Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 8
(1844)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||
Kronyk der kamers van rhetorica, te Lier.Van myn twaelfde tot myn vyftiende jaer woonde ik in de stad Lier, waer ik myne studien voortzette onder de leiding van mynen onvergetelyken vriend den advokaet Bergmann. Weldra maekte ik aldaer kennis met de tooneeloefeningen der twee toen nog bestaende Liersche kamers van Rhetorica, wier leden my het refereinen (reciteeren) en vervolgens het rolspelen leerden. Dit wekte myn eersten yver tot het verzenmaken op, zoodat ik, nog geen veertien jaren oud zynde, reeds eene hevige Satyre dichtte tegen den Maire der gemeente Bouchout, door wie myn vader, kort te voren, den post van Percepteur des contributions verloren had. Destyds was meester Bouwens, stads onderwyzer te Lier, de voornaemste poëet aen de boorden der Nethe. Hy vereerde my met zyne vriendschap en raedgevingen, en leende my opvolgelyk, doch telkens slechts voor weinige dagen, de werken van een twintigtal hollandsche dichters, inzonderheid die van Feitama, wiens keurige versificatie hy bovenal hoogschatte. Ik bewaer nog eene kopy, welke ik, in vier of vyf dagen en nachten schryvens, van den Henrik de Groote vervaerdigde. Een ander dichter, thans nog in 't leven, de heer P. Ceulemans, las my een gedeelte van zyne berymde vertaling van Weisze's Romeo en Julia voor, een stuk dat ik toen veel meer bewonderde dan later dat van B. Fremery, wanneer ik, in meer gevorderde jongelingsjaren, met des laetst- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 289]
| |||||||||||||||||||||||||
Bl: 289.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||||||
gemelden overbrenging van dit hoogduitsche tooneelspel kennis maekte. Daer ik een byzonderen aenleg voor het tooneel vertoonde, reeds tamelyk in de muziek ervaren was, en eene heldere stem bezat, zoo oordeelde men dat ik zeer goed voor een meisje of voor een' engel kon meêspelen. De Caecilianen der hoofdkerk (St-Gummarus), by wie ik dagelyks zong of het orgel speelde, voornemens zynde eenige stukken te vertoonen, ten behoeve dier kerk, bragten my het eerst op de planken, en zoo verbeeldde ik eens den engel Gabriël by de boodschap aen Maria, in het stuk De geboorte en eerste jongheyd Jesu Christi. In Joseph en de Machabeën was ik slechts figurant. My heugt nog dat onze hoofdman, de heer Van den Brande, kerkmeester van St-Gummarus, een zeer godvruchtig man, ieder avond, eer nog het tooneeldoek opging, ons op het theater deed nederknielen, en de Litanie van Onze-Lieve-Vrouw voorlas, opdat de vertooning goed mogt afloopen. Het was wonder te zien hoe daer al die personagien door elkander op hun knieën zaten, en hoe sint Joseph en O.-L.-Vrouw (nota bene eene L.-Vrouw met een baerd), Herodes, de drie koningen, de joodsche schriftgeleerden, de engelen en de zwarte duivels, op elke aenroeping antwoordden: Bid voor ons! Bid voor ons! - Het zal my nooit uit myn geheugen gaen. Toen ik, ten jare 1809, van Lier naer Antwerpen ging woonen, waren de twee rederykkamers van eerstgenoemde stad aen het zieltoogen. Byzondere gezelschappen hebben er echter van tyd tot tyd nog eenige tooneel-vertooningen gegeven, en nog heden bestaen de oude lokalen. Het een heet de Jennettebloem, het ander den Groeyenden Boom. Beide benamingen zyn ontleend van het blazoen dier kamers. De Jennette stond onder de bescherming der H. Anna, de andere kamer onder die van | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||||||
Sint Gummarus, wiens wandelstok (gelyk men uit zyne legende weet) gedurende een gesprek van dien Lierschen heiligen met St-Rombout van Mechelen, door een mirakel, begon te groenen en te groeijen. Door toeval ben ik onlangs in de gelegenheid gesteld geworden al de nagelatene tooneelstukken benevens een register van resolutien der kamer van de Jennette aen te koopen. Dit gaf my lust tot een onderzoek naer al wat ik over de geschiedenis der Liersche rederykers bezat, of kon byeenbrengen, deels uit Van Lom's Beschryving der stad Lier, deels uit een oud handschrift in myne bibliotheek, getiteld: Van de Antiquiteyten der stadt Lier in Brabant, byeenvergaderd vuyt verscheyde Annotatie-boecken, rekeningen, cohieren, etc., en deels uit de gemelde door my aengekochte stukkenGa naar voetnoot1, uit de gedrukte programmen (welke men te Lier Argumenten noemt) of uit myne byzondere aenteekeningen. Ik begin met letterlyk af te schryven wat ik, omtrent dit onderwerp, in het HS. van de Antiquiteyten der stadt Lier aentreffe, daer tusschen voegende wat er nog meer by Van Lom staet. Vervolgens zal ik de chronologische lyst van de gedurende de zeventiende, achttiende en negentiende eeuwen opgevoerde stukken geven (volgens myne Annotata en de Argumenten derzelve), en eindelyk zal ik, ten slotte, als eene proeve der Liersche tooneelpoëzy, een kluchtspel mededeelen, 't welk in myn oog, voor den tyd waerop het vervaerdigd is (1782), immers wat de eerste tooneelen van hetzelve betreft, niet zonder verdiensten is, om het eenvoudige en natuerlyke der voordragt.
