Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
No. 8.
| |
[pagina 20]
| |
terug [geslagen] gejaagt. Gij zyt op Zwaart MotterGa naar voetnoot2) bij mij gekomen, zoo als U weet heb ik U terug geslagen, en, ten dweede was U op deês plaats, ik heb U terug weêr geslagen, en U gejaagt tot naar uwe plaats, en op uwe poort kom gestaan, en van daar gedraai. Maar gij weet niet waarom ik omdraai zonder !Hoaxas te schieten; maar ik weet waarom, het is slechts klein oorzaak waarom ik niet !Hoaxas schiet wegens die oorzaak zal ik weinig terug gaan zoover als !Khamxas of Kalkfontein Tevens zyn myne paarden en beesten zeer zwak en legt van magerte. Ik zal daar blyven totdat al uwe helpers bymaalkander komen, tot dat myne rytuigenGa naar voetnoot3) sterk worden. Nu zeg ik U lieve Vriend! Rondom de !Hoaxas zijn myne legtblekken,Ga naar voetnoot4) en het is slechts plaats zyn water, waar ik niet is; maar ik was in de weivelden Zoover myn voet was, is myne,Ga naar voetnoot5) Ik heb nu die gun- | |
[pagina 21]
| |
regtGa naar voetnoot4) die myn Voer Vader gegeven heeft teruggeroepen het is myn land. Dat hebt gij ook gezien, al wat gij na my weggaan nu vrij doen zal slechts stelerij genoemd worden. Die wat ik U nu zeg weet gij zelfs, dat het zoo is, want gij zyt niet staat, om mij laat teruggaan, ik ben alleen staat, om U laat teruggaan. dat kunt gij zelfs overtuigen. of het zoo is of niet, maar kleine kinderen kan ook dat overtuigen, dat het zoo is, want zy zagen my rondom de plaats, en hoe ik omdraai van de plaats, en zij zagen ook hoe gij ingaan in uwe plaats; maar dit zeg ik niet, om voor zich te pryzen, maar het is waarheid, en waarheid te zeggen of te doen is regt en goed en brengt zegen in. Dit alles zeg ik om U indachtig te maken, dat U moet weten, en doen wat uwe groot mannen Leeraar en andere zegt Gij hebt uwe vrouwens en kinderen in die hongersnoot gebragt, en wil hun in de dood verder brengen, en dat zal nog (brengen) komen als de Heere my toelaat, maar dusver heeft hij mij niet toegelaten, maar gij noodig mij daarna om te doen. Maar ik zal niet alles zeggen zoo laat ik haast weten berg die brief.
Ik groet U
Ik ben Cap.Ga naar voetnoot5)
Hendrik Witbooi. |
|