komen zij ook naar U met vuilige handen, maar ik geef U geen schuld, omdat ik dat van ouds weten, dat het moet alzoo komen, daar om ben ik ook nog met U Edl. vrede nadat ik deze brieven gekregen heb, maar dat ik U Edl. die brief geef is, omdat U niet veel van die werk spreek den j.l. U ook een deel hebt, van de loopt van die werk Maar ik ben nog vrede met U Edl. en daarom zeg ik, ga toch uit van mijne vijanden als mensch op werelds wetten zien, dat kunnen wij U Edl. ook beschuldigen, maar ik schouw boven toe, en ik rekent niet al de dingen die ik bij u zien. Daarom verzoek ik U Edl. WijGa naar voetnoot5) toch van mijne vijanden, laat ik aan hen vragen, en zegt ook aan Jan /Nowaseb zijn werf, laat zij ook uitgaan, want ik heb niets met Ulieden te doen, en als daar eenige Rooinatie is, die | |
[pagina 24]
| |
mij niet wil schieten, laat zij uitgaan, Want ik wil Frieb weêrom doen;Ga naar voetnoot6) Verder verzoek ik U alle Hoofden neem de menschen niet aan die moetswillig mij schieten, als iemand kort komen, in het vechten, laat zij naar mij komen laat ons vrede maken. Mijn lieve Oom en Cap. Ga tog uit en scheid toch ook de vrede spreekt,Ga naar voetnoot7) want die zal niet aarden,Ga naar voetnoot8) voor [dat] ons op regte pad komt. Wederom smeek ik U ga toch uit met allen die mij niet schieten, laat ik mijne vijanden wraken. Als de koesGa naar voetnoot9) in uwe handen is geef mij het af.
Ik groet U
Ik ben Uwen Neef &
Cap
Hendrik Witbooi. |
|