J.F. WILLEMS. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 290]
| |||||||||||||||||||||||||
Bl. 290.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||
Memorie.Om te weten wanneer de Rethorijck camers, als Den Groeyenden Boom ende De Jennette, geseyt dOngeleerdeGa naar voetnoot1 optestaen sijn, soo is te weten, dat sy eerst sijn begonst ontrent den jare 1479, alst blijckt by de rekeninghe uyt den Clapboeck van Lier, hoe wel dat, voor den jaere voorscreven, somwijlen spelen sijn gespeelt by goede lieffhebbers, van binnen en van buyten, maer niet van Rethorijcken van Lier. Voor ierst dient te weten dat in den jare 1428 het eerste spel gespeelt wirt, ende wirt doen gegeven den gezellen van der kercke, die het spel van de Passie ghespeelt hadden, om haere costen te helpen draeghen, 10 stuyvers grooten. Int jaer 1438 in augusto wiert gegeven den priesteren, die het spel speelden opt kerckhoff, twee stoopen wijn, valet 3 stuyvers 9 grooten. Anno 1441 gegeven den gesellen, die tspel van sinte Barbelen speelden, te verdrincken een vat cnolGa naar voetnoot2. In den jaere voorschreven, onder de costen van der processie, staet aldus: Item sijn geschoncken aen Henrick Bal met sijn gesellen, die hier comen waeren ter eeren van de stadt, om te spelen ende te condighen van St-Gommaer, 2 stoopen wijns. Anno 1432: Item gegeven Henrick Balle, van dat hy sinte Gommares spel maekte, opdat hem toegeseyt was, 10 stuyvers grooten. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||
Item gegeven den gesellen, die dat spel speelden op der merckt in den ommeganck, te verdrincken, 10 stuyvers. Item compt onder de schenkwijnen van de jaeren voorscreven: Geschoncken den heeren die 't spel speelden opt kerckhoff, doen de kermesse hier was, 2 stoopen wijn, teghen 2 grooten de gelte. Dit waeren priesters. Anno 1443: Gegeven Henrick Bal, om dat hy het spel Onser Liever Vrouwe gedicht hadde, 4 stuyvers 9 groote. Item den priesters, die het spel speelden ten ommegange, 10 stuyvers ende 2 stoopen wijn. Item geschonken den gesellen van Antwerpen, die hier ten ommeganck de personagien maekten, ses stoopen wijns. Item noch geschoncken den gesellen van Antwerpen, van die hier ten ommeganck bleven ende speelden, twee stoopen wijns. Anno 1444 staet onder andere aldus: Item den gesellen die hier tspel speelden ten ommeganck ende oock smorghens in de processie ginghen, een groot. Item den gesellen van den beyiaert, die tspel speelden van Onser Liever Vrouwen, een groot.Anno 1646: Geschoncken den gesellen van Mechelen, die de personagien maeckten met meester Wouter, ten twee maelen, drie stoopen wijn roodts. Item geschonken den gesellen van Antwerpen, die hier een spel speelden, eenen stoop wijns ende dry stoopen witsGa naar voetnoot1. Item gegeven meester Wouteren, van dat hy spelen van de legende van St-Gommaer gemaeckt heeft, voor sijn moeyte, ende noch van heusheyt, voor sijn cost, 24 stuyvers grooten. Item int jaer 1446 waeren gedroncken opt stadthuys | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||
doe mr Wouter tspel speelde op den Palmdage, by de heeren, 4 potten, 22 stuyvers. Anno 1447: Gheschoncken den gesellen die hier tspel speelden van Onser Vrouwen, van heusheden, voor cost ende moeyte, 30 stuyvers. Item gheschoncken den gesellen van Antwerpen, die hier speelden op den waghen, een stoop wijns. Anno 1448: Geschoncken den gesellen, die hier speelden, eenen stoop wijns. Anno 1449: Gegeven Mr Jan Hagheldonck, Gielis Van der Weyt ende heuren gesellen, die ten ommeganck het spel Onser Vrouwen speelden, voor hun moeyte ende verlet, dien dagh gedaen; in als 3 8 stuyvers 6 groot.Item den gesellen, die het spel speelden van de Verryssenis ende Passie Ons Heeren, tot haeren cost te helpen, 10 stuyvers 6 groot. Anno 1455: Gegeven Gillis Vander Weyckt voor costen die de gesellen deden op de habijten, haere costen, 2 12 stuyv. 7 groot.Anno 1456, onder de costen van den ommeganck: Item den gesellen van den Logien die tspel speelden met een vat biers, dat sy oock hadden te verdrincken, tsamen 23 stuyv. 9 groot. Om te weten wie de gesellen van der Logien waeren: in dese tijden wierdender veel wercke aen de kerck gemaeckt, tot welcke wercken voor de steenhouders int kerckenhuys logien gemaeckt wierden, in welcke logien sy steenen verhielenGa naar voetnoot1, ende dese steenhouders, metsers ende timmerlieden hielden tspel voors. Anno 1457: Gegeven den gesellen, die het spel speelden ten ommeganck, voor costen, verlet ende moeyte, met een vat bier, 23 stuyv. 3 groot. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||
