Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
[pagina 15]
| |
(k)
| |
[pagina 16]
| |
Wee van onze verhandelingen Gij de verheffene hoofd, en ik de geringe, wat gij zegt dat ik een klein kind is, maar ik ben niet uwe kind en ook niet uwe schepsel. De Heere de Schepper van ons zal nu tusschen [ons] rigten. Heere in de naam des Heere. Het is niet oorlog gespreekt wat ik nu doet, het zal wezenlyk alzoo komen. Toro-/garu tamata ha amase ni //nati habatsi Sa oms /kats ge gowa !Khub ei-!a khemi.Ga naar voetnoot2)
Nu sluit ik
Ik ben Uwen
Hendrik Witbooi. |
|