De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 7: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)
(1927)–Jan te Winkel– Auteursrecht onbekendJan te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde VII. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2). De erven F. Bohn, Haarlem 1927, tweede druk.
-
-
gebruikt exemplaar
Exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3183 C 7
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van deel 7 van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde van J. te Winkel, in de tweede druk uit 1927.
redactionele ingrepen
De errata op deel 7 zijn verwerkt. De lijst met errata is opgenomen in de verantwoording.
Bij de omzetting van het oorspronkelijk tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, 2 en 565) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
DE ONTWIKKELINGSGANG DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE
[pagina ongenummerd (p. II)]
De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde
door
Dr. J. TE WINKEL.
tweede druk.
VII
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1927
[pagina ongenummerd (p. III)]
Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche Staatsomwentelingen
door
Dr. J. TE WINKEL.
II
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1927
[pagina ongenummerd (p. VII)]
INHOUD.
ZESDE TIJDVAK (vervolg).
Blz. | |
Romantiek en realisme 1830-1880 (vervolg) | 1 |
VIII Everhardus Johannes Potgieter | 3 |
IX Verzet tegen het Byronianisme | 13 |
X Toenadering tot de school van Tollens | 24 |
XI Isaac da Costa en het Réveil | 48 |
XII Geertruida Toussaint en Petrus van Limburg Brouwer | 65 |
XIII Jan Frans Willems en zijne medestanders | 83 |
XIV Hendrik Conscience en zijne navolgers | 108 |
XV Het Vlaamsch tooneel in België | 125 |
XVI Nieuwe geestelijke stroomingen na het midden der eeuw | 132 |
XVII De oudere dichters | 149 |
XVIII Nicolaas Beets en Jan Jacob Lodewijk ten Kate | 167 |
XIX Jan Pieter Heije en Everhardus Johannes Potgieter | 184 |
XX De jongere dichters | 206 |
XXI Petrus Augustus de Genestet | 231 |
XXII De historische roman | 247 |
XXIII Zedenroman en Novelle | 266 |
XXIV Eduard Douwes Dekker of Multatuli | 290 |
XXV De Vlaamsche beweging en de Vlaamsche poëzie | 307 |
XXVI Het Vlaamsche proza | 321 |
XXVII Het Vlaamsche tooneel | 334 |
XXVIII De jongere Zuidnederlandsche dichters | 345 |
XXIX Het Noordnederlandsch tooneel | 377 |
XXX De dramatische litteratuur, voor 1850 | 396 |
XXXI De dramatische litteratuur, na 1850 | 409 |
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Blz. | |
XXXII De critiek in de tijdschriften | 430 |
XXXIII De aesthetiek van dit tijdvak | 450 |
XXXIV Carel Vosmaer | 475 |
XXXV Het laatste proza van dit tijdvak | 494 |
XXXVI De laatste poëzie van dit tijdvak | 522 |
XXXVII Overgang tot eene nieuwere letterkunde | 547 |
Registers | 565 |
Overzicht der vreemde letteren in betrekking tot de Nederlandsche | 567 |
Zakenregister | 572 |
Personenregister | 581 |
VERBETERINGEN OP DE BEIDE LAATSTE DEELEN.
VI | 158 reg. 8 v.b. J.D. Swildens, lees: J.H. Swildens. |
240 reg. 8 v.o. A.M. van Gelder, lees: A.H. van Gelder. | |
425 reg. 17 v.b. Grave, lees: Gravé. | |
VII | 282 reg. 17 v.b. Nolleke., lees: Nolleke,. |
298 reg; 1 v.o. dspiegel, lees: Tijdspiegel. | |
307 reg. 8 v.o. vgl., lees: vlg. | |
309 reg. 10 v.o. vgl., lees: vlg.. | |
382 reg. 7 v.o. Kotzebu, lees: Kotzebue. | |
387 reg. 22 v.b. Eelten, lees: Elten. | |
555 reg. 5 v.o. Jaques, lees: Jacques. |