Anno 1458: Die tspel speelden 4 stoopen wijn. Anno 1460: Gegeven den gesellen, die hun spel speelden ten ommeganghe, voor costen en arbeydt, met een vat biers, 23 stuyv. 9 grooten. 1461: Gegeven den gesellen, die het spel speelden ten ommeganghe, voor cost ende arbeydt, met een vat biers, 23 stuyv. 9 groot. Item gegeven Heyne Balle, van tspel, 2 stuyv. 9 groot. Item gegeven Gielis Ardennekens, van 15 paer schoenen, voor de gesellen die het spel speelden, ende die met hun ginghen, 16 stuyv. groot. Anno 1462 onder de vremde costen comt aldus: Item gegeven van St-Gommares spel te schrijven ende te rollen, 6 stuyv. Onder de costen van den ommeganck: Item gegeven die hier tspel speelden ten ommeganghe, 23 stuyvers 9 groot. Item gegeven die de voederinghe leenden op St-Gommaers spel, 8 stuyv. Item gegeven aen die van Antwerpen, die hier quamen battementen, stuyv. grooten. Anno 1463, 1464 ende 65 en bevinde niet van spelen. Int jaer 1466 wiert tot Lier gehouden een groot loffelijck lantsjuweel van schietspelen van den edelen voetbogen: de prijsen waeren al van silver, waervan de rekeninghe es gehouden by Jan Van Brecht ende Willem De Winter, alwaer oock is bevonden onder de costen, van spelen te dichten, aldus: Item betaelt Anthoni De Roover tot Brugghe, van drie spelen te dichtene in de innecomste, 18 stuyv. groot. Item betaelt Hendricke Bal van sijn costen ende moeyte, als hy hier bescreven was, 2 stuyv. 9 groot. Item betaelt den selven van drie spelen te dichtene, 20 stuyv. groot. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||||||
Item betaelt van spelen te copieren, 5 stuyv. Item van de selve voort te rollen, 3 stuyv. groot. Dese rekeninghe gecollationeert teghen de principaele, es by openbaer notaris ondergenoemt bevonden t'accorderen, ende onder stont geteekent P. Van den Brande.
Item volcht int selven boeck, onder alderhande costen: Item verteert by de heeren van der stadt, als Jan Van den Bossche de spelen van Brugghe bracht, 46 stuyv. 9 groot. Anno 1467, 1468, 1470 ende 1471 en vinde niet van spelen. Anno 1472 onder extraordinarische uitgeven: Item geschoncken uut ordonnantie van de heeren sekeren goeden mannen van Antwerpen, die hier op den ommeganck quamen battementen, 3 stuyv. groot. Anno 1473 noch 74 en vint men niet van spelen. Int Clapboeck van den jaere 1475, beginnende halff november tot halff november 76, is bevonden onder de coste van de processie ende den cost van St-Gommares spel aldus: In den iersten, Henricke Bal, voor sijnen arbeydt ende moeyte, 2 .Item gegeven Gielise Van der Weyckt, 20 stuyv.; Item Henricke Keelen, 2 stuyv.; Item Henricke Raey, 12 stuyv.; Item Andries dictus....., 12 stuyv.; Item Lauken Pen, voor sijnen arbeyt, 10 stuyv.; Item Peeter Beeck, voor costen die Hendrick Bal, Gielis Weyckt ende haere gesellen daer gedaen hebben, 6 stuyv. 10 grooten, ende hebben daer noch verteert, die tspel speelden ende den ommeganck reguleerden, 4 stuyv. eenen grooten. Item hebben de selve noch verteert des anderdaeghs | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||
naer den ommeganck, als sy het tweede spel speelden, ende oock dijnsdaeghs daer naer, 8 stuyvers. Item betaelt int Hoeffijser, by den meestendeel van de heeren, doen Hendrick De Bal, die hier ontboden was, om tspel te setten ende te ordonneren met sijn gesellen, 8 stuyvers. Item betaelt 15 gesellen, die de stomme personagien maeckten, elck eenen stuyver, valet 3 stuyv. 9 groot. Item betaelt aen een maeght, die vrouw GrimmaGa naar voetnoot1 was, 6 groot.; vier nonnen 9 groot.; een duyvel 2 groot. Item betaelt tot Peeters Verveick, dat de spelders verteert hadden, ende oock de wercklieden, die savons waeckten, verdroncken, 16 grooten. Gecollationeert als boven teghen het principael, was onderteeckent P. Van den Brande. Anno 1477 niet gespeelt; dan, is bevonden een out Rekenboeck, gehouden by Hendrick Van Laere ende Andries Van Paesschen, rentmeesters, onder de costen van de schenckwijnen van der processie: Item geschoncken den gesellen, die het spel speelden voor den heeren huys, ten ommegangh daghe, een quaert Rijnschen wijn. Item opten processie daghe tot Peeter Blincx, met de timmerlieden van der stadt, ende den genen die tspel speelden, 15 grooten. Item den 15 october der cameren Rethorijcke van Herentals, als sy hier spel speelden, 4 stoopen wijns. Gecollationeert teghen de rekeninghe van een jaer, begost prima decembris 1477, eyndende den lesten novembris 78, ende onder stont geteekent Van den Brande, notaris. Dient tot memorie dat men in den jaere 1478 niet bevint dat binnen Lier eenighe Rethorijcke camers sijn | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||
geweest; want hadden binnen Lier Rethorijck-camers geweest, men souder soo dickwils van buyten het volck niet ontboden hebben, om hier de eer te comen bewaeren, als namentlijck Henrick Bal, met sijn gesellen, ende meer andere, soo voorschreven is (twelck al uyt Rekenboecken is getrocken). Datter Rethorijck-camers geweest hadden, sy souden sijn ghenoemt geweest met den naeme van de camers, alst blijckt datse voortaen genoempt sijn, blijckende in de rekeninge van den 1 december 1478 tot 1 december 1479, onder de costen ten processie als volght: Item den geselschape van der camer van den Groyende Boom, tgene dat hun de heeren consenteerden, om dat sy aengenomen hadden tspel van Sinte Gommaer te spelen ende oock de kleederen te bewaeren van de Heydenen, ende de processie tot hunnen last aen te nemen ende houden, gaende te samen, in als, twee pont groot. Gecollationeert als boven bevonden te accorderene met het principael, ende onder stondt geteekent Van den Brande, notaris. In de rekeninghe, begonst 1480, prima decembris, eyndende 1 decembris 81, is bevonden, onder de costen ten processie daghe, aldus: Item den geselscappe geheeten dOngeleerde, tgene dat hun de heeren consenteerden, om dieswille dat sy aengenomen hadden tot haren laste te vieren tStalleken van Bethlehem, de Drie Coninghen ende den Molen van Parijs, metten toebehoorten, ende die in de processie te houden gaende, een pont 10 st. groot.Ga naar voetnoot1 Gecollationeert teghen de principale rekeninge ende is bevonden te accorderen. P. Van den Brande. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||
In de rekeninghe begonst den iersten december 1481, eyndende den lesten novembris 82, onder de costen van de processie daghen comen de Groeyende weder alleen, doordien te dencken is dat dOngeleerde te goeden coop aengenomen hadden; want wort bevonden aldus: In den iersten, den geselscappe van den Groeyenden Boom, midts sy de personagien van de Heydenen maeckten ende in de processie gingen, tsamen 15 stuyv. In den jaere 1483: In den iersten, den geselscappe van den Groeyenden Boom, midts dat sy de personagien ende Heydenen toemaeckten, die in de processie gingen, 30 stuyv. Anno 1484: In den iersten, het geselschap van den Groeyenden Boom, midts dat sy de personagien maeckten, die in de processie gingen, ende het spel van Sinte Gommaer speelden, tsamen met dat sy den Molen van Parijs stoffeerden, 2 5 st. groot.Anno 1485 vinde ick niet van de Retorijcken. In de rekeninghe begonst den 1 december 1486, onder de costen van de processie, bevonden aldus: Item de voorsc. processie daghen bestaet den ommeganck te doen, by advijs van de weth ende van den ambachten, gemeynelijck den geselschappe van dOngeleerde, bedroegh te saemen 4 2 st. 6 groot.De rekeninghe gedaen by Jan Van Brecht ende An- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||
thoni Van Paesschen, van den jaere voorschreven, is bevonden t'accorderene, get. Van den Brande, notaris. In de rekeninge begonst den 1 december 1487 ende eyndende den eersten november 1488: Item betaelt den 9 juny den gesellen van de camer der Rethorijcken, ten onderhouden der processie, 4 15 st.Gecollationeert ut supra. Anno 1488 bevonden aldus: Eerst betaelt den gheselscape van den Groeyende Boom ende dOngeleerde, om dat sy de personagien ende stucken van den ommeganck hebben laeten gaen, onderhouden ende verciert tot hunnen last, 5 2 st.Item geschoncken der Rethorijck camere van de PensenGa naar voetnoot1, den 30 augusti, doen sy hier quaem ter feest van dOngeleerde, 3 stoopen Rijnschen wijn (waer uyt dat blijckt dat sy eenighen prijs hadden gewonnen). De stadt schonck tot tjuweel datse op hinghen 27 stuyv. 6 groot., ende dit waren de camers, die hun op dese feest presenteerden: de Roose van Loven, de Kersauwe, de Violet, de Lelie, de Tijdeloose, de Gaublome van Antwerpen, de Violier, de Peioen, de Cauwoorde, de Pense, enz. Anno 1493 toghen de Rethorijck-camers van Lier tot Mechelen, by hertoch Phlips, uut bevel van de heeren: de weth gaff hun, tot hunne reyse, 3 .Anno 1494: Gegeven den gesellen van den Groeyenden Boom ende van de Ongeleerde, elck van hun een vat dobbel bier, ten prijse van 7 st. groot. Brabants, comt 19 st. In de rekeninghe begonst prima decembris ende eyndende ultima novembris 1495, onder de costen van den | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||
ommeganck, compt als volgt: Item gegeven den voorscreven gesellen van de Groeyende ende dOngeleerde, elck van hun op den voorscreven ommeganck dagh, elck een vat dobbel bier, ten prijse van 7 st., loopt 14 st. Anno 1496: Item betaelt voor twee vaten dobbel bier, deen den Groeyenden, dander der Jennette, daer voor gegeven 2 sc. Brabants. Item gepresenteert Janne Van Crombach, coopman te Antwerpen, om te hooren het spel van de gesellen der Jennette, die het spel op de merckt speelden, daer sy tot Antwerpen den hoogsten prijs mede gewonnen hadden, ende oock mede voor de moeyte ende coste van den selven spele te spelen, tsamen acht gelten wijns, valet 8 stuyv. Brabants. Item betaelt den geselschape der Jennette, aldaer tot Antwerpen gedaen in tspel, van hunne costen, 3 . Item desgelijckx den geselschape van den Groeyenden Boom tot behulp aldaer, van hunne costen gedaen, 3 .Gecollationneert teghen tprincipael is bevonden te accorderene, get. Van den Brande. In den jaere 1496 was tot Antwerpen een triumphant Lant-juweel alwaer vergadert waeren 28 camers van Rethorijcken, soo uyt Brabant, Hollant, Vlaenderen, Zeelant, als uyt Walschlant; ende de prijsen waeren al van silver. De incomste van desen Lantjuweel was den 19 julio opgestelt van de Violieren. Die eer ende prijs wilden behaelen tot Antwerpen die moesten speelwijs met figurelijcke redenen laten blijcken De meeste salicheyt die ons Godt gedaen hadde. De ongheleerde van Lier hadden het 14e lot, den Groeyenden Boom het 20eGa naar voetnoot1. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||
[In 1496 quam hertog Philips uyt Duytsland tot Lier, alwaer den vorst op den 20 october door den bisschop van Kameryk met de prinses Johanna getrouwd werd. Het bruylofts-feest wierd in de abts herberg gehouden; maer het huwelyk wierd in het huys van Mechelen voltrokken. Dit huys is staende aen de Yzere Brugge, en het was in de benede kamer aen het water, dat den hertog Philips zyn bruid de eerste nacht besliep; in welke kamer nog op den huydigen dag tegen de soldering, tot een gedenkteeken van dit geval, een kruys staet. De Rethorykkamers speelden voor dit huys comedien; en om dit te zien, zoo was er een groote menigte van volk vergaderd, en stonden voor een gedeelte op de Yzere Brugge, die toen ter tyd van hout was, en door de groote zwaerte, zoo viel deze brugge in, en al het volk in 't water. Maer deze brugge is daerna van steen gemetzeld. De magistraet beschonk de Rethorykkamers, die, wanneer den hertog zyn intrede deed, al hun zilverwerk voor hun kamers ten toon gesteld hadden, met een vat bierGa naar voetnoot1.] In de rekeninghe beginnende den eersten decembri 1496, eyndende ultima december, onder de costen van den ommeganck: Item betaelt aen de Groeyende ende Ongeleerde voor haer moeyte, elck een vat bier, tsamen 3 gulden 4 stuyv. Item betaelt aen de Groeyende ende de Jennette van den voorscreven ommeganck te ordonneeren, waer aff sy den heelen last tot hun namen, elck 2 , 10, 4.Int selve jaer soo hielden de Groeyende een Rethorijckfeest. In den jaere 1499: Den Groeyenden Boom ende der Jennette, van den ommeganck, 25 stuyvers, ende aen elck van de selve een vat bier. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||
In de rekeninghe van den jaere 1499 tot den jaere 1500, ultima november eyndende: Item betaelt den Groeyenden Boom ende aen de Ongeleerde, van der processien dat sy jaerlijckx hebben, 5 .
Den 24en february was tot Gendt geboren Carolus Quintus, wanneer tot Lier groote feest gedreven wiert. De dry gulden ende Retorijken vierden ende thoonden groote blijdschap, ende speelden battementen. Op St. Annen daghen waren tot Lier comen 24 camers, ten Rethorijcke spele van dOngeleerden, ende wierden op hun camer van stadts wegen gepresenteert 12 stoopen wijns, elcken stoop neghen groot. Anno 1501: Den Groeyenden Boom ende dOngeleerde, daer sy jaerlijcks aff hebben, naer de oude costumen, vijff , 10 stuyv. ende twee vaten bier.Anno 1503 idem. Anno 1504: Betaelt aen het geselschap van de Groeyende ende dOngeleerde, doen sy waren ten Referijnspele van de Rooselaer van Loven, elck 10 st. groot, met elck een vat dobbel bier. Anno 1505 elck een vat dobbel hier. Den negensten augusti wert geschonken der Gaudbloeme van Antwerpen, van dat sy quam besoeken die Groeyende, 6 stoopen Rhijnschen wijn, ende 2 stoopen witten wijn. 1507 elcke camer een vat dobbel bier. Anno 1509 ende 10 idem. Anno 1512-13-14-16-17: Voor den ommeganck toe te maken, ieder jaer elck vijff 10 stuyv. De selve elck een vat dobbel bier.[In 't jaer 1517 ging de processie generael om den Almogenden te bedanken voor de victorie die Karel V behaeld hadde; en des avonds wierd er door de geheele | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||
stad vreugden gemaekt. De beenhouwers hadden den hoogsten prys van 't vieren, de Ongeleerde, voor 't beste ebattementen, eenen hamel en twee gelten wijns, en den Groeyenden Boom eenen halven hamel en twee gelten wijns.] Anno 1518: Den Groeyende Boom ende der Jennette, van de personagien toegemaekt te hebben ten ommeganck, vijff 10 stuyv., ende elck een vat dobbel bier.Item het jaer 1519, 20, 21 ende 23. Item in tjaer 23 quaemen de liefhebbers van de Lisblom van Mechelen uyt lieffde op de kermisse battementen. Anno 1524 wort betaelt aen de Groeyende ende dOngeleerde van den ommeganck te houden gaen, op haeren cost, 5 10 stuyv. met elck een vat bier. Dit vervolght alsoo tot den jaere 1545 inclus.Anno 1532 in mey speelden de Ongeleerde die vier spelen van sint Jan Baptist. Anno 1532 speelden de selve van den Naeckten Ridder. Anno voorscreven, 23 mey, speelden de Groeyende een natuerlijck ende schriftuerlijck bewijs van Den ouden man had een dochterken. [In 't jaer 1532, op den 16 july, speelden die van den Groeyenden Boom te Brussel, op het rhetoryk-feest van de kamer het Maria-cransken, en hadden aldaer geschil met de Cauwaerde van Herenthals, over den voorrangGa naar voetnoot1]. Anno 1534 speelden de Groeyende ende de Jennette tsamen een spel van sinnen, in den vasten. Anno 1535: Aen het geselschap van den Groyenden Boom ende van der Jennette wordt gepresenteert, van stadts weghen, elck, van den spele van sinnen, als de selve den mey hadden ingehaelt, een halff vat bier. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||||
Anno 1536, den 2en sondagh in den Vasten, speelden de Groyende Hoe Lasarus van der doodt verweckt wirt, ende wiert hun geschonken 2 stoopen wijn, ende dOngeleerde daer naer de Passie, ende de stadt quam haer te hulpe 6 st. 3 groot. Anno 1539, den 6 mey, quam hier een bode van Gendt, ende brocht een kaerte aen de Groyende ende de Ongeleerde van het rethorijck-spel, het welck tot Gendt gehouden wiert, ende wert, tot tractement van den bode, aen beide camers gheschoncken 4 stoop. wijn. Onder 't capittel der Schenk-wijnen staet aldus: Item den geselschape van der Jennette gheschoncken, als sy den boom van mey haelden, ende speelden ten selven daghe een spel van sinnen, tsamen 4 stoopen wijn, ende den Groeyende, als sy speelden Van Abraham ende den mey hadden ingehaelt, 4 stoopen wijn. Anno 1542: Aen het geselschap van Jennette gepresenteert, als sy het spel van sinnen gespeelt hadden ende den mey inghehaelt, 2 stoopen wijn. Anno 1544, julio, speelde de Jennette het spel van sinnen, ende in den Vasten van 't verbum Dei, ende den eersten sondagh in den Vasten speelden de Groyende een spel van sinnen. Anno 1545: Den Groyenden Boom, tot hunnen Vasten-Avont, van twee factien, op de straet gespeelt, 3 st. Ende de Jennette den 22 maert een spel van sinnen op de marct, den 3 mey noch een; ende den 25 maert speelden de Groyende van 't heet Broot; den 10 mey daer nae van de Bodemloose Mande. Anno 1546, 18 february, speelden de Groyende een spel van sinnen, ende 17 mey de Jennette een spel van sinnen, ende op halff vasten de Jennette een spel van sinnen, heetende Het meest minninghe (sic), ende sondaghs daer naer de Groyende van de Vier Draeghers. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| |||||||||||||||||||||||||
Onder costen van den ommeganck staet: Den geselscappe van de Groyende, van dry coninghen, elck met sijnder familie te peerde; St-Joris, sijnen schiltknecht ende pagien, te peerde, in de processie te rijden, naer ouder costume, 2 15 st. Item den selven een vat biers, halff cnol, halff cuyt, metter accijse, 8 stuyv. 3 groot.
Item den geselschappe der Jennette, van Sinte Gommaer met sijnen schiltknecht ende pagien te peerde, met alle de Huynen ende Sarasijnen, ende haere dry coninghen, met alle haere familien, ende andere persoonen, in de processie te rijden, naer costume, 2 15 st. Item den selven een vat biers, halff cnol en halff cuyt, 8 stuyv. 3 groot, (ende [hoe] beyde de gulden van Rethorica dese voorscreve processien toerustten, blijckt noch tot den jaere 1570).
Anno 1547 speelden de Groyende een spel van sinnen in den vasten-avont, ende den eersten meye dOngeleerde van Emerentiana. Den derden mey speelden de Groyende het spel van Susanna. Den 2 july de Jennette, van Sinte Anna ende Joachim. Den 3 july quaemen een deel guldebroeders van den Olijftak de Jennette besoecken, ende de stadt beschonck hun met wijn. Anno 1548 speelden de Groyende smaendaghs in den vasten-avont een spel van sinnen. Op Onser Liever Vrouwen Visitatie-dagh speelde de Jennette een spel van sinnen; den 26 augusti de Groyende van den Verlore Sone. Anno 1549, op den vasten-avont, speelden de Groyende een spel van sinnen; de selve noch een spel van sinnen den 26 mey, ende op Onser Vrouwen Asumptien-dagh van de Bekeeringhe van Maria Magdalena. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| |||||||||||||||||||||||||
De Jennette speelde spelen van sinnen smaendaeghs ende dijnsdaeghs in de Sinxen-daghen. Den 10 mey hielt de Jennette een referijnfeest alwaer diversche camers vergadert waeren, ende de stadt beschonk haer met 8 stoopen wijn. Anno 1550 speelden de Groyende dry spelen van de 7 Doodsonden ende de Jennette een spel van sinnen. Anno 1551 speelden de Groyende te halff vasten het spel van den Prince van Syrien ende de Jennette in mey een spel van sinnen. Anno 1552 speelden de Groyende twee spelen van sinnen ende de Jennette een. Anno 1553 speelden de Groyende te half vasten van den Samaritaen ende den 2en sinxen dagh de Jennette een spel van sinnen. Anno 1554 de Jennette 2 speelen van sinnen, d'een van den tyd die toens was ende 't ander van Salomon. Anno 1555, op sint Annendach, beschonck de stadt den hoofdman van der Jennette, heer Jan van Berchem ende heer Henrick van Berchem, den Prince, ridders ende gebroeders op de Ongeleerde camer, met 6 stoopen rijnschen wijn. Ende op den selven dagh aen jonckheer Coenraert Schets, hooftman van de Groyende, 6 st. Rijnschen wijn. Anno 1556, op den halff vasten dagh, speelden dOngeleerde van Vrouwen die in overspel leefden, ende den 1 mey de Groyende het spel van Griseldis; den 8 october speelden de Jennette van Redde rationem vilicationis tuae. Anno 1557, 16 mey, speelden dOngeleerde het spel van Ammon ende Thamar. Anno 1559 speelden dOngeleerde het spel van den Coninck David, ende den 17 september de Groyende het spel van Job. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 307]
| |||||||||||||||||||||||||
Anno 1560, onder de costen van den selven jaere: Item den gesellen van den Groyenden Boom ende die van der Jennetten gegeven, by ordonantie van de schepenen, tot behulpe van de costen om den bode van Vilvorden te tracteren, 3 .
Item den geselschappe van den Groyenden Boom, by mijnheeren Schepenen, tot behulp van hunder reysen naer de stadt van Vilvorden, ten haeghspele, 6 .
Anno 1561 quam tot Lier eenen bode van Antwerpen van de Violier-camer, ende brochte aen de Groyende ende dOngeleerde een caerte van den Lantsjuweele, te houden den 3 augusti daer naer, ende de stadt schonck tot haerder costen, om den bode te tracteren, 16 gulden. De Groyende trocken te Lantsjuweele ende de stadt schonck haer tot hunder cost 200 gulden. De Groyende behaelden vier prijsen, bedraghende 16 oncen silvers. DOngeleerde trocken ten haeghspele den 29 augusti daer naer tot Antwerpen. Men en bevindt niet waerom sy niet ten Lantjuweele trocken, daer sy nochtans wel mochten comen; ende wonnen, in seven prijsen, 26 oncen silverGa naar voetnoot1. Anno 1562 speelden de jonghmans van de Baelderey in den ommeganck van de seven hooft-sonden, ende wirden van stadt beschoncken met een halff vat bier. Men seyt dat dese jonckmans een blomme gecosen hadden, meynende eene camer op te stellen, maer de Groyende ende dOngeleerde hebben het selve verboden, ende de wet en heeft dat oock niet toegelaeten. Anno 1563, 15 meert, speelden dOngeleerde een spel van den sieken man die 30 jaren sieck gelegen hadde voor de Pischine, ende daer naer speelden de Groyende het | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 308]
| |||||||||||||||||||||||||
spel dat sy tot Antwerpen int Lantsjuweel gespeelt hadden. Anno 1564 hadden de Groyende een lotery opgestelt; elck lot dede eenen grooten. Den 18 meert speelden de Groyende een spel van sinnen ende de Jennette op St-Jans dagh van den Pharisee ende den Publicaen; ende de Jennette hielt oock een lotery, elck tot eenen halven stuyver. Den hooftman, Prince, ende der gemeyne gesellen van der Jennette wirt gepresenteert, op hunder referijn-feeste, tot [onthael] der buiten-facteurs, 15 stoopen wijn. Den regel was: Wel hem die wandelt in den wegh des Heeren. Verblijt met den blijden ende schreyt met den droeven. Anno 1565, 21 meert, quam tot Lier eenen heer van Brussel, van wege de Corenblomme, ende brocht een caerte aen de Groyende ende Jennette, ende beide de camers tracteerden desen bode, ende hun wirt van de stadt geschonken, tot tractement, 6 gulden. De Ongeleerde speelden een spel van Sacheo. Den 12 junio hebben die van de stadt gepresenteert den hooftman, prinche, ende guldebroeders der Groyende, op hun referijn-feest, 10 stoopen Rijnschen wijn. Anno 1566, den 8 november, quaemen tot Lier twee vaentkens knechten, alsoo dat den quaden tijt aen quam, soo dat die van Rethorica niet meer en speelden dan te kermisse; maer de camers hielden jaerlyks den ommeganck gaende, tot den jare 1571 inclus, als wanneer de stadt noch betaelde aen den Groyenden Boom, van de dry coninghen elck met sijnder familie te peerde, St-Joris met sijnen schiltknecht ende pagien, al te peerde, in de processie te rijden, naer de oude costume, 2 15 st. ende een vat biers, halff cnol halff cuyt.Item den geselschappe der Jennette, van sinte Gom- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 309]
| |||||||||||||||||||||||||
marus met sijnen schiltknecht ende pagie te peerde, met alle de Huynen ende Turcken, met haere dry coninghen met haere familie in de processie te houden gaen ende te rijden, naer oude costume, 2 15 stuyv. ende een vat biers, halff cnol, halff cuyt, 8 stuyv. 3 groot.
Dit was den lesten ommeganck met reus ende reusin, ende andere waghens, voor de spaensche furie. [De gemeene rust, door het twaelf jaerig bestand voor een gedeelte hersteld zynde, heeft het konstgenootschap van den Groeyenden Boom binnen Lier, in 't jaer 1614 voor de eerste mael het spel van Ferdinandus op hun tooneel gebragt; als mede dat van den heyligen ridder Gommar. In 't jaer 1616, op den 7 february, heeft de kamer van den Olyftak te Antwerpen aen die van den Groeyenden Boom te Lier, by missive, haere caerte toegezonden van een maendelyke refereynfeest, by haer opgeregtGa naar voetnoot1. In 't jaer 1618 heeft den Groeyenden Boom op de kamer van de Violiere te Antwerpen wederom prys behaeld. Men vindt niet, dat er sedert het jaer 1621 tot het jaer 1647 door de dichtkonst iets aenmerkelyks is uytgewerkt, uyt oorzaeke dat zoodra het twaelf jaerig bestand geëindigt was, den oorlog straks in de Nederlanden is hervat, en heeft geduerd tot het jaer 1648, in het welke de vrede te Munster wierd geslooten, en zedert dien tyd heeft het konstgenootschap van den Groeyenden Boom alle jaeren, tot op heeden toe, een treur- of blyspel op haer tooneel vertoond. Dit konstgenootschap hield in 't jaer 1739, op den 9 february, zynde maendag van Vasten-avont, een tour- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 310]
| |||||||||||||||||||||||||
noy- of steekspel te paerd, hetgene zy zedert het jaer 1713 niet gedaen haddenGa naar voetnoot1. In dit konstgenootschap van den Groeyenden Boom hebben verscheydene vermaerde dichtkundigen uytgeblonken, als Mr Jan Van Bortel, Mr Francois Laureyssens, Mr Wouter Van Bortel, Mr Hendrik De Poorter, Mr Cornelis De Bie, Mr Pieter Van Eersel, de Hr en Mr Melchior Janssens, licentiaet in beyde de rechten; Mr Hendrik De Ka, prins van dit konstgenootschapGa naar voetnoot2; en nog op heeden (1740) de heer procureur en notaris Melchior Balthasar Van Bortel, wiens dichtkundige schriften waerdig zyn in 't licht gegeven te worden.] Tot dus verre het handschrift Van de Antiquiteyten der stadt LierGa naar voetnoot3 en de opgaven van Chr. Van Lom. Thans gaen wy over tot de lyst der stukken, op de beide kamers vertoond, volgens de daervan bestaende Argumenten, of volgens de door my gevondene aenteekeningen op de stukken zelven, of op de registers der kamers. De Argumenten zyn te Antwerpen by Jacob Mesens en anderen gedrukt tot in het jaer 1763, wanneer er, naer het schynt, voor de eerste mael eene boekdrukkery te Lier gevestigd werd. Meestal speelde men verscheiden dagen na elkander hetzelfde stuk. Ik geef slechts den eersten speeldag op. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 311]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 312]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 313]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 314]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 315]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 316]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 317]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| |||||||||||||||||||||||||
De konst, de ryke konst, uyt 't godendom gesproten,
En op den Helicon met Pegaes bron begoten,
Werd door Mecenas hand met gift en schat beloont,
En in het Capitool met lauwerloof bekroont.
Eylaes! met deezen tyd Appollo staet verwondert
Om dat d'onwetentheyd heeft op zyn kruyn gedondert;
Parnassus is in rouw, en klaegt in overvloed,
Mits Hypocrene's beek getrapt word met den voet,
Van 't menschdom als veracht; maer Gy doet die herleven,
Met aen de zusterschaer een nieuwen glans te geven,
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 321]
| |||||||||||||||||||||||||
Door uw mildaedigheyd; daer gilden tweemael ses
Verschynen voor uw oog, op dat g'een zeldzaem les
In hunnen boezem plant. Wy, een der minste deelen
Van 't edel Rethoryk, vermeten ons te streelen
Dat g'in genaede zult aenveerden 't konstig stuk,
't Geen van onz' lippen vloeyt, en achten voor geluk
Te spreken met een schaer, in d'edel konst ervaeren,
Een schaer, een rechterschaer, waervan de muzescharen
Uytgalmen zegenprael. Gelukkig is ons Gild,
Dat gy op uw thooneel haer spraek gedoogen wilt.
Aenveirt het werk in dank 't geen U word opgedraegen
Door de Jennette-Bloem, op hoop van te behaegen.
Ons lot is in uw hand naer de rechtveirdigheyd,
Waer van gy zelf den schilt en de bewaerders zyt!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| |||||||||||||||||||||||||
Lofdicht.
Noyt heeft afgunstigheyd de muzenschaer verdreven.
De dochters van Jupyn, de negen zusters leven
Niet van het alsemkruyd, of van de bittre gal;
Want zulken spys groyt niet in 't heliconsche dal:
Hun spys is godenbrood, 't geen niet dan soetigheden
Doet proeven aen die't nut. Wanneer de goden treden
Ter feest, in d'hemelzael, zoo daer de Muzen zyn,
Word er een streng gebod gegeven door Jupyn
Dat geenen woutgod daer zyn stem mag laten hooren,
Dewyl hy met zyn zang de muzenlier zou stooren.
Dies mag ik, zonder vrees van afgunst, 't muzenhof
Met iver treden in; ik mag aldaer den lof
Der minnaers van Parnas op hoogen thoon gaen zingen;
En of een woutgod zig by wyl daer in kwam dringen,
Door wangunst aengehitst, enz.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||
Ik zaL UW heDen Met VeeL Lof VerCIeren.
WY LIefhebbers Der Jennette-sChaer
Wonnen Den Caffepot In DIt Jaer.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||
Waerde mede-burgers!
Dat u niet wonder schyn', daer d'oorlogsfakkel brand,
Dat wy tot uw vermaek het konsttooneel ontsluyten!
God zelf wilt dat den mensch bywyl den geest ontspant.
Men dryv', kan 't mogelyk zyn, de bittre droefheyd buyten!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||
Ook heeft onz' schaer getragt, tot eer der vaderstad,
Voor het vernietigen den schouwburg te bevryden:
De deugd, de wetenschap word hoog by ons geschat,
Dies zal den lasteraer vergeefs ons wit bestryden.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||
Studeert hoe 't masculyn aen 't feminyn geraekt,
En hoe dat, saemgevoegd, een derde questie maekt!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||
|
|